2015/061 Belastingdienst gaf onvolledige informatie in brief over voorlopige aanslag erfbelasting

Rapport

Verzoekers zijn door de Belastingdienst uitgenodigd tot het indienen van een aangifte voor de erfbelasting. Zij hebben een voorlopige aanslag aangevraagd (en gekregen). Doel hiervan was het voorkomen dat heffings-/belastingrente moest worden betaald. Vervolgens zijn zij toch geconfronteerd met (rente)kosten c.q. een rentenadeel. Verzoekers wijten dit aan de voorlichting van de Belastingdienst. Zij zijn namelijk afgegaan op de mededeling op het aangiftebiljet om "zo snel mogelijk" een voorlopige aanslag aan te vragen.

De Nationale ombudsman heeft onderzocht of de mededeling op het aangiftebiljet voldoet aan de vereisten van behoorlijkheid.

De Nationale ombudsman overwoog dat de informatie is gericht op het voorkomen dat belastingplichtigen onnodig geconfronteerd worden met heffings-/belastingrente. Vanuit dat doel geredeneerd is de informatie toereikend. De Nationale ombudsman constateert aan de hand van de ontvangen klachten dat de tekst op het aangiftebiljet, door de gekozen formulering, bij verzoekers de indruk heeft kunnen wekken dat het altijd voordelig was om "zo snel mogelijk" een voorlopige aanslag aan te vragen. Feitelijk is het echter zo dat ingeval de voorlopige aanslag wordt opgelegd en dient te worden betaald binnen de zogenaamde rentevrijeperiode van acht maanden per saldo sprake kan zijn van een rentenadeel. Deze nuance ontbrak ten onrechte in de verstrekte informatie.

De Nationale ombudsman vindt de geconstateerde tekortkoming niet zo zwaar dat de Belastingdienst gehouden is om verzoekers een tegemoetkoming te verlenen.

De klacht is gegrond wegens schending van het vereiste van goede informatieverstrekking.

Instantie: Belastingdienst

Klacht:

informatie over en de vaststelling van de voorlopige aanslag in de erfbelasting heeft geleid tot extra (rente)kosten

Oordeel:

Gegrond