2007/304

Rapport

De politie hield verzoeker op 11 januari 2007 aan wegens verdenking van stalking.

Verzoeker klaagde erover dat politieambtenaar L. hem na zijn aanhouding op dreigende toon meedeelde dat hij het aan zichzelf te danken had dat hij was aangehouden.

De Nationale ombudsman overwoog dat de politieambtenaar verzoeker, ongeacht eventuele afspraken, voldoende gelegen­heid had gegeven om telefonisch contact op te nemen met de politie in Zwolle om zo een aanhouding te voorkomen. Een verzoek van de politie is immers niet vrijblijvend, en dient zo spoedig mogelijk te worden opgevolgd. De opmerking van L. was dan ook niet onjuist en wordt op zich niet als onheus of onfatsoenlijk gezien.

Desalniettemin oordeelde de ombudsman dat de opmerking van L. op dat moment niet nodig was, en escalerend had gewerkt. Contact tussen L. en verzoeker was op het politiebureau immers niet noodzakelijk, omdat verzoeker slechts op het bureau verbleef in afwachting van transport naar Zwolle. Het was niet juist dat L. verzoeker desondanks in zijn cel opzocht en hem al dan niet emotioneel of dreigend meedeelde dat hij de aanhouding aan zichzelf te danken had.

De politie handelde hiermee in strijd met het vereiste van professionaliteit. De ombudsman achtte de onderzochte gedraging niet behoorlijk.

- Klachtbehandeling

- Motivering oordeel over klacht

- Onafhankelijkheid klachtencommissie

Instantie: Regiopolitie Utrecht

Klacht:

Verzoeker na zijn aanhouding op dreigende toon meegedeeld dat hij het aan zichzelf te danken had dat hij was aangehouden.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Beheerder regiopolitie Utrecht

Klacht:

Pas op 9 januari 2007 geoordeeld over klacht van 14 maart 2006; advies van de klachtencommissie over vervoer zonder autogordel niet overgenomen.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Beheerder regiopolitie Utrecht

Klacht:

Klachtencommissie niet samengesteld uit onafhankelijke leden.

Oordeel:

Niet gegrond