2007/085

Rapport

Verzoekster ging om met K., die wel eens van huis wegliep en dan bij haar verbleef. Verzoekster kreeg bezoek van de politie die K. verzocht om met hen mee te gaan. Hierna ging verzoekster naar het politiebureau om haar beklag te doen over de wijze waarop zij door de politie was bejegend. Zij deed hierbij aangifte van vernieling (van haar deur) door politieambtenaar D. D. hield verzoekster hierop aan wegens het doen van een valse aangifte.

Verzoekster klaagde over de wijze waarop D. haar heeft bejegend. Zij klaagt er met name over dat D. tegen de deur van haar woning had getrapt, en haar vervolgens aanhield wegens het doen van een valse aangifte van vernieling (van haar deur) tegen hem.

De No overwoog dat niet aannemelijk was dat D. daadwerkelijk tegen de deur had getrapt. Wel kon het zo zijn dat het bonzen op de deur agressief was overgekomen. Deze gedraging was echter niet af te keuren nu er een melding was dat een persoon ongewild in de woning werd opgehouden en verzoekster na het aanbellen niet opendeed.

Er was gehandeld conform het vereiste van evenredigheid.

Voorts overwoog de No dat was gebleken dat de politieambtenaar die verzoekster had aangehouden, dezelfde ambtenaar was tegen wie verzoekster de aangifte had gedaan. Door de aanhouding op deze wijze te laten plaatsvinden, had de politie op zijn minst de schijn van partijdigheid opgewekt.

Er werd gehandeld in strijd met het verbod van vooringenomenheid.

Instantie: Regiopolitie Gelderland Midden

Klacht:

Verzoekster aangehouden wegens het doen van valse aangifte van vernieling van haar deur door politieambtenaar.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Regiopolitie Gelderland Midden

Klacht:

Agressief tegen verzoekster opgesteld door tegen deur van haar woning te trappen.

Oordeel:

Niet gegrond