2010/036

Rapport

In de binnenstad van Doetinchem vond tussen supporters van een voetbalclub en uitgaanspubliek een vechtpartij plaats. Politieambtenaar S. constateerde dat verzoeker met een witte broekriem met een metalen gesp iemand tweemaal hard tegen diens lichaam sloeg en besloot hem op verdenking van openlijke geweldpleging aan te houden. Verzoeker rende samen met andere personen hard weg. Politieambtenaar S. riep naar politieambtenaar B. dat verzoeker was aangehouden en zich daaraan onttrok. Politieambtenaar B. ging daarop samen met zijn diensthond achter de groep aan. Politieambtenaar B. riep verzoeker drie maal aan met de woorden: "Man met blauw shirt, staan blijven of de hond wordt ingezet." Politieambtenaar B. zag dat verzoeker geen gehoor gaf aan deze waarschuwing en in zijn eentje een naamloze steeg in holde en daarbij een aantal fietsen omgooide. Politieambtenaar B. sommeerde verzoeker nogmaals te blijven staan en dat anders de politiesurveillancehond (hierna surveillancehond) zou worden ingezet. Verzoeker gaf ook aan deze waarschuwing geen gehoor. Politieambtenaar B. zag dat zich verder geen personen in het steegje bevonden en gaf daarop zijn surveillancehond de opdracht om verzoeker te stellen, d.w.z. tot stoppen te brengen door (zo nodig) te bijten. Korte tijd later hoorde politieambtenaar B. iemand schreeuwen hetgeen verzoeker bleek te zijn. Verzoeker bleek door de diensthond in zijn rechterarm en rechterbeen te zijn gebeten. Politieambtenaar B. hield verzoeker vervolgens aan.

Verzoeker klaagde erover dat Politieambtenaar B. disproportioneel geweld tegen hem had gebruikt door zijn surveillancehond, middels het commando "stellen", opdracht te geven om hem in een doodlopende steeg aan te houden.

De Nationale ombudsman oordeelde dat de beslissing van politieambtenaar B om zijn surveillancehond met een bijtopdracht in te zetten, niet voldeed aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit. Politieambtenaar B. had hiermee de lichamelijke integriteit van verzoeker niet gerespecteerd. De Nationale ombudsman achtte de gedraging daarom niet behoorlijk.

Instantie: Regiopolitie Noord- en Oost-Gelderland

Klacht:

Disproportioneel geweld gebruikt door surveillancehond opdracht te geven om verzoeker in een doodlopende steeg aan te houden.

Oordeel:

Gegrond