2012/038: Gemeente past geen ambtshalve vermindering WOZ-aanslag toe ondanks uitspraak rechter

Rapport

Verzoeker is eigenaar van een in 2003 gebouwde bungalow met berging, op een perceel grond dat hoofdzakelijk in gebruik is voor zijn tuinbouwbedrijf. Jaar op jaar is verzoeker een WOZ-aanslag opgelegd, op basis van een waardebeschikking waartegen hi] in bijna alle gevallen een bezwaarschrift indiende, en voor de jaren 2007 en 2010 ook beroep instelde bij de belastingrechter.Voor het belastingjaar 2009 diende verzoeker geen bezwaarschrift in, omdat de heffingsambtenaar van de gemeente Elburg hem had meegedeeld dat indien de rechtbank hem voor wat betreft de aanslag voor 2007 in het gelijk zou stellen, de waarde voor het jaar 2008 zou worden aangepast.Verzoeker stelde erop te vertrouwen dat de uitspraak van de rechter zou worden gerespecteerd en eventueel dan ambtshalve zou worden toegepast.Pas daarna, op 13 juli 2010 stelde in hoger beroep het Gerechtshof de waarde van de zaak voor 2007 vast. Op 25 mei 2011 deed de rechtbank uitspraak over de aanslag voor het jaar 2010. Verzoeker diende een verzoek om ambtshalve vermindering in voor de aanslagen over 2008, 2009 en 2011. De heffingsambtenaar wees die verzoeken af omdat de desbetreffende aanslagen zijn gebaseerd op een waarde volgens de door de rechter als juist geoordeelde waarderingsmethode, en de respectievelijke waarden zijn vastgesteld op basis van actuele verkoopprijzen van vergelijkbare woningen.

Verzoeker klaagt erover dat de gemeente Elburg is voorbijgegaan aan de uitspraak van de rechter door hem geen ambtshalve vermindering te verlenen.De Nationale ombudsman overwoog onder meer dat de heffingsambtenaar niet in zijn standpunt kon worden gevolgd omdat bij herhaling in beroep is komen vast te staan dat de waarde van verzoekers pand beduidend lager diende te zijn dan door de heffingsambtenaar was vastgesteld. De heffingsambtenaar stelde dat de in beroep door de rechtbank vastgestelde waarde niet van betekenis kon zijn voor andere jaren, maar hij is tegen die uitspraak niet in hoger beroep gekomen. Ook verzoeker heeft geen gebruik gemaakt van zijn processuele mogelijkheden, maar dat kan hem gezien de omstandigheden niet worden tegengeworpen. Volgens het Uitvoeringsbesluit WOZ wordt ambtshalve vermindering verleend als achteraf is komen vast te staan dat de waarde te hoog is vastgesteld. Het was dan ook niet meer dan redelijk geweest dan dat de heffingsambtenaar een ambtshalve vermindering had verleend en daarbij aan te sluiten bij het door de rechter vastgestelde waarde gegeven. Dat is niet gebeurd.

De Nationale ombudsman oordeelde dat de gedraging niet behoorlijk is, wegens strijd met het redelijkheidsvereiste.Aan het rapport is de aanbeveling aan de gemeente verbonden om de beslissingen op de gevraagde ambtshalve vermindering te herzien, en een nieuwe beslissing te nemen die aansluit bij het door de rechtbank vastgestelde waardegegeven.

Instantie: Gemeente Elburg

Klacht:

voorbijgegaan aan de strekking van de uitspraak van de belastingrechter met betrekking tot de WOZ-waarde van zijn pand voor de jaren 2007 en 2010 door hem geen ambtshalve vermindering te verlenen van de WOZ-aanslagen voor 2008, 2009 en 2011

Oordeel:

Gegrond