2011/106: Klacht over behandeling bezwaarschrift en klacht door gemeente Leiden

Rapport

Verzoeker klaagde over de wijze waarop de Commissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften van de gemeente Leiden zijn bezwaarschrift en klacht behandelde. Met name klaagde hij erover dat de Commissie:

hem in het kader van de bezwaarprocedure niet in de gelegenheid had gesteld om te worden gehoord;

zowel zijn bezwaarschrift als zijn klacht over de behandeling daarvan behandelde en;

hem tijdens de klachtprocedure meedeelde dat de nadere onderbouwing van verzoekers bezwaarschrift niet tot een ander advies zou hebben geleid.

Ad 1) Naar het oordeel van de Nationale ombudsman schond de Commissie het vereiste van hoor en wederhoor door verzoeker niet in de gelegenheid te stellen om te worden gehoord. Verzoeker gaf in zijn bezwaarschrift aan dat hij ervan uit ging dat de gang van zaken bij de Commissie zou worden besproken. Het enkele feit dat verzoeker had nagelaten zijn standpunt in het bezwaarschrift nader te onderbouwen, was geen reden om het horen achterwege te laten. De Commissie liet verzoeker bovendien in de ontvangstbevestiging weten dat hij in de gelegenheid zou worden gesteld om zijn bezwaarschrift mondeling toe te lichten en dat hij hiervoor nog een uitnodiging zou ontvangen.

Ad 2) Ook was de Nationale ombudsman van oordeel dat de eerste voorzitter van de Commissie het verbod van vooringenomenheid schond door zowel verzoekers bezwaarschrift als zijn klacht over de behandeling van dit bezwaarschrift te behandelen. Ongeacht het bepaalde in artikel 9:7, tweede lid, van de Awb, was het zorgvuldiger geweest om verzoekers klacht door een andere (plaatsvervangend) voorzitter te laten behandelen die in het geheel niet betrokken was bij de gedraging waarover verzoeker klaagde. Daarbij achtte de Nationale ombudsman van belang dat het hier niet ging om een zodanig kleine adviescommissie dat de klacht niet door een andere voorzitter kon worden behandeld.

Ad 3) Voorts schond de Commissie naar het oordeel van de Nationale ombudsman het vereiste van correcte bejegening. De Commissie liet verzoeker namelijk tijdens de klachtprocedure weten dat de nadere onderbouwing, die hij later tijdens de hoorzitting in het kader van de klachtprocedure gaf, niet zou hebben geleid tot een ander advies voor wat betreft de bezwaarprocedure. Deze opmerking vond de Nationale ombudsman niet gepast. Hij kon zich voorstellen dat die op verzoeker als onverschillig overkwam.

Instantie: Gemeente Leiden (Commissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften)

Klacht:

in het kader van de bezwaarprocedure niet in de gelegenheid gesteld om te worden gehoord

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Gemeente Leiden (Commissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften)

Klacht:

zowel bezwaarschrift als klacht over behandeling daarvan behandeld

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Gemeente Leiden (Commissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften)

Klacht:

tijdens klachtprocedure meegedeeld dat nadere onderbouwing van bezwaarschrift niet tot een ander advies zou hebben geleid

Oordeel:

Gegrond