Toen verzoekers vader overleed, liet hij drie wapens na. Verzoeker gaf deze in 2006 tijdelijk in bewaring bij de politie. In 2009 kreeg verzoeker te horen dat een van de wapens was zoekgeraakt. Verzoeker kreeg schadevergoeding van de politie, maar dit bedrag stortte hij terug. Hij vond het belangrijker om te weten hoe het mogelijk was dat een van de wapens was zoekgeraakt.
Binnen het korps werd een intern onderzoek ingesteld naar de wijze waarop enkele betrokken ambtenaren hun werk met betrekking tot in bewaring gegeven wapens hebben verricht. Hierbij werd ook het zoekgeraakte wapen van verzoeker betrokken. Uit het onderzoek kwam geen duidelijkheid over waar het wapen is gebleven en hoe het is kwijtgeraakt.
Verzoeker wendde zich vervolgens tot de Nationale ombudsman. Hij had het idee dat een van de politieambtenaren er meer van wist en bij de vermissing van het wapen was betrokken. Helaas kon ook de Nationale ombudsman niet boven water krijgen wat er met het wapen is gebeurd.
Het feit dat de wapens zeer waarschijnlijk bij elkaar hebben gelegen en dat een ervan is verdwenen, maakt het minder aannemelijk dat het wapen is vernietigd. Dan zouden ze alle drie moeten zijn vernietigd. Het voedt het vermoeden van verzoeker dat het wapen is verduisterd of gestolen. Echter, hiervoor zijn in het onderzoek geen concrete aanwijzingen gevonden.
De Nationale ombudsman vindt het een kwalijke zaak dat een wapen dat bij de politie in bewaring is gegeven, kan zoekraken. Niet alleen voor de betrokkene zelf, maar ook vanuit het maatschappelijk oogpunt bezien, is het kwijtraken van een wapen zeer onwenselijk. De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de overheid zijn organisatie en administratie zo heeft ingericht dat zaken die de burger in goed vertrouwen aan deze overheidsinstantie afgeeft, niet in het ongerede raken. Dit geldt in het bijzonder als het om wapens gaat. Daarom heeft de Nationale ombudsman er met instemming van kennisgenomen dat de werkwijze met betrekking tot het in bewaring geven van wapens is aangescherpt.
De Nationale ombudsman toetste aan het vereiste van goede organisatie en achtte de klacht gegrond.
