2015/124 Gemeente Nunspeet dient klacht over dienstverlening behoorlijk te behandelen

Rapport

De heer M. diende als belastingadviseur voor twee van zijn cliënten bij de gemeente Nunspeet een bezwaarschrift in tegen beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ).
Hij voegde machtigingen bij, waarmee zijn cliënten hem machtigden om namens hen op te treden. De heer M. klaagt erover dat de heffingsambtenaar niet aan hem, maar aan zijn cliënten een brief stuurde over zijn beslissing op hun bezwaarschriften en de uitvoering daarvan. Op zijn verzoek aan de heffingsambtenaar om hem een kopie van die brieven te sturen reageerde deze met de mededeling dat de machtigingen geen betrekking hadden op de toezending van aanslagen en verminderingsbeschikkingen, en dat hij zijn cliënten om een kopie kon vragen.
De kwaliteitscoördinator van de gemeente handelde de klacht af. Volgens hem viel het handelen van de heffingsambtenaar niet onder werkingssfeer van de gemeentelijke klachtenregeling. Verder stelde hij dat de betrokken cliënten weer zelf contact met de heffingsambtenaar hadden en dat daarbij de kwestie niet aan de orde was gekomen. Tot slot wees hij erop dat de heer M. geen gebruik had gemaakt van zijn aanbod om de kwestie met de heffingsambtenaar te bespreken. De heer M. wendde zich vervolgens tot de Nationale ombudsman, die het volgende overwoog. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een bestuursorgaan verplicht om te zorgen voor een behoorlijke klachtbehandeling. De wet geeft voldoende voorschriften voor een goede klachtbehandeling, maar een bestuursorgaan mag zelf ook een regeling vaststellen, mits die niet in strijd is met de wet. In dit geval is niet gebleken dat de klacht van de heer M. volgens de wettelijke voorschriften is behandeld, en dat had hoe dan ook moeten gebeuren. Dat de heer M. niet is ingegaan op het aanbod tot een gesprek doet daar niet aan af.

Een heffingsambtenaar is voor wat betreft de uitvoering van zijn in de belastingwet genoemde taken een zelfstandig bestuursorgaan in de zin van de wet. In dit geval gaat het niet om een klacht over de heffingsambtenaar als zelfstandig bestuursorgaan, maar om een klacht over de dienstverlening en de uitleg van wettelijke voorschriften en voorschriften en instructies van het college van burgemeester en wethouders waar een ambtenaar zich aan dient te houden. In feite ging het hier dus om een klacht over het college en het college had moeten zorgen voor de behandeling daarvan. Dat is niet gebeurd. De door de heer M. overgelegde machtigingen waren volstrekt duidelijk: zijn cliënten wezen hem aan als hun gemachtigde. De heffingsambtenaar heeft dat trouwens ook geaccepteerd.

De wet (artikel 6: 17 Awb) schriJft voor dat het orgaan dat op een bezwaar beslist alle stukken die op de zaak betrekking hebben naar de gemachtigde stuurt. Het valt niet in te zien waarom dat niet zou geleden voor de beschikkingen waarmee uitvoering is gegeven aan de beslissingen op het bezwaar. Het was dan ook niet juist dat de heffingsambtenaar zijn brieven of een kopie daarvan niet naar de heer M. stuurde.

De klacht is gegrond, wegens strijd met het vereiste van goede informatieverstrekking.

Instantie: Gemeente Nunspeet

Klacht:

geweigerd om verzoeker de beschikkingen toe te sturen waarmee is beslist op door hem als gemachtigde ingediende bezwaarschriften

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Gemeente Nunspeet

Klacht:

twee niet met elkaar verbonden kwesties, waarin verzoeker optreedt als gemachtigde, in één brief afgehandeld

Oordeel:

Gegrond