2013/097: Politie handelt onzorgvuldig door AMK-zorgmelding naar BJZ te sturen

Rapport

Verzoekers vrouw kreeg na het lezen van e-mailcorrespondentie tussen een haar bekende man en haar zoon het vermoeden dat haar zoon in ruil voor geld seksuele handelingen met die man had verricht. Verzoekers vrouw ging daarop met haar echtgenoot naar het politiebureau dat gesloten bleek te zijn. Thuisgekomen belde verzoeker met de politie. Terwijl haar echtgenoot de politie aan de lijn had, besloot verzoekers vrouw om met haar zoon en de buurman direct naar de woning van de man te gaan om verhaal bij hem te halen. Toen verzoekers vrouw met de betreffende man de confrontatie aanging, werd ze door die man zodanig mishandeld dat zij het bewustzijn verloor. Verzoeker werd hierover telefonisch ingelicht door zijn andere zoon die het had zien gebeuren. Verzoeker ging direct in hevig geëmotioneerde toestand met zijn twee andere minderjarige kinderen naar de woning van de man die zijn vrouw bewusteloos had geslagen.

Verzoeker klaagde erover dat een politieambtenaar van de regionale politie-eenheid Noord-Holland onzorgvuldig had gehandeld door een 'AMK' zorgmelding, die betrekking had op zijn gezin, naar het Bureau Jeugdzorg Noord-Holland te sturen.

Tijdens het interne klachtonderzoek van de politie werd vastgesteld dat de betrokken politieambtenaar na het (automatisch) aanmaken van de zorgmelding, kennelijk nog niet helemaal zeker was of de melding wel moest worden doorgestuurd naar het Bureau Jeugdzorg. Die onzekerheid werd wellicht ingegeven door de omstandigheid dat er in het geval van verzoekers geen sprake was van huiselijk geweld waarvoor altijd een zorgmelding moet worden aangemaakt. In het geval van verzoekers was er sprake van een situatie waarin twee minderjarige kinderen mogelijk getuige waren geweest van geweld. Er was op dat moment geen interne richtlijn die antwoord kon geven op de vraag of er in een dergelijke situatie ook een zorgmelding moest worden aangemaakt en of die melding vervolgens naar het Bureau Jeugdzorg diende te worden doorgestuurd. Door een interne communicatiestoornis werd de melding toch, zonder dat er overleg tussen de 'meldende' politieambtenaar en een jeugd coördinator had plaatsgevonden, door een andere jeugdcoördinator naar het Bureau Jeugdzorg gestuurd.

De Nationale ombudsman was van oordeel dat de politie had gehandeld in strijd met het vereiste van goede voorbereiding en achtte de klacht gegrond.

Instantie: Politiechef van regionale eenheid Noord-Holland

Klacht:

onzorgvuldig gehandeld door op 2 juni 2012 een AMK zorgmelding, die betrekking had op zijn gezin, naar het Bureau Jeugdzorg Noord-Holland te sturen

Oordeel:

Gegrond