2007/187

Rapport

Verzoeker had een auto gekocht die achteraf omgekat bleek te zijn. De auto was in beslag genomen door de politie in opdracht van een ander politiekorps. De auto ging anderhalf jaar later naar de verzekeringsmaatschappij van de eigenaar van wie de auto was gestolen.

Verzoeker klaagde erover dat de politie onvoldoende actie had ondernomen om te voorkomen dat de omgekatte auto te koop werd aangeboden. Na de melding dat een gestolen rijbewijs was gebruikt om de omgekatte auto te verkopen, had de politie direct onderzoek moeten doen. Dan was zij er bijtijds achter gekomen dat er sprake was van een omgekatte auto en had het kenteken geblokkeerd kunnen worden. De Nationale ombudsman vond het, nu de politieambtenaar de dag na de melding al was overgegaan tot onderzoek en daaruit niet direct was gebleken dat er sprake was van een omgekatte auto, niet onredelijk dat hij niet direct was overge­gaan tot een uitgebreider onderzoek. Bovendien kon niet van de politie worden verwacht dat zij bij het bepalen van de prioritering rekening houdt met allerlei toevalsfactoren, zoals in dit geval het feit dat verzoeker de auto twee dagen voor het vervolgonderzoek had gekocht. De politie had conform het redelijkheidsvereiste gehandeld.

Tevens klaagde verzoeker erover dat hij van het andere politiekorps zo weinig informatie ontving over de afhandeling van de inbeslagneming en de teruggave van de auto aan de verzekeringsmaatschap­pij, terwijl dit wettelijk wel had gemoeten. De meeste informatie die hij had vergaard, was op eigen ini­tiatief verkregen. De Nationale ombudsman achtte het begrijpelijk dat de politieambtenaren verzoeker weinig tot geen informatie konden geven over de stand van zaken, omdat bij hen ook nadere informa­tie ontbrak. Het onderzoek werd volgens hen uitgevoerd door het andere korps (terwijl dat korps ervan uitging dat dit korps de zaak afhandelde). De Nationale ombudsman vond dat iemand zich tot het andere korps had moeten wenden met het dringende verzoek de afwikkeling van de zaak op zich te nemen en verzoeker van alle belangrijke stappen op de hoogte te stellen. De politie had niet conform het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking gehandeld.

- het niet reageren op verzoeken om schadevergoeding door beide korpsen en de klachtbehandeling

Instantie: Regiopolitie Rotterdam-Rijnmond

Klacht:

Onvoldoende actie ondernomen om te voorkomen dat voertuig met vals kenteken te koop werd aangeboden.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Beheerder regiopolitie Rotterdam-Rijnmond

Klacht:

Niet gereageerd op verzoek om schadevergoeding; klacht niet binnen de wettelijke termijn van tien weken behandeld.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Regiopolitie Haaglanden

Klacht:

Niet of onvoldoende op de hoogte gehouden omtrent stand van zaken rondom in beslag genomen voertuig.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Beheerder regiopolitie Haaglanden

Klacht:

Niet gereageerd op verzoek om schadevergoeding.

Oordeel:

Gegrond