2012/169: Man klaagt over meename politiebureau doordat hij zich niet kon identificeren

Rapport

Naar aanleiding van een aanrijding met letsel was een trauma helikopter opgeroepen. In verband daarmee werd door de politie middels 'politielinten' een omgeving afgesloten met het doel een veilige werkplek te creëren. Verzoeker was op weg naar een moskee die zich verderop bevond en maakte aanstalten om over de plek die was afgezet heen te lopen. Verzoeker werd aangesproken door politieambtenaar S. die eerst in de Nederlandse taal en later in het Engels aan verzoeker duidelijk maakte dat hij niet mocht doorlopen. Korte tijd later zag politieambtenaar S. dat verzoeker toch onder het lint door was gegaan en over de plek van de afzetting liep. Politieambtenaar S. hield verzoeker vervolgens staande en gaf aan verzoeker te kennen dat hij een bekeuring kreeg voor het overtreden van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). In dat kader werd verzoeker duidelijk gemaakt dat hij zich diende te identificeren. Omdat verzoeker zich niet identificeerde, werd verzoeker aangehouden en meegenomen naar het politiebureau teneinde op die locatie onderzoek te kunnen doen naar de identiteit van verzoeker.

Verzoeker klaagde erover dat een politieambtenaar van het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland hem had meegenomen naar het politiebureau omdat verzoeker zich niet op straat zou hebben kunnen identificeren.

Hoewel de verklaringen van verzoeker en diens getuigen enerzijds en de verklaringen van twee politieambtenaren anderzijds ver uiteen liepen, kende de Nationale ombudsman uiteindelijk een zwaarder gewicht toe aan de verklaringen van de politieambtenaren omdat deze consistent en concreet waren. Daarnaast viel naar het oordeel van de Nationale ombudsman nietin te zien waarom de politieambtenaren zich in de gegeven situatie veel onnodig werk op de hals zouden hebben gehaald door verzoeker mee te nemen naar het politiebureau, als diens identiteit, weliswaar te elfder ure, toch alsnog op straat was vastgesteld. De Nationale ombudsman was op grond hiervan van oordeel dat het vereiste van integriteit niet was geschonden en achtte de klacht niet gegrond.

Instantie: Regiopolitie Amsterdam-Amstelland

Klacht:

verzoeker op 12 mei 2010 meegenomen naar het politiebureau omdat hij zich niet op straat zou hebben kunnen identificeren.

Oordeel:

Niet gegrond