2015/050 Onderzoek naar de behandeling van een klacht door de Stichting Autoriteit Financiële Markten

Rapport

Bevoegdheid Nationale ombudsman over de Stichting Autoriteit Financiële Markten
De Nationale ombudsman is niet bevoegd om een onderzoek in stellen naar de wijze waarop de Stichting Autoriteit Financiële Markten (hierna: AFM) haar werkzaamheden uitoefent die voortvloeien uit dan wel verband houden met haar taken en bevoegdheden ingevolge (onder meer) de Wet op het financieel toezicht. Wel kan de Nationale ombudsman een onderzoek instellen als het gaat om klachten over de AFM die bijvoorbeeld specifiek van procedurele aard zijn, zoals behandelingsduur of het niet reageren. Verder klachten die zien op de bejegening van burgers.

De klacht over het verzoek om rectificatie
Verzoeker klaagt er in de eerste plaats over dat de AFM zijn verzoek om rectificatie van de door de AFM afgegeven voornemens afwees. Verzoeker wees er met name op dat zijn verzoek er op gericht is dat hij weer een baan kan krijgen in de financiële wereld. De beide voornemens staan daar nu aan in de weg, aldus verzoeker.

De Nationale ombudsman toetst verzoekers klachten aan het vereiste van fatsoenlijke bejegening. De Nationale ombudsman is van oordeel dat de AFM bij de behandeling van deze klacht door tweemaal persoonlijk het gesprek aan te gaan, onder meer eenmaal in aanwezigheid van een bestuurslid van de AFM, heeft aangetoond oog te hebben voor persoonlijk contact. Er is meermalen schriftelijk gereageerd op verzoekers verzoek tot rectificatie. De AFM is ook ingegaan op de belangen van verzoeker te weten waar hij aan toe is als hij een nieuwe functie vindt waarvoor toetsing nodig is. De Nationale ombudsman is derhalve van oordeel dat de klacht niet gegrond is.

De klacht over de stille curator
In de tweede plaats klaagt verzoeker over de reactie van de AFM op zijn klacht over het gedrag van de door de AFM aangestelde stille curator, namelijk het dreigen met het intrekken van de vergunning van de onderneming.

De Nationale ombudsman is van oordeel dat uit de e-mails van de curator niet expliciet is gebleken van dreigen met het intrekken van de vergunning. Ook anderszins is dat niet uit het onderzoek van de Nationale ombudsman gebleken.

Vaststaat dat verzoeker wist van het voornemen om hemzelf heen te zenden als bestuurder. Het stond verzoeker vrij zich niet terug te trekken en te wachten op intrekking van de vergunning van de onderneming door de AFM, welke beslissing aan de rechter kon worden voorgelegd. De Nationale ombudsman constateert dat de druk door de curator werd opgevoerd om verzoeker een beslissing te laten nemen over zijn positie bij de onderneming maar dat van dreiging geen sprake was. De Nationale ombudsman acht deze klacht eveneens niet gegrond.

Instantie: Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM)

Klacht:

klacht over wijze van afhandeling verzoek tot rectificatie & klacht overde stille curator

Oordeel:

Niet gegrond