2015/007 Belastingdienst Groningen schiet tekort in afhandeling klacht over geweigerde aanpassing vennootschapsbelasting

Rapport

Verzoekster, een onderneming, klaagt er over dat de Belastingdienst haar verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag vennootschapsbelasting over 2012 heeft afgewezen. Verzoekster stelt dat in 2012 al duidelijk was dat zij een vordering niet zou kunnen innen en dat deze daarom als een voorziening ten laste van de winst had moeten worden opgenomen. De onderneming had de vordering niet op de balans over 2012 afgewaardeerd. Nu daarmee bij het opleggen van de aanslag over 2012 geen rekening was gehouden, was de aanslag te hoog en diende deze volgens verzoekster te worden verminderd.

De Nationale ombudsman oordeelt dat de Belastingdienst het verzoek op onjuiste gronden heeft afgewezen. De Nationale ombudsman wijst erop dat de winst van een onderneming moet worden vastgesteld volgens de (ongeschreven) regels van goed koopmansgebruik. Die regels bepalen dat met verliezen al rekening mag worden gehouden op het moment dat zij zich aftekenen. Door in dit geval (alleen) de datum van faillissement van de onderneming waar verzoekster een vordering op had als criterium te hanteren, heeft de Belastingdienst in zijn beslissing een onjuiste invulling gegeven aan het begrip goed koopmansgebruik en het verzoek met een onjuist argument afgewezen. De Belastingdienst handelde derhalve in strijd met het vereiste van een goede motivering. Overigens oordeelt de Nationale ombudsman verder dat dit oordeel niet betekent dat de Belastingdienst het verzoek om ambtshalve vermindering had behoren toe te kennen. Nu de aanslag over 2012 onherroepelijk vast stond, was het niet meer mogelijk om te kiezen voor een andere manier van waarderen van de vorderingen. De Nationale ombudsman overweegt dat verzoekster er bewust voor had gekozen de vorderingen op de balans van 2012 niet af te waarderen. Deze keuze was volgens de Nationale ombudsman niet in strijd met goed koopmansgebruik. Volgens de Nationale ombudsman kon verzoekster daarom niet in 2014 op een toen reeds vaststaande aanslag over 2012 terugkomen. Voorts oordeelt de Nationale ombudsman dat de Belastingdienst de beslissing om de klacht van verzoekster niet in behandeling te nemen, niet goed heeft gemotiveerd.

Instantie: Belastingdienst

Klacht:

verzoek van 11 februari 2014 om vermindering van de definitieve aanslag vennootschapsbelasting over het jaar 2012 afgewezen

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Belastingdienst

Klacht:

behandeling van verzoeksters klacht over de afwijzing

Oordeel:

Gegrond