2011/260: Vader klaagt dat CA onvoldoende heeft geholpen in omgangsregeling met zijn in Duitsland wonende zoon

Rapport

Verzoekers zoontje woont bij zijn moeder in Duitsland. Er zijn nogal wat problemen met de totstandkoming en de uitvoering van de omgangsregeling. Verzoeker roept de hulp in van de Centrale autoriteit, die onder omstandigheden behulpzaam kan zijn. Omdat verzoeker ervoor kiest om de door hem zelf al ingezette procedure bij de Duitse rechter voort te zetten, kan de CA weinig voor hem betekenen. Als er in hoger beroep een uitspraak is, sluit de CA het dossier. De CA blijft overigens verzoeker op diens herhaalde verzoeken behulpzaam bij het vertalen van stukken en zo meer, maar voor wat betreft de inhoud en uitvoering van de omgangsregeling kan de CA niets voor verzoeker betekenen.

Verzoeker vindt dat de CA onvoldoende heeft ondernomen om hem zijn omgangsrechten te kunnen laten uitvoeren.

De CA had weinig mogelijkheden om iets wezenlijks voor verzoeker te doen, maar heeft zich wel iedere keer dat hij zich tot de CA wendde ingespannen om hem te ondersteunen, onder meer door de CA in Duitsland aan te schrijven en het vertalen van stukken.

Het vereiste van correcte bejegening

Verzoekers klacht over de lange duur van de klachtbehandeling is gegrond wegens schending van het vereiste van voortvarendheid.

Instantie: Centrale autoriteit

Klacht:

onvoldoende ondernomen om verzoeker zijn internationale omgangsrechten ten aanzien van zijn zoon in Duitsland te kunnen laten uitvoeren

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Centrale autoriteit

Klacht:

klacht van 19 februari 2010 pas op 1 oktober 2010 beoordeeld

Oordeel:

Gegrond