2009/222

Rapport

Een examenkandidaat heeft zich onder de naam van verzoeker bij het CBR in Utrecht ingeschreven voor een theorie-examen en daarbij een identificatiebewijs overgelegd. De examenkandidaat heeft het theorie-examen succesvol afgelegd, maar verzoeker heeft geen theoriecertificaat ontvangen van het CBR. Dit omdat de medewerkers van het CBR vermoedden dat verzoeker geen theorie-examen had gedaan, maar een zogenaamde lookalike dit voor hem gedaan had.

Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (het CBR) hem op 30 juni 2008 geen theoriecertificaat heeft verstrekt.

Het CBR heeft aan verzoeker geen theoriecertificaat afgegeven, omdat het CBR van mening was dat verzoeker geen theorie-examen heeft afgelegd, maar een zogenaamde lookalike dit voor hem heeft gedaan. Omdat er een vermoeden bestond van identiteitsfraude, heeft het CBR een melding van identiteitsfraude bij de politie gedaan. De politie is naar het CBR gekomen, maar moest - voordat de melding was afgehandeld - vertrekken, in verband met een spoedmelding. Er is door het CBR vervolgens geen aangifte bij de politie gedaan van identiteitsfraude. In de interne procedure van het CBR staat beschreven dat de politie in kennis moet worden gesteld van het vermoeden van identiteitsfraude en dat door de medewerkers een aangifteformulier moet worden ingevuld.

Nu door het CBR geen aangifte is gedaan, kon verzoeker geen gebruik maken van zijn recht om zich te verweren tegen het vermoeden van identiteitsfraude.

Aangezien er twijfel blijft bestaan over de identiteit van degene die theorie-examen heeft gedaan en gelet op het grote belang van de verkeersveiligheid dat degene die een rijbewijs zal verkrijgen zowel voor het theorie-examen als voor het praktijkexamen geslaagd dient te zijn, moet verzoeker alsnog theorie-examen doen om een theoriecertificaat te verkrijgen.

Fair play: de klacht over de onderzochte gedraging van het CBR is - voor zover het de handelwijze van het CBR betreft door aan de kandidaat mee te delen dat hij kon vertrekken en door geen aangifte te doen bij de politie - gegrond

Het CBR wordt aanbevolen om conform zijn interne procedure in alle gevallen aangifte te doen van identiteitsfraude, bij een vermoeden daarvan bij een (theorie-)examen.

Instantie: Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen

Klacht:

Geen theoriecertificaat verstrekt.

Oordeel:

Gegrond