2004/155

Rapport

Verzoekster klaagt erover dat de raadscommissie Sport en Sportieve recreatie van de gemeente Weert:

haar beslissing tot vaststelling van de roosters van de gemeentelijke binnensportaccommodaties voor het seizoen 2001-2002 onvoldoende zorgvuldig heeft voorbereid;

bovengenoemde beslissing mede heeft gebaseerd op grond van (concept)roosters, opgesteld en uitgewerkt door een ambtenaar van de gemeente Weert die tevens een functie vervult bij een van de sportverenigingen die van bovengenoemde accommodaties gebruik maken.

Beoordeling

I. Algemeen

1. Verzoekster is een amateurvolleybalvereniging waarvan een aantal teams tot aan het seizoen 2001-2002 reeds een groot aantal jaren trainde op maandagavond in Sporthal Boshoven te Weert.

2. Op 10 januari 2001 had in de gemeente Weert een zogenoemd topsportoverleg plaats tussen de gemeente en vertegenwoordigers van de twee in de gemeente actieve topsportverenigingen (Vanilla VC en Vanilla BSW). Ten aanzien van de verdeling van uren over de vaste gebruikers van de gemeentelijke binnensportaccommodaties werd namens de Vanilla VC de wens geuit dat de nieuwe gemeentelijke criteria waarbij topsport een hogere prioriteit had gekregen scherper zouden worden toegepast. Dit betekende volgens de Vanilla VC dat gebruikers met historische rechten op sommige tijdstippen moesten uitwijken om voor het dames 1 team in Sporthal Boshoven training mogelijk te maken. Namens beide topsportverenigingen werd tevens de wens geuit dat de gemeente uitvoering zou gaan geven aan het beleid, zoals neergelegd in de in 1997 vastgestelde Notitie Topsport van de gemeente. In deze notitie wordt gesteld dat door de aanbieder van sportaccommodaties (meer) voorrang zal worden verleend aan de topsport (zie Achtergrond, onder 5).

3. Bij brief van 9 april 2001 deed de commissie Sport en Sportieve recreatie van de gemeente Weert (hierna: de commissie SSR), aan welke commissie bij verordening de bevoegdheid tot het vaststellen van de roosters van de gemeentelijke binnensportaccommodaties was toegekend, de vaste gebruikers van de gemeentelijke binnensportaccommodaties, waaronder verzoekster, in verband met de planning van het gebruik van genoemde accommodaties aanvraagformulieren toekomen voor het seizoen 2001-2002. De commissie SSR verzocht de formulieren ingevuld te retourneren voor 20 april 2001. In de brief deelde de commissie SSR verder mee dat knelpunten bij de verdeling zouden worden gepresenteerd tijdens de jaarlijkse bijeenkomst voor de binnensportverenigingen op 8 mei 2001, tijdens welke bijeenkomst iedere aanwezige vereniging haar reactie kon geven op de verdeling en de knelpunten. Verder deelde de commissie SSR mee dat besluitvorming over de knelpunten zou plaatsvinden in de vergadering van de commissie SSR van 14 juni 2001, waarna de seizoenswijzigingen naar de betreffende vereniging gezonden zouden worden.

4. In de op bovenbedoelde bijeenkomst op 8 mei 2001, waarbij verzoekster niet aanwezig was, gepresenteerde concept-roosters was het gebruik van Sporthal Boshoven door de topsportverenigingen nog niet opgenomen. Tijdens de bijeenkomst werd aangegeven dat de inplanning van topsport nog moest plaatsvinden.

5. Vervolgens werd door de gemeente een drietal concept roosters uitgewerkt, waarin bij twee van deze roosters deels gehoor werd gegeven aan het verzoek van de twee topsportverenigingen om (meer) trainingen in te passen in Sporthal Boshoven op doordeweekse dagen. De drie opties werden met een begeleidende brief aan de betrokken verenigingen gezonden op 29 mei 2003, onder uitnodiging van de verenigingen voor een overleg op 5 juni 2001.

6. De bespreking op 5 juni 2001 had plaats onder voorzitterschap van de heer X van de gemeente Weert. Naast vertegenwoordigers van de topsportverenigingen waren ook vertegenwoordigers van verzoekster aanwezig. Doel van de bespreking was om de drie opties nader uit te leggen en om de mogelijke consequenties en de reacties van de verenigingen in kaart te brengen. Ten aanzien van een van de opties (optie 1), waarbij het totale gebruik door verzoekster op maandagavond van Sporthal Boshoven zou worden verplaatst naar sporthal Leuken, merkte verzoekster op dat het merendeel van haar leden woont in Wijk Boshoven. Bovenbedoelde verplaatsing naar sporthal Leuken zou volgens verzoekster betekenen dat de jeugdleden naar sporthal Leuken moesten gaan, hetgeen zij gezien de afstand tot de Wijk Boshoven niet zelfstandig zouden kunnen, met een mogelijk aanzienlijk ledenverlies tot gevolg. De heer X merkte onder meer op dat een sporthal geen wijkvoorziening is.

Op 8 juni 2001 werd in een advies aan de commissie SSR, opgesteld door de heer X, geadviseerd tot bovenbeschreven optie 1. Op 14 juni 2001 besloot de commissie SSR om besluitvorming over dit onderwerp te verschuiven naar een extra vergadering op 21 juni 2001.

7. Bij brief van 19 juni 2001 nodigde de commissie SSR de betrokken verenigingen uit voor de vergadering van 21 juni 2001, tijdens welke een nieuwe optie zou worden besproken, welke optie was voortgekomen uit een overleg tussen de gemeente en beide topsportverenigingen. Bij deze optie kon de jeugd van verzoekster blijven trainen in Sporthal Boshoven, maar moesten de senioren verhuizen naar sporthal Leuken. Tijdens de vergadering ging de commissie SSR in principe akkoord met de voorgestelde optie en het daarbij behorende gebruiksrooster 2001-2002, maar stelde zij dat de mogelijkheid nog moest worden bekeken of verzoekster op de dinsdagavond in sporthal Leuken terecht kon. Nadat een correspondentie had plaatsgehad tussen verzoekster en de gemeente en verzoekster had meegedeeld dat zij niet op een andere avond dan de maandagavond van sporthal Leuken gebruik kon maken, omdat te veel leden van verzoekster op vakantie waren om deze mogelijkheid nog te onderzoeken, besloot de commissie op de vergadering van 30 augustus 2001 om het gebruiksrooster 2001-2002, zoals vastgesteld in de vergadering van 21 juni 2001, te handhaven.

II. Ten aanzien van de voorbereiding van de beslissing tot de vaststelling van de roosters van de gemeentelijke binnensportaccommodaties voor het seizoen 2001-2002

1. Verzoekster klaagt erover dat de raadscommissie SSR van de gemeente haar beslissing tot vaststelling van de roosters van de gemeentelijke binnensportaccommodaties voor het seizoen 2001-2002 onvoldoende zorgvuldig heeft voorbereid.

2. In reactie op de klacht deelde het college onder meer het volgende mee. Het college wees er op dat de raad van de gemeente in 1997 de Notitie Topsport gemeente Weert heeft vastgesteld, in welke notitie wordt gesteld dat door de aanbieder van sportaccommodaties (meer) voorrang zal worden verleend aan de topsport. Begin 2001 is volgens het college door beide topsportverenigingen in het reguliere topsportoverleg gevraagd wanneer uitvoering aan dit beleid zou plaatsvinden. Voor het seizoen 2001-2002 is uitvoering gegeven aan het door de raad vastgestelde topsportbeleid. Verder stelde het college dat de procedure tot vaststelling van de roosters en het bijbehorende tijdpad verzoekster reeds bekend waren op 9 april 2001 en dat zij pas op 17 juni 2001 voor de eerste maal aangaf dat het tijdsbestek te kort was. De door verzoekster aangedragen alternatieven zijn wel degelijk onderzocht en op de voorgestelde opties is door de gemeente gereageerd, zo stelde het college. De doorlopen procedure heeft volgens het college binnen de beschikbare termijn plaatsgevonden. In de loop der jaren is de aanvang van deze termijn steeds verder vervroegd. Het verder vervroegen van de termijn achtte het college niet mogelijk, omdat de meeste verenigingen niet in staat zouden zijn om eerder hun wensen voor het volgende seizoen kenbaar te maken.

3. Verzoekster stelde dat een sportvereniging afhankelijk van de voorgestelde wijzigingen in de sportroosters meer of minder tijd nodig heeft om hierop te kunnen reageren. Volgens verzoekster heeft zij in dit geval te weinig tijd gekregen om op de voorstellen te reageren.

4. Het college stelde dat tijdens de bespreking van 8 mei 2001, waarbij verzoekster verstek liet gaat, was aangegeven dat naar aanleiding van het raadsbesluit om topclubs te faciliteren duidelijke veranderingen in de roosters zouden plaatsvinden. Het college verwees hierbij naar het gespreksverslag van deze bespreking. Aan het verzoek van de Nationale ombudsman om een kopie van dit verslag bleek het college niet te kunnen voldoen, omdat het college dit verslag niet kon achterhalen. Verder stelde het college dat zich ieder seizoen knelpunten voordoen en dat het feit dat bij de planning van het seizoen 2001-2002 topsport in het geding was, op zich geen reden was om af te wijken van het gestelde tijdpad. Het verder vervroegen van de termijn zou er toe leiden dat verenigingen gegevens zouden leveren die later onvolledig en onbetrouwbaar zouden blijken te zijn.

5. Het was de beleidsvrijheid van de raadscommissie SSR om de sportroosters vast te stellen, overeenkomstig het gemeentelijke beleid en zoveel mogelijk rekening houdende met de belangen van alle betrokken sportverenigingen. Het is niet aan de Nationale ombudsman om vast te stellen aan welke van de in de loop van de procedure voorgestelde opties de voorkeur had moeten worden gegeven. Wel kan worden geconstateerd dat niet is gebleken dat de raadscommissie SSR tijdens de procedure onvoldoende is ingegaan op de door verzoekster gegeven kritiek en gedane suggesties. Tussen verzoekster en de gemeente heeft (mondeling en schriftelijk) contact plaatsgehad ten aanzien van verschillende (varianten op) opties. De roosters zijn niet vastgesteld op de vergadering van 14 juni 2001 maar, mede naar aanleiding van opmerkingen van verzoekster, in de extra vergadering van 21 juni 2001, waarbij nog een slag om de arm werd gehouden om verzoekster nog de gelegenheid te geven mee te delen of zij ook op een andere avond dan de maandagavond in sporthal Leuken terecht kon. In de vergadering van 31 augustus 2001 werd besloten de op 21 juni 2001 vastgestelde roosters te handhaven, nadat verzoekster had aangegeven dat zij niet op een andere avond dan de maandagavond van sporthal Leuken gebruik kon maken. Verder wordt opgemerkt dat het feit, dat de gemeente bij de planning van het seizoen 2001-2002 voor de eerste maal uitvoering zou gaan geven aan het topsportbeleid, waarvan redelijkerwijs was te verwachten dat dit meer aanleiding kon geven tot problemen dan in voorgaande seizoenen, logischerwijs met zich brengt dat de gemeente de betrokken verenigingen hierover had moeten informeren, zodat deze zich daarop konden instellen. Of zulks ook is gebeurd tijdens de bijeenkomst van 8 mei 2001 is niet duidelijk geworden, nu verzoekster daarbij verstek heeft laten gaan en het college stelt dat het gespreksverslag van deze bijeenkomst niet is te achterhalen.

De onderzochte gedraging is in zoverre behoorlijk.

III. Ten aanzien van het baseren van bovengenoemde beslissing op grond van (concept)roosters, opgesteld en uitgewerkt door een ambtenaar van de gemeente Weert die tevens een functie vervult bij een van de topsportverenigingen die van de binnensportaccommodaties gebruik maken

1. Verzoekster klaagt erover dat de raadscommissie SSR haar beslissing tot vaststelling van de roosters van de gemeentelijke binnensportaccommodaties voor het seizoen 2001-2002 mede heeft gebaseerd op grond van (concept)roosters, opgesteld en uitgewerkt door een ambtenaar van de afdeling Sportzaken van de gemeente Weert - de heer X - die tevens een functie vervult bij een van de sportverenigingen die van bovengenoemde accommodaties gebruik maken. Volgens verzoekster brengt het feit dat de heer X tevens trainer/coach is van het dames team van een topsportvereniging die van de gemeentelijke binnensportaccomodaties gebruik maakt (Vanilla VC), met zich dat er sprake is van een onaanvaardbare schijn van belangenverstrengeling.

2. In reactie op de klacht deelde het college het volgende mee. Volgens het college gebeurde het opstellen en uitwerken van de conceptroosters door de heer X in opdracht en onder leiding van zijn afdelingshoofd, de heer G. Iedere uitwerking van de roosters en de daaruit voortkomende knelpunten zijn door de betrokken medewerker met zijn afdelingshoofd besproken en dienden door dit afdelingshoofd te worden geaccordeerd. Volgens het college zijn deze vervolgens door het afdelingshoofd met de verantwoordelijke wethouder besproken en zijn deze door laatstgenoemde geaccordeerd, voordat de roosters aan de commissie SSR werden voorgelegd. Het college erkende dat op het moment dat de betrokken medewerker de conceptroosters opstelt, uitwerkt en vervolgens ter besluitvorming voorlegt aan de commissie SSR weliswaar de mogelijkheid bestaat dat deze medewerker zijn invloed op de roosters aanwendt ten gunste van de sportvereniging waaraan hij is verbonden. Maar volgens het college zijn er, gelet op het feit dat de uitgewerkte concepten met het afdelingshoofd en de verantwoordelijke wethouder zijn besproken, voldoende waarborgen tegen het uitoefenen van invloed op de roosters ten gunste van zijn eigen vereniging. Het college voegde hieraan toe het juist toe te juichen dat medewerkers van de gemeente Weert woonachtig zijn in de gemeente Weert. Kennis van de stad, de omgeving en de problematiek achtte het college een pre. Het gaf aan dat in 2002 422 van de in totaal 451 medewerkers van de gemeente in Weert woonden, hetgeen volgens het college automatisch betekende dat ambtenaren van de afdeling Sport bij een gemeentelijke sportvereniging kunnen zitten, of dat een ambtenaar van de afdeling Ruimtelijke Ordening privé te maken krijgt met een bestemmingsplan of een medewerker bouwzaken met een bouwvergunning. Het college stelde uit te gaan van professionele medewerkers, die objectief en integer te werk gaan. De privé-betrokkenheid van de gemeenteambtenaar bij een sportvereniging merkt het college niet aan als onzorgvuldig. Voor medewerkers van de afdeling Sportzaken wordt zelfs affiniteit met de sportwereld gevraagd en gestimuleerd. Van medewerkers van deze afdeling heeft volgens het college minimaal 80% een relatie met één van de sportverenigingen in de gemeente. Bij een professionele organisatie, waar objectiviteit en integriteit hoog in het vaandel staan, is zulks volgens het college geen enkel probleem.

3. Verzoekster stelde dat het afdelingshoofd van de heer X op vakantie was gedurende de periode dat de knelpunten moesten worden opgelost. Volgens verzoekster was het afdelingshoofd niet aanwezig op het overleg met de sportverenigingen op 5 juni 2001 (tijdens welke bijeenkomst de heer X de voorzittersrol waarnam) en evenmin op de vergadering van de commissie SSR van 21 juni 2001. Juist in de daarop volgende periode zijn volgens verzoekster verschillende gesprekken gevoerd met de gemeente, voorstellen gemaakt en beslissingen genomen, waarbij het afdelingshoofd wegens vakantie niet aanwezig was, als gevolg waarvan verzoeksters pogingen om persoonlijk met het afdelingshoofd van gedachten te wisselen, vergeefs waren.

4. Verzoekster wees er verder op dat, terwijl de Notitie Topsport reeds dateert uit 1997, concrete wijzigingen ten gunste van Vanilla BSW en Vanilla VC in de roosters pas werden doorgevoerd in het seizoen 2001-2002, uitgerekend het seizoen dat de heer X aantrad als assistent trainer/coach van het dames 1-team van de volleybalvereniging. Hoewel Vanilla BSW en Vanilla VC ook in voorgaande seizoenen verzoeken hadden ingediend om meer aan hun wensen tegemoet te komen, hebben deze verzoeken volgens verzoekster tot aan het seizoen 2001-2002 geen consequenties voor de urenverdeling gehad. Dat dit soort verzoeken ook in voorgaande seizoenen zijn gedaan kon verzoekster echter niet hard maken.

5. Het college stelde het volgende. Vanilla VC speelde haar eredivisiewedstrijden tot en met het seizoen 1999-2000 in sportzaal Moesel. Deze sportzaal voldoet niet aan de eisen voor eredivisiewedstrijden. De dispensatie die de volleybalvereniging had van de Nederlandse Volleybal Bond (NeVoBo) voor het spelen in een sportzaal die niet aan de eisen voldoet, werd door de NeVoBo ingetrokken met ingang van het seizoen 2000-2001, als gevolg waarvan Vanilla VC moest uitwijken naar een grotere sporthal. Met ingang van het seizoen 2000-2001 zijn de competitiewedstrijden van Vanilla VC gepland in Sporthal Boshoven in plaats van sportzaal Moesel. Het is volgens het college dus niet juist dat er pas voor het eerst wijzigingen in de roosters zijn doorgevoerd ten behoeve van de topsport met ingang van het seizoen 2001-2002.

6. Elke gebruiker van de gemeentelijke binnensportaccommodaties heeft een belang bij de seizoensroosters voor het gebruik van deze accommodaties. Elke sportvereniging zal zich een voor haar zo gunstig mogelijk rooster wensen. Gelet op het beperkte aanbod van deze accommodaties, kan niet elke vereniging elk seizoen volledig tevreden worden gesteld. Bij het opstellen van de roosters moeten dus keuzes worden gemaakt tussen de met elkaar conflicterende belangen van de verschillende verenigingen. Voor het seizoen 2001-2002 gold dat door de gemeente duidelijk meer dan in voorgaande seizoenen prioriteit zou worden gegeven aan de wensen van de in de gemeente actieve topsportverenigingen, zulks op verzoek van deze verenigingen, die hadden verzocht dat uitvoering zou worden gegeven aan het in 1997 vastgestelde gemeentelijke (topsport)beleid.

Verzoekster kan worden gevolgd in haar stelling dat er sprake is van een schijn van belangenverstrengeling, indien de (concept)roosters voor een seizoen worden opgesteld door een medewerker van afdeling Sportzaken van de gemeente die met ingang van datzelfde seizoen tevens werkzaam zal zijn als assistent trainer/coach van een van de betrokken topsportverenigingen. Betrokkene is weliswaar niet degene die de definitieve roosters vaststelt (dat was de bevoegdheid van de raadscommissie SSR) en de door hem opgestelde (concept)roosters behoefden accordering door zijn afdelingshoofd en de betrokken wethouder. Maar doordat hij de roosters opstelt en uitwerkt en deze roosters de grond vormen waarop de raadscommissie haar beslissing tot vaststelling van de definitieve roosters baseert, verkeert hij wel in de positie om zijn invloed op de roosters aan te wenden ten gunste van de sportvereniging waaraan hij zelf is verbonden. Het meer tegemoet komen aan de wensen van de topsportverenigingen was overeenkomstig het gemeentelijke beleid, maar aan dit beleid kon op verschillende manieren uitvoering worden gegeven. Er waren verschillende varianten op roosters mogelijk waarmee aan dit beleid uitvoering kon worden gegeven. Ook bij de uitvoering van een beleidskeuze worden belangen van - in dit geval - verschillende sportverenigingen tegen elkaar afgewogen. Uiteraard is hiermee niet gegeven dat de betrokken medewerker daadwerkelijk onevenredige invloed ten gunste van zijn eigen sportvereniging (en daarmee ten koste van verzoekster of een andere sportvereniging) heeft aangewend. Dat er sprake zou zijn geweest van belangenverstrengeling wordt door verzoekster ook niet gesteld. Doch voor de buitenwacht in het algemeen, en voor de overige sportverenigingen, waaronder verzoekster in het bijzonder, kan hiermee de schijn van belangenverstrengeling worden gewekt. Een en ander klemt te meer nu uit de stukken blijkt dat tijdens de procedure tot vaststelling van de roosters niet het afdelingshoofd van de afdeling Sportzaken, maar de betrokken medewerker zich op een aantal momenten naar buiten heeft gepresenteerd als het aanspreekpunt en de spreekbuis van de gemeente. Zo zat hij de bijeenkomst met de sportverenigingen op 5 juni 2001 voor, reageerde hij op 28 juni 2001 op door verzoekster gedane voorstellen voor oplossingen van knelpunten in de roosters en ondertekende hij de brief van 29 juni 2001, waarbij aan de gebruikers van de gemeentelijke binnensportaccommodaties de roosters voor het seizoen 2001-2002 werden toegestuurd.

Een schijn van belangenverstrengeling dient door bestuursorganen te worden vermeden.

Artikel 2:4, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), bepaalt dat het bestuursorgaan zijn taak vervult zonder vooringenomenheid. Volgens artikel 2:4, tweede lid, van de Awb, waakt het bestuursorgaan ertegen dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden en de besluitvorming daarmee niet meer voldoet aan het in het eerste lid neergelegde verbod van vooringenomenheid (zie Achtergrond, onder 2 en 3). Nu in artikel 2:4 van de Awb een waarborg is neergelegd voor de burger ingevolge het tweede lid dient ook de schijn van belangenverstrengeling te worden vermeden (Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 7 augustus 2002, vindplaatsen vermeld onder Achtergrond, onder 4). Het grondbeginsel dat in de publieke besluitvorming belangenverstrengeling en ook de schijn van belangenverstrengeling dient te worden voorkomen is van groot belang voor het vertrouwen van de samenleving in de overheid (zie Achtergrond, onder 4).

7. Het standpunt van het college dat het nu juist positief te waarderen is dat medewerkers van de gemeente woonachtig zijn binnen de gemeente en dat medewerkers van de afdeling Sportzaken verbonden zijn aan een binnen de gemeente gevestigde sportvereniging, doet aan het bovenstaande niet af. Op zich kan begrip worden opgebracht voor de wens van de gemeente dat haar medewerkers geworteld zijn in de gemeenschap waarvoor zij werken en ook de Nationale ombudsman ziet hiervan de voordelen in. Dat medewerkers van de afdeling Sportzaken enige relatie hebben met een binnen de gemeente gevestigde sportvereniging kan ook niet, en behoeft ook niet, te worden voorkomen. Dat uitgerekend een medewerker van de afdeling Sportzaken van de gemeente, die tevens een functie heeft aanvaard als assistent trainer/coach bij een van de sportverenigingen, in hoge mate betrokken is bij de procedure tot vaststellen van de roosters voor het seizoen waarin duidelijk meer gehoor zal worden gegeven aan de wensen van onder meer de sportvereniging waaraan hij is verbonden en hij tijdens deze procedure bij een aantal gelegenheden ook optreedt als het aanspreekpunt en de spreekbuis van de gemeente, moet echter worden voorkomen uit het oogpunt van het voorkomen van de schijn van belangenverstrengeling. Hierbij speelt onder meer een rol dat niet onmogelijk moet worden geacht dat binnen de gemeentelijke organisatie van een gemeente met de grootte van de gemeente Weert een andere medewerker (van de afdeling Sportzaken) voor het uitvoeren van deze werkzaamheden kan worden gevonden.

De onderzochte gedraging is in zoverre niet behoorlijk.

Conclusie

De klacht over de onderzochte gedraging van de commissie Sport en Sportieve Recreatie van de gemeente Weert, die wordt aangemerkt als een gedraging van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert, is gegrond, behalve ten aanzien van de voorbereiding van de beslissing tot vaststelling van de roosters van de gemeentelijke binnensportaccommodaties voor het seizoen 2001-2002. Ten aanzien van deze gedraging is de klacht niet gegrond.

Onderzoek

Op 18 december 2002 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift, gedateerd 12 december 2002, van Volleybalclub Boshoven te Weert, met een klacht over (de voorbereiding van) de beslissing tot vaststelling van de roosters van de gemeentelijke binnensportaccommodaties voor het seizoen 2001-2002 door de raadscommissie Sport en Sportieve recreatie van de gemeente Weert. Naar deze gedraging werd een onderzoek ingesteld. De bevoegdheid tot het vaststellen van de roosters van de gemeentelijke binnensportaccommodaties rustte in het verleden bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert, maar was in 1995 bij verordening toegekend aan de hierboven genoemde raadscommissie. Omdat de raadscommissie Sport en Sportieve recreatie bij de start van het onderzoek door de Nationale ombudsman inmiddels was opgehouden te bestaan en de bevoegdheid tot het opstellen en vaststellen van bedoelde roosters weer rustte bij het college, werd de gedraging van de raadscommissie aangemerkt als een gedraging van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert.

In het kader van het onderzoek werd het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert verzocht op de klacht te reageren en een afschrift toe te sturen van de stukken die op de klacht betrekking hebben.

Tijdens het onderzoek kregen het college en verzoeker de gelegenheid op de door ieder van hen verstrekte inlichtingen te reageren.

Het reusltaat van het onderzoek werd als verslag van bevindingen gestuurd aan betrokkenen. De reactie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert gaf aanleiding het verslag op een enkel punt aan te vullen. Verzoekster gaf binnen de gestelde termijn geen reactie.

Bevindingen

De bevindingen van het onderzoek luiden als volgt:

A. feiten

1. Verzoekster is een amateurvolleybalvereniging waarvan een aantal teams tot aan het seizoen 2001-2002 reeds een groot aantal jaren trainde op maandagavond in sporthal Boshoven te Weert.

2. Op 10 januari 2001 had in de gemeente Weert een zogenoemd regulier topsportoverleg plaats tussen de gemeente en vertegenwoordigers van in de gemeente actieve topsportverenigingen.

De gespreksnotitie hiervan luidt als volgt:

"GESPREKSNOTITIE TOPSPORTOVERLEG 10 januari 2001

Aanwezig: de heer C., de heer S. (Weerter Sport-raad), de heer J., de heer Kon. (Basketbalstichting), de heer Kop., de heer V. (Vanilla V.C.), wethouder de heer S., de heer Ja. (Gemeente Weert).

1. Verslag vorige bijeenkomst

De heer C. wijst erop, dat overleg vóór de vaststelling van de urenverdeling belangrijk is.

(…)

4. Criteria urenverdeling

De heer Kop. vindt, dat de nieuwe criteria waarbij topsport een hogere prioriteit heeft gekregen, scherper zouden moeten worden toegepast. Dit betekent, dat gebruikers met historische rechten op sommige tijdstippen zouden moeten uitwijken, om voor het dames 1 team in sporthal Boshoven training mogelijk te maken. Ook de heer C. pleit ervoor om middels vroegtijdig overleg creatieve mogelijkheden te creëren.

De heer V. wijst erop, dat zijn club al vroeg (februari/maart) begint met de planning van het nieuwe seizoen. Daarom zou de urenverdeling al eerder bekend moeten zijn.

Er bestaat volgens de heer Kop. een kans, dat het eerste herenteam kampioen wordt en net als de dames eredivisie gaan spelen. Dit heeft mogelijke consequenties voor de bezetting van de accommodaties.

De heer Kon. merkt op dat er reeds in 1997 een notitie Topsport is vastgesteld en vindt dat de gemeente nu eindelijk uitvoering moet geven aan dit beleid. De heer Kop. en de heer C. delen deze mening.

(…)

Afspraken:

De gemeente bekijkt of het mogelijk is, om voor het eerste damesteam een trainingsmogelijkheid in Sporthal Boshoven te creëren en voor het eerste herenteam basketbal een avond training op het centrecourt. Indien er een mogelijkheid bestaat en er eventueel clubs moeten uitwijken, zal tussentijds met alle betrokkenen overleg worden gepleegd.

Datum volgend overleg 27 juni 2001"

3. De commissie Sport en Sportieve recreatie van de gemeente Weert (hierna ook: de commissie SSR) deelde bij brief van 9 april 2001 de (vaste) gebruikers van de gemeentelijke binnensportaccommodaties het volgende mee:

"Onderwerp: gebruik binnensportaccommodaties seizoen 2001/2002

Bijlage(n): aanvraagformulieren

Geachte heer / mevrouw,

In verband met de planning van het gebruik van de gemeentelijke binnensportaccommodaties voor het seizoen 2001 / 2002, verzoeken wij u bijgevoegde aanvraagformulieren vóór 20 april 2001 in te zenden.

De gemeentelijke sporthallen-, zalen en gymzalen zijn in verband met de zomervakantie gesloten met ingang van zaterdag 30 juni 2001. Indien u vóór 30 juni a.s. wilt stoppen met het gebruik, dient u dit (voor zover schriftelijk nog niet doorgegeven) minimaal 4 weken van tevoren schriftelijk door te geven!

De sporthallen- en zalen en gymzalen kunnen weer in gebruik worden genomen met ingang van 7 augustus 2001. De sportaccommodaties kunnen evt., op gemotiveerd schriftelijk verzoek, reeds eerder gereserveerd worden. De verhuur van sportaccommodaties voor het seizoen 2001 / 2002 zal in principe lopen t/m vrijdag 5 juli 2002.

Over de sluiting- en openingsdatum van de gymzalen "LTS 1 en 2" zullen wij de gebruikers van deze zalen zo spoedig mogelijk informeren.

Procedure toernooi-/ evenementen kalender

Het gele formulier is het aanvraagformulier voor toernooien en / of evenementen die u in het sportseizoen 2001 / 2002 in de gemeentelijke binnensportaccommodaties wenst te organiseren. Dit aanvraagformulier dient u volledig ingevuld te retourneren vóór 20 april a.s. Alle ingekomen aanvragen zullen getoetst worden aan de criteria van urenverdeling en opgenomen worden in de toernooi-/ evenementenkalender. Ná vaststelling van de toernooi-/ evenementenkalender zullen de competitiewedstrijden en overig (regulier) gebruik gepland worden. Aanvragen voor toernooien en / of evenementen die ná 20 april binnenkomen zullen alleen gehonoreerd worden als de betreffende accommodatie volledig vrij is.

Procedure regulier gebruik

Het groene aanvraagformulier is bestemd voor regulier gebruik van de gemeentelijke binnensportaccommodaties voor het sportseizoen 2001 / 2002. Ook deze formulieren dient u volledig ingevuld te retourneren vóór 20 april a.s. Die verenigingen waarbij er knelpunten optreden bij de verdeling zullen hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht worden. Deze knelpunten zullen tijdens de jaarlijkse bijeenkomst voor de binnensportverenigingen, die gepland is op 8 mei a.s. gepresenteerd worden. Tijdens deze bijeenkomst kan iedere aanwezige vereniging haar reactie geven op de verdeling / knelpunten. Aansluitend zal besluitvorming over de knelpunten in de vergadering van de commissie Sport en Sportieve recreatie van 14 juni a.s. plaatsvinden. Na 14 juni zullen de seizoenstoewijzingen naar de betreffende vereniging gezonden worden.

Het gebruik van een sportaccommodatie kan slechts aangevraagd worden door één vaste, door het bestuur gemandateerde contactpersoon, die tevens voor de rest van het seizoen als contactpersoon op het gebied van verhuur zal fungeren. Dit om in de toekomst misverstanden, dubbele aanvragen / reserveringen e.d. te voorkomen.

U wordt verzocht het formulier zo compleet (en concreet) mogelijk in te vullen en niet alleen 'paasvakantie' of 'herfstvakantie' e.d. Formulieren die niet compleet ingevuld zijn zullen teruggestuurd worden naar de aanvrager. Tevens dient u per accommodatie één formulier te gebruiken.

Planning competitiewedstrijden

Die verenigingen waarvan het competitieprogramma voor het seizoen 2001 / 2002 reeds bekend is vóór 18 april a.s., worden verzocht dit programma bij te voegen. Van programma's die na 18 april pas bekend zijn dient de aanvraag van de betreffende accommodaties zo spoedig mogelijk na ontvangst van het programma ingestuurd te worden. Houd u er rekening mee dat op dagen waarop er tournooien / evenementen plaatsvinden geen competitiewedstrijden kunnen plaatsvinden.

De urenverdeling zal zo efficiënt mogelijk geschieden. Dit houdt in dat in de sportaccommodaties geen tijden tussentijds leeg mogen liggen; het gebruik dient op elkaar aan te sluiten. Het is dus mogelijk dat uw toewijzing daarop aangepast zal worden.

Ten behoeve van bijzondere wedstrijden kan de commissie Sport en Sportieve recreatie van de gemeente beslag leggen op de reeds toegewezen uren.

Mocht u naar aanleiding van dit schrijven of het bijgevoegde aanvraagformulier nog vragen hebben, of u wilt meerdere aanvraagformulieren ontvangen, kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met mevr. G of dhr. X, tel.: (…) "

4. Op 8 mei 2001 had een bijeenkomst plaats tijdens welke de eerste concept roosters en knelpunten werden gepresenteerd. Tijdens deze bijeenkomst kregen de betrokken sportverenigingen de gelegenheid om opmerkingen en kritische kanttekeningen te plaatsen. Verzoekster was op deze bijeenkomst niet aanwezig.

5. Bij brief van 29 mei 2001 nodigde het hoofd van de afdeling Sport, Recreatie en Toerisme van de gemeente Weert (welke brief was ondertekend door de heer X) de sportverenigingen uit voor een overleg over de conceptroosters op 5 juni 2001:

"Tijdens het jaarlijks overleg voor de gebruikers van de gemeentelijke binnensportaccommodaties d.d. 8 mei jl. zijn de concept-roosters voor het aankomend sportseizoen 2001 - 2002 gepresenteerd. In deze concept-roosters was het gebruik van o.a. Sporthal Boshoven door de verenigingen die topsport beoefenen (Vanilla basketbal en Vanilla volleybal) nog niet opgenomen. Tijdens het overleg is toen aangegeven dat de inplanning van topsport nog moest plaatsvinden en dat er, voordat de roosters definitief vastgesteld worden, overleg met de betrokken verenigingen gevoerd wordt.

Dit overleg is gepland op dinsdag 5 juni a.s. om 20.30 uur in kamer 131 van het gemeentehuis (bestuursverdieping). Aangezien uw vereniging op enigerlei wijze te maken kan krijgen met de gevolgen van de inplanning van topsport nodig ik u uit om bij dit overleg aanwezig te zijn.

Bijgevoegd treft u 3 uitgewerkte opties aan betreffende het seizoen 2001 - 2002. Bij optie 1 en 2 is een rooster gevoegd van die accommodaties waarin mogelijke wijzigingen plaatsvinden en een beschrijving van de concrete verschuivingen met de voor- en nadelen.

(…)

In het overleg van 5 juni a.s. zullen de opties door ons toegelicht worden en willen wij samen met de aanwezige verenigingen tot een constructieve inplanning komen. Uiteraard zijn suggesties c.q. oplossingen van uw kant van harte welkom.

Hoewel deze uitnodiging en de bijlage aan het secretariaat of voorzitter van uw vereniging gericht is verzoek ik u dit schrijven ook onder aandacht van de contactpersoon voor het aanvragen van het gebruik van sporthallen te brengen. Mocht uw vereniging niet bij het overleg van 5 juni a.s. aanwezig kunnen zijn, verzoek ik u dit door te geven aan onze medewerker dhr. X, tel.: (…)"

6. Het verslag van het overleg van 5 juni 2001 luidt als volgt:

"Notulen overleg sportverenigingen d.d. 5 juni 2001.

Aanwezig: (verzoekster; N.o.) (…). B.C. Weert '67: (…).Gehandicapten Sportvereniging Weert: (…). (Vanilla V.C.): (…). (Vanilla B.S.W.): (…).

Namens de Gemeente Weert: X.

Doel bespreking

Dhr. X. geeft aan dat evenals voorgaande jaren de vraag van m.n. topsport ((Vanilla V.C.) en (Vanilla B.S.W.)) is gekomen om (meer) trainingen in te passen in Sporthal Boshoven op doordeweekse dagen. Vanuit deze vraag zijn een drietal opties / concept roosters uitgewerkt, waarin bij twee uitwerkingen deels gehoor gegeven kan worden aan de vraag vanuit topsport. Echter deze opties hebben consequenties voor andere verenigingen. Het doel van deze bespreking is om de 3 opties nader uit te leggen, de mogelijke consequenties in kaart te brengen en de reacties van de verenigingen te inventariseren.

Procedure

Van deze bespreking wordt verslag gemaakt waarin voornamelijk de reacties van de verenigingen op de uitwerkingen opgenomen wordt. Deze reacties worden meegenomen in het advies dat ter besluitvorming voorgelegd wordt aan de commissie Sport en Sportieve recreatie (CSSR). In de commissie vergadering van 14 juni a.s. zal besluitvorming plaatsvinden over de gebruiksroosters van het sportseizoen 2001 - 2002. Aansluitend zullen de contracten / datalijsten naar de verenigingen gestuurd worden. Hierop kunnen de verenigingen een schriftelijke reactie geven binnen een termijn van zes weken na ontvangst. Deze reacties zullen ter kennis gebracht worden van de commissie SSR. Mocht er n.a.v. de reacties van verenigingen wijzigingen in de gebruiksroosters plaatsvinden zullen deze ter besluitvorming in een latere vergadering van de commissie SSR gebracht worden.

Opties / uitwerkingen

Van optie 1 en 2 zijn naast een beschrijving ook een schema (rooster) gemaakt ter ondersteuning. Van optie 3 is alleen een beschrijving gemaakt aangezien dit geen verandering is ten opzichte van het rooster van het huidige sportseizoen 2000 - 2001. De opties zijn besproken, waarop vanuit de verenigingen de volgende reacties zijn gekomen:

Optie 1 + reacties

Inpassing training (Vanilla V.C.) dames 1 op woensdagavond in Sporthal Boshoven Splitsing gebruik door BC Weert '67 in 3 dagen i.p.v. 2 dagen. Verplaatsing totaal gebruik (verzoekster; N.o.) op maandagavond van Sporthal Boshoven naar sporthal Leuken.

BC Weert '67:

Vindt over het algemeen dat verandering op een te korte termijn moet plaatsvinden. Het is kort dag tot donderdag 14 juni (vergadering CSSR).

Splitsing brengt organisatorische problemen met zich mee; trainers zijn reeds vastgelegd, overig kader is voor maandag moeilijk te vinden, jeugd traint normaal gesproken op woensdag en vrijdag en spelen op zaterdag of zondag competitie. Door verschuiving zouden ze nu op maandag en vrijdag moeten gaan trainen en op zaterdag of zondag competitie spelen. Dit is veel te kort achter elkaar.

Als voor optie 1 gekozen gaat worden dienen organisatorische aanpassingen binnen een te kort tijdsbestek doorgevoerd te worden.

Optie 1 is volgens de badmintonclub geen optie.

(verzoekster; N.o.):

De naam zegt al waar ze vandaan komen. Merendeel van de leden komt uit de wijk Boshoven. Meer als de helft van de leden zijn jeugdleden, deze komen ook uit de wijk Boshoven. Verplaatsing betekent dat jeugd naar sph. Leuken moet gaan i.p.v. sph. Boshoven. Naar sph. Boshoven. kan de jeugd zelfstandig gaan, naar sph. Leuken niet.

Voor kader is het onhaalbaar om om 18.30 uur in sph. Leuken aanwezig te zijn. Het is al moeilijk zat om om 18.30 in sph. Boshoven. te zijn.

Als optie 1 gekozen wordt gaat dit volgens hun zodanig veel (jeugd) leden kosten dat ze bang zijn dat de vereniging ter ziele gaat.

BC Weert '67 sluit zich bij (verzoekster; N.o.) aan. Ook zij zijn bang dat een splitsing van het gebruik in 3 dagen i.p.v. 2 dagen dusdanig veel leden gaat kosten. Met name jeugdleden.

X geeft aan dat de opties onderbouwd op papier zijn gezet. Het is niet een kwestie van een vereniging 'uitgummen' en hier een andere invullen, zonder enige onderbouwing. Bij het creëren van opties is een van de uitgangspunten het behoud van het aantal uren per week, binnen dezelfde tijdstippen voor iedere vereniging. Dit uitgangspunt gaat voor de organisatorische aanpassing(en) die verenigingen evt. moeten maken. Een sporthal is geen wijkvoorziening. Dat Sporthal Boshoven voor (verzoekster; N.o.) ideaal gelegen is voor hun leden is voor de gemeente duidelijk. Bij de onderbouwing van optie 1 is onderzoek verricht naar de ledenopbouw van (verzoekster; N.o.), deze vereniging heeft 118 leden, waarvan 37 senior leden uit de Wijk Boshoven (=31,4%). Van de 118 leden zijn er in totaal 43 jeugdleden (jonger dan 20 jaar), waarvan 16 uit de Wijk Boshoven (= 37% van het totaal aantal jeugdleden). X merkt nogmaals op dat bovenstaande gegevens niet als 'verdediging' van optie 1 gezien moeten worden, maar als onderbouwing.

(Verzoekster; N.o.) is het niet eens met de aangereikte percentages. Hun vraag is of ook onderzocht is hoeveel leden er uit de wijk Molenakker zijn en dan met name jeugdleden. X merkt op dat dit niet onderzocht is. Voor leden uit de wijk Molenakker is sph. Boshoven ongeveer even ver als sph. Leuken. (Verzoekster; N.o.) is het hier niet mee eens. Daarnaast merkt (verzoekster; N.o.) op dat ze tot 5 seizoenen geleden hun competitiewedstrijden in Sporthal Boshoven speelde maar toen plaats moesten gaan maken voor (Basketbalstichting). Ze spelen nu competitie in gymzaal Boshoven. Dit wordt als onprettig ervaren, tegenstanders klagen over de afmetingen en het bezoeken van elkaars thuiswedstrijden is nagenoeg onmogelijk. Als optie 1 doorgaat moeten ze wederom plaatsmaken. X merkt op dat het wellicht mogelijk is om de competitiewedstrijden met ingang van het seizoen 2001 - 2002 onder te brengen in sporthal Leuken. (Verzoekster; N.o.) zal dit in de eerstvolgende bestuursvergadering bespreken en terugkoppelen naar X toe.

(Basketbalvereniging; N.o.):

Optie 1 geeft hun de mogelijkheid om het 1e herenteam 1 keer per week centre-court te laten trainen. Dit vragen ze al jaren, maar kon tot nu toe niet gehonoreerd worden. Zij zien dit uiteraard als een welkome aanvulling.

Optie 2 + reacties

Inpassing training (Vanilla V.C.) dames 1 op vrijdagavond in Sporthal Boshoven. Gebruik BC Weert '67 schuift 1 uur op naar achteren en wordt in totaal 1 uur minder. Gebruik Gehandicapten Sport Weert schuift 1 uur op naar achteren. Gebruik 1 groep (Vanilla B.S.W.) wordt verplaatst naar sportzaal Moesel.

BC Weert '67:

Optie betekent in totaal 1 uur minder per week. Dit is voor vereniging onacceptabel. Kunnen hierdoor niet alle leden onderbrengen.

Verschuiving van 1 uur naar achteren is voor jeugd niet haalbaar (te laat). Dit zal als consequentie hebben dat aantal jeugdleden zal afnemen.

Verschuiving en vermindering zal de hele club aangaan, niet een bepaalde groep binnen de vereniging.

Optie 2 is voor de badmintonclub geen optie.

Gehandicapten Sportvereniging Weert (GSW):

GSW heeft in totaal 23 leden waarvan 3 jeugdleden. Wil voor de toekomst meer jeugdleden gaan werven en hebben hiervoor trainingen inhoudelijk aangepast. Uur verschuiving (naar achteren) is voor huidige jeugdleden niet te doen (te laat) en houdt verdere werving van jeugdleden tegen.

Vier leden zijn van het St. Maartenshuis. Deze leden worden om 21.30 uur opgehaald en om 22.00 uur in het St. Maartenshuis verzorgd. Uur verschuiving zou inhouden dat deze leden 45 minuten eerder moeten stoppen en het sociale contact, in de kantine na het sporten, niet meer kunnen meemaken. Naast het sporten is juist dit sociale contact binnen GSW van eminent belang.

Verschuiving zal dus inhouden dat waarschijnlijk de jeugdleden en de leden van het St. Maartenshuis gaan afhaken waardoor het ledenaantal onder de 20 komt. Zijn bang hierdoor de erkenning als vereniging te verliezen.

Het vinden van een trainer voor deze specifieke doelgroep heeft veel moeite gekost. Hebben trainer gevonden die om 22.00 uur bij TTV Megacles training gaat geven. Verschuiving zal betekenen dat er hoogstwaarschijnlijk een nieuwe trainer gezocht moet worden.

(Vanilla B.S.W.):

In het seizoen 2000 - 2001 trainen op vrijdag van 17.30 - 19.00 uur teams waarbij de baskets op minihoogte hangen. Als optie twee doorgaat kunnen ze 1 jeugdteam alleen maar in sportzaal Moesel onderbrengen. In sportzaal Moesel zijn baskets niet op minihoogte te plaatsen. Dit zou dan door gemeente aangepast moeten worden.

BC Weert '67 merkt op dat door X in eerder stadium van dit overleg gemeld is dat een van de uitgangspunten het behoud van het aantal uren per week, binnen dezelfde tijdstippen voor iedere vereniging is. In optie 2 wordt t.o.v. de BC Weert '67 geen gehoor gegeven aan dit uitgangspunt. X beaamt dit.

Optie 3 + reacties

Geen gehoor geven aan gevraagde inpassing van (Vanilla V.C.) en gevraagde uitbreiding van (Vanilla B.S.W.). Aan deze verenigingen duidelijk kenbaar maken dat aan inpassing c.q. uitbreiding alleen gehoor gegeven kan worden als er 'open plekken' zijn en er geen verschuivingen bij andere verenigingen hoeven plaats te vinden.

(Vanilla V.C.):

Geeft aan dat ze met ingang van het seizoen 2000 - 2001 door de bond nagenoeg gedwongen zijn om met hun dames eredivisie team in een sporthal te gaan spelen die voldeed aan de richtlijnen van de bond. De dispensatie op sportzaal Moesel werd niet meer verlengd. Sporthal Boshoven is de enige hal die aan de richtlijnen van de bond voldoet. (Vanilla V.C.) is er niet op uit om andere verenigingen iets op te leggen / te duperen. Maar om het huidige nivo te handhaven en evt. uit te breiden is het noodzakelijk om 1 keer per week in de hal te trainen waar ook de thuiswedstrijden gespeeld worden.

Als voor optie 3 gekozen wordt hebben ze hier begrip voor maar komt volgens hun hetgeen bepaald is in de notitie topsport (facilitaire ondersteuning en geen financiële ondersteuning) op de tocht te staan.

(Verzoekster; N.o.) merkt op dat optie 3 inderdaad de topsport niet tegemoet komt. Volgens hun is het echter niet zo dat de gemeente deze tegemoetkoming niet wil nakomen, maar door het gebrek aan sporthallen niet na kan komen.

Rondvraag

(Verzoekster; N.o.) vraagt of er ook gekeken is naar mogelijkheden bij buurgemeentes. X merkt op dat dit inderdaad bekeken is, evenals het evt. gebruik van de sporthal van de KMS. Dit biedt echter geen mogelijkheden die een oplossing bieden.

BC Weert '67 vraagt op welk tijdstip de vergadering van de commissie SSR is en of dit een besloten vergadering is. X geeft aan dat de vergadering van de commissie SSR op donderdag 14 juni a.s. om 18.00 uur aanvangt in kamer 130 (bestuursverdieping). Deze vergadering is openbaar. Echter als men aanwezig wil zijn moet men dit tijdig melden, dit kan telefonisch op no.: (…).Bij aanmelding dient men ook aan te geven of men gebruik wil maken van het spreekrecht.

BC Weert '67 vraagt of notulen toegestuurd worden. X antwoordt dat notulen naar het correspondentieadres van de aanwezige verenigingen gestuurd wordt. Ook zullen de notulen bij de stukken aan de commissie SSR gevoegd worden. Verenigingen die behoefte hebben om schriftelijk te reageren n.a.v. dit overleg of hun opmerkingen op de opties schriftelijk kenbaar willen maken, dienen deze te richten t.a.v. Commissie Sport en Sportieve recreatie, (…).

Gevraagd wordt of deze schriftelijke reacties meegenomen worden in de stukken voor de commissie SSR. X antwoordt dat reacties die voor donderdag 7 juni, 14.00 uur binnen zijn met de stukken meegezonden zullen worden. Donderdag 7 juni 14.00 uur is de absolute deadline i.v.m. verzending van de stukken.

Niets meer aan de orde zijnde, sluit X om 22.15 uur dit overleg en dankt eenieder voor zijn / haar sportieve inbreng".

7. Op 8 juni 2001 werd het volgende advies, opgesteld door de heer X, gegeven aan de commissie SSR:

ONDERWERP

Verdeling beschikbare uren in de Weerter binnensportaccommodaties.

ADVIES

(…)

C. Vaststellen van de gebruiksroosters van Sporthal Boshoven, sporthal Leuken en sportzaal Moesel voor het sportseizoen 2001 - 2002.

De gebruiksroosters van de binnensportaccommodaties genoemd onder C. worden in een aparte paragraaf behandeld i.v.m. aanvragen vanuit de (Topsport)verenigingen (Vanilla V.C.) en (Vanilla B.S.W.).

TOELICHTING

(…)

Ad C.:

Ook de gebruikers van de sporthallen B., Leuken en sportzaal Moesel moesten hun aanvragen voor het gebruik in seizoen 2001 - 2002 vóór 20 april jl. indienen. Vanuit de (Topsport)verenigingen (Vanilla V.C.) en (Vanilla B.S.W.) zijn aanvragen gekomen voor inpassing c.q. uitbreiding van het gebruik van Sporthal Boshoven. Eventuele honorering van deze aanvragen heeft ook consequenties voor de roosters van sporthal Leuken en sportzaal Moesel. Naar aanleiding van de aanvragen van (Vanilla V.C.) en (Vanilla B.S.W.) zijn er een drietal opties uitgewerkt. In twee opties wordt (gedeeltelijk) aan de wensen van (Vanilla V.C.) en (Vanilla B.S.W.) tegemoet gekomen. Deze opties hebben uiteraard consequenties op het gebruik van andere verenigingen. In bijlage 4 treft u de uitwerking van deze opties aan. Optie 1 en optie 2 worden ondersteund door concept-roosters.

Op dinsdag 5 juni jl. is overleg gevoerd met die verenigingen waarvoor honorering van de wensen van (Vanilla V.C.) en (Vanilla B.S.W.) consequenties heeft. (Vanilla V.C. ) en (Vanilla B.S.W.) waren ook bij dit overleg aanwezig. In dit overleg zijn de opties nader uitgelegd, de mogelijke consequenties in kaart gebracht en de reacties / bezwaren van de aanwezige verenigingen geïnventariseerd. In bijlage 5 treft u de notulen van dit overleg aan. In deze notulen zijn voornamelijk de reacties / bezwaren van de verenigingen opgenomen. Uitgangspunt bij het creëren van opties was het behoud van het aantal uren per week, binnen dezelfde tijdstippen voor iedere vereniging. Dit uitgangspunt ging voor de organisatorische aanpassing(en) die verenigingen evt. moesten maken. In optie 2 wordt aan dit uitgangspunt niet voldaan, aangezien in deze optie BC Weert '67 (badminton) per week in Sporthal Boshoven 1 uur minder ter beschikking heeft en het gebruik op vrijdag in z'n totaliteit 1 uur naar achteren schuift. BC Weert '67 heeft in het overleg van 5 juni jl. reeds aangegeven dat het voor hun niet mogelijk is om met 1 uur per week minder alle leden voldoende te kunnen laten sporten. Optie 2 houdt tevens in dat het gebruik van Gehandicapten Sportvereniging Weert (GSW) op vrijdag avond 1 uur naar achteren geschoven wordt. Door deze verschuiving komt het sociale contact onder de leden van GSW onder druk te staan. Juist dit sociale contact is binnen GSW van eminent belang.

In de 3e optie wordt geen gehoor gegeven aan de wensen van (Vanilla V.C.) en (Vanilla B.S.W.). Het gebruiksrooster blijft hetzelfde als in het seizoen 2000 - 2001. De grootste consequentie van honorering van optie 3 is dat 1e damesteam van (Vanilla V.C.) geen gebruik kan maken van Sporthal Boshoven voor training terwijl wel de thuiswedstrijden in Sporthal Boshoven gespeeld worden.

Het honoreren van optie 1 zal de volgende voordelen met zich meebrengen:

Het 1e damesteam van (Vanilla V.C.) kan 1 keer per week trainen in Sporthal Boshoven, de hal waar ze ook hun competitie, beker en Europacupwedstrijden spelen

Op het moment dat er een doordeweekse wedstrijd door (Vanilla V.C.) gespeeld moet worden (play-off, beker of Europacup) komt alleen eventueel het gebruik van BC Weert '67 van 21.00 - 23.00 uur te vervallen. In de afgelopen twee seizoenen hebben er vele annuleringen of verschuivingen moeten plaatsvinden bij doordeweekse wedstrijden van (Vanilla V.C.)

Het 1e herenteam van (Vanilla B.S.W.) kan 1 keer per week centre-court trainen. Hoewel ze dit al jaren aanvragen was dit binnen de toegekende uren, volgens hun organisatorisch niet in te passen.

Honorering van optie 1 heeft uiteraard ook consequenties op het gebruik van andere verenigingen. Deze consequenties kunnen binnen de betreffende verenigingen door organisatorische aanpassingen opgelost worden. Badmintonclub Weert '67 en (verzoekster; N.o.) hebben in het overleg van 5 juni jl. aangegeven, het er niet mee eens te zijn dat deze consequenties opgelost kunnen worden d.m.v. organisatorische aanpassingen. (Verzoekster; N.o.) is zelfs van mening dat een verplaatsing van het gebruik naar sporthal Leuken hun zodanig veel (jeugd)leden gaat kosten dat het voortbestaan van de vereniging in het gedrang komt. Aangezien er in zowel de wijk Leuken. alsook in sporthal Leuken geen volleybalvereniging is 'gevestigd', is dit juist een kans voor volleybalclub Boshoven om nieuwe leden te werven.

In bijlage 6 treft u een schriftelijke reactie aan van BC Weert '67 naar aanleiding van het overleg van 5 juni jl. Deze reactie is op 7 juni jl. bij de afdeling Sport, Recreatie en Toerisme binnengekomen.

Voorgesteld wordt:

- Optie 1 en de daarbij behorende roosters voor het sportseizoen 2001 - 2002 en aansluitend tijdelijk, per seizoen vast te stellen.

- Wanneer er zich nieuwe ontwikkelingen voordoen op het gebied van binnensportaccommodaties (plan St. Theunis, ontwikkeling Brede School, evt. renovatie sporthal Leuken) het gebruik van met name Sporthal Boshoven en sporthal Leuken opnieuw bekijken."

8. Het verslag van de vergadering van de commissie SSR van 14 juni 2001 luidt als volgt:

"Verslag van de vergadering van de commissie Sport en Sportieve Recreatie d.d. 14 juni 2001

Aanwezig : (…), S., (…), C., H., S.

(…)

Voorzitter : Wethouder S.

Secretaris : G.

Notulist : Ge.

10. Vaststellen gebruiksroosters binnensportaccommodaties seizoen 2001-2002 en de aangedragen oplossingen t.a.v. de ontstane knelpunten.

De voorzitter deelt mede dat de badmintonclub Weert graag gebruik wil maken van de spreektijd. Dhr. C. Schaeken neemt vervolgens het woord. Hij begint met de opmerking dat BC Weert niet tegen topsport is en dat zij de afgelopen tijd hun medewerking hebben verleend door uren beschikbaar stellen voor de topsport. Hierna deelt hij mede dat de commissieleden een aangetekend schrijven hebben ontvangen waarin zij hun bezwaren tegen het toewijzen van de uren voor komend seizoen kenbaar hebben gemaakt. BC Weert heeft eveneens bezwaar tegen de procesgang; Dit heeft niet geleid tot een weloverwogen besluit. Goede alternatieven zijn volgens BC Weert over het hoofd gezien.

Het invoeren van het gebruiksrooster is per 1 augustus op organisatorisch gebied niet mogelijk. BC Weert heeft inhoudelijk bezwaar tegen optie 1 en 2 zoals die door de gemeente nu is voorgesteld.

Optie 1

Een verschuiving naar een andere dag betekent dat leden en trainers zich gaan bedenken en dat jeugdleden op vrijdag, zondag en maandag moeten spelen.

De activiteiten van de vereniging zijn nu verspreid over drie dagen, optie 1 betekent dat er een vierde dag bijkomt. Dit levert problemen op.

Optie 2

In optie wordt uitgegaan van een aanvangstijd van 20.00 uur. Dit is echter te laat. Er kan 1 uur minder van de hal gebruik gemaakt worden. Dit betekent 30% minder ruimte op de vrijdagavond.

De conclusie is dat de badmintonclub bezwaar maakt tegen deze twee voorgestelde opties en dat de ingangsdatum van 1 augustus niet haalbaar is.

Vervolgens neemt een vertegenwoordiger van (verzoekster; N.o.) het woord. Hij geeft aan dat 60% van hun leden afkomstig zijn uit de Wijk Boshoven en Molenakker. Er ontstaan binnen de verenigingen grote problemen als zij moeten uitwijken naar sporthal Leuken. Daarom gaat optie 1 ten koste van de vereniging. Alle inspanningen die gedaan zijn om tot een goede verenigingen uit te groeien, worden nu tenietgedaan. Tot slot deelt hij nog mede dat zij pas op 5 juni jl. geïnformeerd zijn over deze opties. De voorzitter geeft aan dat er een oplossing gezocht is voor de ontstane knelpunten. Het is echter heel moeilijk om aan alle wensen tegemoet te komen. Enkele jaren geleden zijn er nieuwe criteria opgesteld voor het toewijzen van uren. Hierbij heeft de topsport meer aandacht gekregen. De secretaris legt uit dat de toewijzingsprocedure niet vervroegd kan worden. Het is voor verenigingen onmogelijk om in februari/maart al aan te geven welke uren zij voor het volgend seizoen nodig hebben. Dhr. X wijst de aanwezigen en de commissieleden erop dat tijdens het jaarlijks overleg van gebruikers van de binnensportaccommodaties op 8 mei jl. roosters zijn uitgedeeld. De roosters van Sporthal Boshoven, Leuken en sportzaal Moesel waren nog niet geheel compleet. Hierbij is de opmerking geplaatst dat er nog een overleg zou gaan plaatsvinden met de topsportverenigingen. Hierbij zouden ook die verenigingen uitgenodigd worden die betrokken zijn bij het toewijzen van deze uren. (Verzoekster; N.o.) en BC Weert waren tijdens deze bijeenkomst echter niet aanwezig. Zij zijn voor de bijeenkomst met de topsportverenigingen van 5 juni jl. wel uitgenodigd en ook aanwezig. Dhr. S. concludeert dat er op dit moment door de commissie geen besluit genomen kan worden. Ook dhr. H. is deze mening toegedaan. Na enige discussie stelt de voorzitter voor om dit voorstel opnieuw in een extra openbare commissievergadering te behandelen. De voorgestelde opties worden opnieuw bekeken en de op- en aanmerkingen van vanavond zullen worden meegenomen. De commissieleden gaan akkoord met het voorstel. Deze extra vergadering zal worden gehouden op donderdag 21 juni a.s om 16.30 uur in kamer 130.

De commissie gaat wel akkoord met punt a en b van dit voorstel…"

9. Verzoekster liet de leden van de commissie SSR bij brief van 15 juni 2001 het volgende weten:

"Naar aanleiding van de discussies rond de urenverdeling van de binnensportaccommodaties voor het seizoen 2001-2002 vinden we het gewenst om de situatie waarin (verzoekster; N.o.) zich bevindt nader toe te lichten.

In de voorstellen van de gemeente is sprake van een drietal mogelijke verdelingen, waarbij optie 1 de vereniging voor grote problemen stelt. In bijgaand schrijven is onze mening weergegeven, zoals we deze al meerdere malen tijdens discussies hebben verwoord.

Hopelijk geeft dit schrijven de ernst van de situatie weer, waarin (verzoekster; N.o.) zich bevindt. Indien u vragen heeft of een nadere toelichting wenst, kunt u te allen tijde bellen op onderstaande telefoonnummers. (…)

Wat zijn doelstellingen en randvoorwaarden:

Doelstellingen:

De topteams van (Vanilla V.C.) en (Vanilla B.S.W.) trainingstijd geven in de sporthal waar ook de competitie-wedstrijden worden gespeeld.

Behoud van uren voor de Weerter sportverenigingen.

Een minimum aan bezwaren en problemen voor de totale Weerter sportwereld.

Randvoorwaarden:

De Sporthal Boshoven is beperkt in capaciteit op 'prime time'.

In de sporthal Leuken is wel tijd beschikbaar.

De sporthal Leuken wordt op korte termijn gerenoveerd.

Sportcentrum 'Gordijn' is een vraagteken.

Wat gebeurt hiermee:

In de bespreking van 8 mei, was nog geen sprake van de huidige voorstellen. Er is toen alleen aangegeven dat een inplanning van de topsport nog moest plaatsvinden. In een schrijven van 29 mei werden de betrokken sportverenigingen uitgenodigd voor een bespreking op 5 juni van de verschillende alternatieven. Hierin werd pas duidelijk hoe vergaand de consequenties waren. Tijdens deze vergadering was het mogelijk om mondeling een reactie te geven.

Door (verzoekster; N.o.) komt de gevolgde procedure over als een overval, zeker gezien het tijdsbestek en de vergaande consequenties die de mogelijke beslissing heeft voor de vereniging. Er is geen mogelijkheid tot een goed onderbouwde reactie.

Een inhoudelijke discussie over andere alternatieven was niet mogelijk omdat de informatie hiervoor ontbrak. Er zijn diverse alternatieven denkbaar. De mogelijkheden en onmogelijkheden zijn niet met de betrokken verenigingen besproken.

Het oorspronkelijke probleem, het faciliteren van topsport, wordt veroorzaakt door de topclubs, (Vanilla V.C.) en (Vanilla B.S.W.). In de opties van de gemeente wordt niet gesproken van een toekenning van extra uren, alleen maar een verschuiving die topsport tegemoetkomt. Er is in geen van de opties gekeken naar een oplossing binnen de uren van de betrokken clubs. Er wordt geschoven met de uren van de andere clubs, terwijl daar het probleem niet speelt.

De lusten en de lasten worden op deze manier wel erg eenzijdig verdeeld.

Wat zijn de consequenties bij een keuze voor optie 1:

(Verzoekster; N.o.) is alleen bij optie 1 betrokken, zodat ook alleen de consequenties van deze optie kunnen worden aangegeven.

(Verzoekster; N.o.) is voornamelijk een wijkvereniging. De opbouw van het ledenbestand, met name van de jeugdafdeling onderschrijft dit. Onze seniorleden komen voor ongeveer 60 % uit Boshoven en Molenakker; onze jeugdleden komen voor meer dan 80% uit Boshoven en Molenakker. (Verzoekster; N.o.) heeft nooit de ambitie gehad om uit te groeien naar een topclub met een dekking van de gehele stad. Onze doelstelling is om mensen de mogelijkheid te bieden om te kunnen volleyballen op hun eigen niveau. Dit geldt voor jeugd-, recreatie- en NeVoBo-competitie-spelers.

Jarenlang is in dit kader gewerkt aan een jeugdafdeling, die wat betreft kwaliteit en kwantiteit kon bieden wat door de jeugd werd gevraagd. Dit is uiteindelijk gelukt en we zijn in het bezit van een langzaam groeiende jeugdafdeling met voldoende kader. We kunnen de kinderen bieden wat we beloven. Er is bewust voor gekozen om geen grootschalige wervingscampagnes te voeren, omdat we de kinderen de faciliteiten vervolgens niet kunnen geven (trainers, coaches, zaalruimte). Door het verplaatsen van (verzoekster; N.o.) naar Leuken komen een aantal jeugdleden in problemen doordat ze niet naar Leuken kunnen komen. Een korte inventarisatie bij enkele ouders heeft dit al bevestigd: "mijn zoon stopt met volleybal als (verzoekster; N.o.) naar Leuken gaat". Door de opbouw in leeftijdscategorieën kan het afvallen van enkele jeugdleden al betekenen dat volledige teams teruggetrokken moeten worden, waardoor een sneeuwbaleffect ontstaat en de jeugdafdeling al snel gehalveerd wordt. Aanwas van nieuwe jeugdleden is moeilijk en vergt veel tijd. Daarbij komt, dat het werven van jeugdleden in Boshoven natuurlijk een onbegonnen zaak is als op Leuken wordt getraind. Voor de huidige jeugdleden lost dit niets op, we hebben het over een proces van 2-4 jaar of langer. (Vanilla volley) neemt wel de sporthal in beslag, maar biedt geen volleybal voor de jeugd van Boshoven. Ook enkele kaderleden komen bij een keuze voor optie 1 in problemen omdat niet iedereen de beschikking heeft over een auto om tijdig in sporthal Leuken aanwezig te zijn.

Als sporthal Leuken wordt gerenoveerd (hopelijk al in seizoen 2002-2003) moet opnieuw geschoven worden en dat zou betekenen dat we opnieuw met problemen komen te zitten. We kunnen hierdoor onze leden absoluut geen zekerheid meer bieden. Na de renovatie komt weer een ander verhaal, want dan is sporthal Leuken mogelijk weer wel interessant voor de topclubs.

Tot vijf seizoenen terug speelde (verzoekster; N.o.) nog de competitie-wedstrijden op zaterdag in de sporthal van Boshoven. Daar hebben we toen moeten wijken voor de basketbalclub en worden de wedstrijden gespeeld in de gymzaal van Boshoven. Dat betekent bij optie 1 dat we opnieuw moeten wijken voor het belang van de topsport, waaraan we part noch deel hebben.

Het wijkgebonden aspect van (verzoekster; N.o.) wordt ook nog eens bevestigd door de actieve samenwerking met de andere Boshoven. verenigingen. Vooral het jaarlijkse stratenvolleybaltoernooi, dat dit jaar voor de 18e keer werd georganiseerd, is een bewijs van een draagvlak en een betrokkenheid met Boshoven.

Conclusies:

Als optie 1 wordt gekozen kan (verzoekster; N.o.) maar één conclusie trekken: omdat (verzoekster; N.o.) geen topsport bezit en ambieert, wordt de jeugd van Boshoven de mogelijkheid ontnomen om te kunnen volleyballen.

Met het verdwijnen van de jeugdafdeling van (verzoekster; N.o.), verdwijnt ook de toekomst van (verzoekster; N.o.).

Wat zijn ons inziens de mogelijkheden:

Laat (Vanilla V.C.) en (Vanilla B.S.W.) gezamenlijk binnen hun eigen uren kijken naar de mogelijkheden, zodat de topteams van beide verenigingen in de sporthal kunnen trainen. Eventueel met gebruikmaking van de extra vrije uren op Leuken. De andere sportverenigingen worden dan niet belast met de problemen van deze beide verenigingen.

Zoek naar een structurele oplossing op lange termijn en betrek daarin ook de situatie van de renovatie en de situatie na de renovatie van de sporthal Leuken. Zoek de oplossing samen met de betrokken verenigingen en voer geen overval uit. Voer de discussie met een schone lei en niet met voorgekauwde oplossingen.

Er is op dit moment geen behoefte aan overhaaste beslissingen die op korte termijn een oplossing lijken, maar binnen afzienbare tijd opnieuw problemen met zich meebrengen. Zoek samen met de verenigingen naar een structurele, goed onderbouwde en breed geaccepteerde oplossing.

Slotoverweging:

Als Weert met optie 1 kiest voor topsport, is de prijs voor de jeugd uit Boshoven en Molenakker toch wel extreem hoog."

10. Bij brief van 19 juni 2001 deelde de voorzitter van de commissie SSR de betrokken sportverenigingen het volgende mee:

"Tijdens de commissievergadering van 14 juni jl. is afgesproken dat agendapunt 10 (punt c) in een extra commissievergadering opnieuw behandeld zou worden, aangezien er nog teveel knelpunten waren over het toewijzen van uren in Sporthal Boshoven, Leuken en sportzaal Moesel.

Op maandag 18 juni jl. heeft er een overleg plaatsgevonden met (Vanilla V.C.) en (Vanilla B.S.W.). Hieruit is een derde optie uit voortgekomen waarin zoveel mogelijk rekening is gehouden met de wensen van de diverse verenigingen. Deze derde optie treft u bijgaand aan.

Ik nodig u daarom graag uit voor deze extra commissievergadering op donderdag 21 juni a.s. om 16.30 uur (…)."

11. Verzoekster deelde het college van burgemeester en wethouders op 20 juni 2001 het volgende mee:

"Op dinsdag 19-06-01 ontvingen we een schrijven van u met betrekking tot een nieuwe optie voor de verdeling van de uren. Ook dit heeft onze ongerustheid niet weg kunnen nemen en we menen hier onze reactie op te moeten geven.

Graag zien we dit schrijven meegenomen in de commissievergadering van de raadscommissie SSR op donderdag 21-06-01 om 16.30 uur.

(…)

Reactie (verzoekster; N.o.) op voorstel optie 3 van gemeente Weert t.a.v. urentoewijzing binnensportaccommodaties.

Op maandag 18 juni heeft er een overleg plaatsgevonden tussen de gemeente Weert, (Vanilla V.C.) en (Vanilla B.S.W.). Daaruit is een derde optie uit voortgekomen waarvan we de inhoud op dinsdag 19 juni mochten ontvangen.

Bij dit overleg en het uitwerken van deze optie is (verzoekster; N.o.) niet betrokken geweest. Sterker nog, opnieuw wordt (verzoekster; N.o.) overvallen met een oplossing waarin van onze kant absoluut geen inspraak is geweest. We blijven ons verwonderen over de gang van zaken in deze kwestie en vragen ons af waarom we niet bij de uitwerking van een oplossing zijn betrokken. Zeker nu bij optie 3 blijkt dat (verzoekster; N.o.) als enige vereniging benadeeld wordt en mogelijk zelfs bedreigd wordt in zijn voortbestaan.

In optie 3, die nu voor ons op tafel ligt, zijn door de gemeente en de beide topclubs een aantal punten over het hoofd gezien.

Een deel van de jeugd traint met de senioren mee. Dat betekent dat ook in optie 3, de jeugd van Boshoven en Molenakker naar sporthal Leuken moet om te kunnen volleyballen. Wilt u uw zoon of dochter van 17, 18 jaar om 22.30 of 23.00 op de fiets van Leuken naar Boshoven laten gaan?

Na afloop van de training van de jeugd is het niet onze doelstelling om na de training de kinderen aan hun lot over te laten. Ook in de kleedkamer en bij het verlaten van de sporthal blijkt dat een wakend oog noodzakelijk is. We vinden dit een deel van onze verantwoordelijkheid. Op dit moment wordt de trainersgroep gevormd door recreatie dames (2), NeVoBo dames (1), NeVoBo heren (2) en de trainer van recreatie dames. Deze mensen zijn minimaal een half uur kwijt voordat begonnen kan worden met een training in sporthal Leuken. Hoe een goede indeling te maken in het tweede blok in de sporthal Leuken is mij nu nog een raadsel.

Het is ieder jaar weer de vraag hoe de begeleiding van de jeugd kan worden ingevuld, en we mogen ons verheugen in het feit dat we nu een redelijk stabiele groep hebben, die zich daarvoor wil inzetten. Als blijkt dat door deze wijzigingen niet meer getraind kan worden, zullen hier zeker mensen gaan afhaken.

Door aansluitende trainingen komt de jeugd automatisch in contact met de senioren. Voor de soepele doorstroming is dit een vereiste. Om dit te verbeteren worden ook bij een aantal jeugdtrainingen de NeVoBo-speelsters en -spelers betrokken zodat de kloof tussen jeugd en senioren niet te groot wordt. Dit is door aansluiting van trainingen geen probleem. In de nieuwe situatie levert dit grote bezwaren op.

In de indeling van blokken wordt ervan uitgegaan dat gelijktijdig in beide hallen wordt getraind. Dat betekent dat in beide hallen voldoende ballen aanwezig moeten zijn. Op dit moment zijn deze niet beschikbaar. Voor drie velden zijn minimaal 20-25 ballen nodig. Dit zou voor de vereniging een investering van ongeveer FL 2500,00 betekenen!!

Bij deze optie blijft nog altijd de vraag staan, wat er gaat gebeuren als sporthal Leuken wordt gerenoveerd. We kunnen hier alleen maar naar gissen, maar gezien de discussies van de afgelopen weken, doet ons dit het ergste vermoeden.

Binnen de urenverdeling van optie 3 constateren we de volgende verschuivingen in de beschikbare veld-uren:

(Vanilla V.C.) krijgt -6 uren in sportzaal Moesel op donderdag en +4,5 uur in Sporthal Boshoven op donderdag.

(Vanilla B.S.W.) krijgt -4,5 in Sporthal Boshoven op donderdag, +5 uren in sportzaal Moesel op donderdag, +7,5 uren in Sporthal Boshoven op maandag en de mogelijkheid om uit te kunnen breiden op dinsdag en donderdag met in totaal nog eens +6 uren in Sporthal Boshoven.

Dat betekent een forse uitbreiding van het aantal uren voor (Vanilla B.S.W.), hoewel dit nog steeds niet aan hun vraag voldoet. Deze uitbreiding gaat wel ten koste van de uren van (verzoekster; N.o.) in de sporthal van Boshoven.

Waarom is niet gekozen voor de volgende optie:

(Vanilla B.S.W.) krijgt de uren in sporthal Leuken op maandag van 19.30 uur tot 23.00 uur. Hierdoor worden de beschikbare uren van (Vanilla B.S.W.) opnieuw uitgebreid met +3 velduren.

Indien heren 1 van (Vanilla B.S.W.) in Sporthal Boshoven wenst te trainen, kan dit nog gebeuren op dinsdag of donderdag. (Vanilla B.S.W.) is volledig vrij om de eigen uren in te vullen.

(Vanilla B.S.W.) krijgt dan extra uren in de ruimte die al beschikbaar is zonder verder te schuiven bij andere verenigingen.

Met deze optie wordt niet alleen BC Weert '67 en Gehandicaptensportvereniging Weert, maar ook (verzoekster; N.o.) gespaard voor de consequenties van de topsport."

12. Het verslag van de vergadering van de commissie SSR van 21 juni 2001 luidt als volgt:

"Verslag van de extra vergadering van de commissie Sport en Sportieve Recreatie d.d. 21 juni 2001.

Aanwezig : (…), de heren B., J., R., H., C.

Afwezig mkg : G., (…).

Voorzitter : Wethouder S.

Notulist : Ge.

10. C. Vaststellen van de gebruiksroosters van Sporthal Boshoven, sporthal Leuken en sportzaal Moesel voor het sportseizoen 2001-2002.

De voorzitter opent de vergadering met de mededeling dat alle commissieleden en alle betrokken verenigingen een nieuwe, derde optie hebben ontvangen voor het gebruik van de uren in Sporthal Boshoven, Leuken en sportzaal Moesel. Daarnaast zijn er een brief en een fax binnengekomen van (verzoekster; N.o.), waarin zij hun bezwaren kenbaar maken tegen deze derde optie. Alle commissieleden hebben deze twee exemplaren ontvangen. K. van (verzoekster; N.o.) wil vervolgens graag gebruik maken van de spreektijd. Hij begint met de mededeling dat de club dubbel verrast is.

1. Het voorgesteld overleg binnen de topsportclubs heeft geleid tot een daadwerkelijk kwalitatief beter voorstel. Tenminste voor de gemeente, want de commissie hoeft nu niet meer de bijna onmogelijke keuze te maken tussen topsport en jeugdsport.

2. Uit het overleg met (Vanilla V.C.) en (Vanilla B.S.W.) komt uiteindelijk een voorstel dat alle nadelen legt bij een niet in het overleg betrokken vereniging, nl. (de verzoekster; N.o.). De nieuwe optie 3 betekent dat (Vanilla V.C.) centre court kan gaan trainen. De badmintonclub en gehandicaptensport blijven ongemoeid, maar (verzoekster; N.o.) moet wijken of anders gezegd; "(de verzoekster; N.o.) wordt weg gesneden uit de wijk".

Een diepere analyse van deze optie leert ons dat splitsen wel een optie is, maar in de praktijk moeilijk realiseerbaar. De club heeft zes jeugdtrainers die gerekruteerd zijn uit de spelende seniorleden. Deze trainers zouden dus halverwege de avond van Sporthal Boshoven naar sporthal Leuken moeten gaan om zelf te kunnen trainen. Dit is geen goede gang van zaken. Dhr. K. pleit vervolgens voor een vijfde optie genoemd in hun fax waarin (Vanilla B.S.W.) op maandagavond van 19.30 - 23.00 uur de beschikking krijgt over sporthal Leuken. Op dinsdag of donderdag kan heren 1 in Sporthal Boshoven eventueel nog centre court trainen. Met deze optie blijft het gebruik van BC Weert '67, GSW, en (verzoekster; N.o.) ongemoeid. Tot slot dankt hij de grote onbekende die (verzoekster; N.o.) steun betuigd heeft in het gevecht om lijfsbehoud. Dhr. K. vraagt de voorzitter om de voorgestelde optie van (verzoekster; N.o.) mee te nemen in het besluit.

De voorzitter bedankt dHr. K. voor zijn betoog en geeft vervolgens zijn reactie. Allereerst deelt hij mede dat een sporthal geen wijkvoorziening is. Vervolgens geeft hij aan dat er nu gesproken wordt over de lusten voor de topsport en de lasten voor andere verenigingen. Hij is het hiermee niet eens. Topsport ontwikkelt zich met het gevolg dat er aanvullende wensen komen ten aanzien van de accommodatie. Het nadeel bij optie 3 is dat de jeugd van (verzoekster; N.o.) kan blijven trainen in Sporthal Boshoven, maar dat de senioren naar sporthal Leuken moeten gaan. Dit is volgens de voorzitter redelijk. De heer C. vraagt aan dhr. K. of (verzoekster; N.o.) op een andere avond gebruik kan maken van sporthal Leuken. Dhr. K. kan hierop nu geen antwoord geven. Dit moet eerst binnen de vereniging overlegd worden. Ze zijn jaren gewend om op de maandag te trainen. (Vanilla B.S.W.) / mevr. E., geeft aan dat in de nieuwe optie 3 het eerste herenteam eindelijk de gelegenheid krijgt om in Sporthal Boshoven centre court te trainen. Dit wordt als zeer positief ervaren. Daarnaast zullen zij de uren van 22.00 - 23.00 uur op dinsdag en donderdag nodig hebben. Optie 3 is voor hen acceptabel. Dhr. B. vraagt of het eerste herenteam van (Vanilla B.S.W.) overdag kan trainen. Mevr. E. antwoordt dat dit niet mogelijk is i.v.m. de werkzaamheden van de spelers. Optie 5 van (de verzoekster; N.o.) is voor (Vanilla B.S.W.) niet bespreekbaar. Dhr. C. constateert dat recreatieve groepen op de dinsdagavond gebruik maken van sporthal Leuken. Hij vraagt aan dhr. K. of zij op deze avond gebruik kunnen maken van sporthal Leuken. Dhr. K. geeft aan dat hierop nu geen antwoord gegeven kan worden. De jeugdafdeling is met optie 3 wel gered, maar het valt heel zwaar om na 19 jaar te moeten switchen van sporthal. Dhr. J. vindt dat deze hele discussie al eerder had moeten plaatsvinden. Dhr. B. deelt de mening van de voorzitter dat een sporthal geen wijkvoorziening is en dat het clusteren van hallen al eerder aan de orde is geweest. De voorzitter geeft nogmaals aan dat de criteria voor het toewijzen van uren zijn aangepast, waarbij topsport meer ruimte heeft gekregen. De concrete uitwerking komt nu pas aan de orde. Dhr. V. van (verzoekster; N.o.) vraagt aan (Vanilla B.S.W.) waarom het eerste herenteam niet op dinsdag of donderdag centre court kan trainen ipv de maandagavond. Hierop antwoordt mevr. E. dat dit ivm de vele jeugdteams niet mogelijk is. Vervolgens stelt dhr. V. voor om de uren van de maandagavond van (Vanilla B.S.W.) te verschuiven naar sporthal Leuken. Dit is volgens de basketbalclub ook niet mogelijk omdat de afmetingen van de beide hallen verschillen en er minder teams tegelijk kunnen trainen.

Dhr. B. stelt voor om optie 3 te accepteren. Dhr. van H. gaat hiermee akkoord. De jeugd van (verzoekster; N.o.) kan in Sporthal Boshoven blijven en senioren gaan naar Leuken. Dhr. C. vraagt of met de recreatieve groepen in sporthal Leuken op de dinsdagavond geschoven kan worden, zodat (verzoekster; N.o.) op dinsdagavond kan trainen. Hiermee kan het probleem van het zich moeten verplaatsen van trainers op de maandagavond worden voorkomen. Dhr. R. pleit voor het volgen van de huidige bezetting in de sportaccommodaties. Dhr. J. wil eerst het definitieve antwoord van (verzoekster; N.o.) afwachten voordat er geschoven gaat worden met de recreative groepen. Hij adviseert de verenigingen eveneens om de jaarlijkse bijeenkomst voor gebruikers van binnensportaccommodaties bij te wonen. Dhr. C. vindt dat deze jaarlijkse bijeenkomst pas kan plaatsvinden nadat de benodigde gegevens van (Vanilla B.S.W.) binnen zijn.

De voorzitter besluit deze vergadering met de opmerking dat de commissie in principe akkoord gaat met de voorgestelde optie 3, maar dat de mogelijkheid bekeken moet worden of (verzoekster; N.o.) op de dinsdagavond in sporthal Leuken terecht kan. Dit betekent echter wel dat de recreatieve gebruikers plaats moeten maken."

13. Op 22 juni 2001 deelde verzoekster het college van burgemeester en wethouders het volgende mee:

"In de vergadering van de raadscommissie SSR van 21-06-01 is een beslissing genomen over de urenverdeling van de binnensportaccommodaties.

In bijgaand schrijven zijn de opties nogmaals met elkaar vergeleken. Hieruit blijkt dat een beter onderzoek naar de mogelijkheden een geheel andere kijk op dit probleem geeft. Tijdens de vergadering is gesteld dat nieuwe gezichtspunten die een verbetering van de situatie bewerkstelligen beoordeeld zullen worden naar hun mogelijkheden.

Bijgaand overzicht toont aan dat de keuze voor optie 3 onvoldoende doordacht en overhaast is genomen. We begrijpen de tijdsdruk, maar vinden het te eenvoudig om op deze manier deze zaak af te wikkelen. We vragen dan ook, om met deze informatie uw keuze nogmaals te overdenken en te herzien.

(…)

In de commissievergadering van 21-06-01 is bij de verdeling van de uren voor de binnensportaccommodaties een keuze gemaakt voor optie 3. Wij betreuren deze keuze ten zeerste. Vooral gezien het feit, dat het voorstel van (verzoekster; N.o.) (ook wel optie 4 genoemd) terzijde werd geschoven zonder gedegen onderzoek naar de mogelijkheden is voor ons onbegrijpelijk. De opmerking van (Vanilla B.S.W.) dat deze optie niet tot de mogelijkheden behoort, was voldoende om optie 4 niet te honoreren. Het belangrijkste probleem van (Vanilla B.S.W.) is, dat onvoldoende velduren beschikbaar zijn bij een verhuizing op maandag naar sporthal Leuken.

Er werd gesteld dat in sporthal Leuken slechts één veld beschikbaar was. Na de vergadering is door ons een kort bezoek aan sporthal Leuken gebracht. Hierbij werd al snel duidelijk dat inderdaad slechts één veld beschikbaar was, maar dat de ruimte voldoende is om twee velden aan te leggen.

Tevens is in optie 3 meegenomen dat (Vanilla B.S.W.) heren 2,5 uur centre-court traint. Als we kijken naar de oplossing die (Vanilla V.C.) geboden wordt in Sporthal Boshoven, 1,5 uur op één veld en 1,0 uur centre-court, zien we een andere kijk op dezelfde situatie. Warming up en basistraining kunnen op een andere manier behandeld worden dan teamtraining en wedstrijdtraining.

Met deze gegevens zijn we de verschillende opties nog eens gaan analyseren. Hierbij is alleen gekeken naar de uren voor (Vanilla B.S.W.) op maandag en dinsdag in Sporthal Boshoven en sporthal Leuken. De overige dagen blijven, met betrekking tot de urenverdeling, gelijk. In bijgaand overzicht zijn de opties cijfermatig uitgewerkt.

Optie 3 is daarbij de oplossing die op dit moment gekozen is. Op maandag training van (Vanilla B.S.W.) heren centre-court en op dinsdag de volledige hal van 18:00 tot 22:00 uur. We komen dan op een totaal van 19 velduren.

In optie 4 is uitgegaan van een trainingsopbouw welke ook bij (Vanilla V.C.) wordt gehanteerd. Een deel op een enkel veld (hiervoor is 1 uur aangehouden) en een deel centre-court (1,5 uur). Voor de sporthal Leuken is uitgegaan van het gegeven dat de gemeente de faciliteiten zodanig aanpast dat 2 velden beschikbaar zijn. Dit levert in totaal 21,5 velduren op.

Mocht de gemeente de aanpassingen in sporthal Leuken niet faciliteren, komen we bij optie 4a. Hier is sporthal Leuken meegeteld voor 1 veld. Dit levert dan in totaal 19 velduren op, wat gelijk is aan de gekozen optie 3.

Hierin zijn niet de mogelijke extra uren meegenomen tussen 22:00 en 23:00 uur die ook ter beschikking staan voor (Vanilla B.S.W.).

Natuurlijk is het aantal varianten nog verder uit te breiden. Maar optie 4 en 4a laten al zien dat met enige creativiteit oplossingen worden gevonden, die ook (Vanilla B.S.W.) alle ruimte bieden die het nodig heeft."

14. Op 28 juni 2001 reageerde de heer X per faxbericht op het schrijven van verzoekster en concludeerde hij dat het door verzoeker gedane voorstel niet haalbaar was.

15. Bij brief van 29 juni 2001 deelt de heer X de sportverenigingen het volgende mee:

"Door middel van dit schrijven wil ik u, gebruiker van Sporthal Boshoven, sporhal Leuken en / of sportzaal Moesel, graag informeren over het volgende:

Roosters seizoen 2001-2002

Bijgevoegd treft u in bijlage 1 de kopieën aan van de roosters van de bovengenoemde sportaccommodaties voor het komende sportseizoen 2001-2002. Deze roosters zijn in de extra vergadering van de commissie Sport en Sportieve recreatie d.d. 21 juni jl. vastgesteld. Aan de hand van deze roosters kunt u zien welke uren, in welke accommodatie aan u zijn toegewezen voor het komende seizoen. Dit betreft alleen de uren voor vast, regulier gebruik! Competitieprogramma's zijn in deze roosters niet opgenomen. De huurcontracten en bijbehorende datalijsten worden u in de 4e week van juni en de 1e twee weken van juli toegestuurd.

Knelpunten

Bijlage 2 betreft het overzicht van knelpunten die zich bij de aanvragen voor het komende seizoen voordoen. In de kolom ' Opmerkingen / motivering' zijn, waar nodig, oplossingen c.q. alternatieven aangedragen. Met de verenigingen / gebruikers waarvoor oplossingen of alternatieven gezocht dienen te worden zal binnenkort contact opgenomen worden om deze in overleg te bepalen.

Toernooi / evenementenkalender

Bijlage 3 betreft de toernooi- en evenementenkalender voor het sportseizoen 2001 - 2002. Hierop staan alle toernooien en evenementen vermeldt die door de commissie Sport en Sportieve recreatie gehonoreerd zijn. Ik verzoek u met de planning van competitiewedstrijden rekening te houden met deze toernooien en evenementen. Op dagen / tijden dat er een toernooi of evenement gepland is, kunnen er geen (competitie) wedstrijden gepland worden en komt het aangevraagde regulier gebruik te vervallen. De huurcontracten voor de toernooien en evenementen worden in de 4e week van juni naar de betreffende aanvragers gestuurd.

Mocht u over dit schrijven, de roosters, de knelpunten of de toernooi- en evenementenkalender nog vragen hebben, kunt u tijdens kantooruren contact met mij opnemen."

16. Verzoekster berichtte de gemeente op 2 juli 2001 als volgt:

"Afgelopen donderdag 28-06-01 is er door de gemeente, in de persoon van X, gereageerd op de door (verzoekster; N.o.) voorgestelde opties.

Als een van de punten in deze reactie wordt gesteld dat het technisch onmogelijk is om twee basketbalvelden in sporthal Leuken aan te leggen. Het zou niet mogelijk zijn om de baskets aan de spanten te bevestigen, de belasting zou te zwaar zijn. Gezien mijn persoonlijke ervaring als bouwkundig constructeur van twintig jaar kan ik dit punt naar het rijk der fabels verwijzen. De belasting van een basket inclusief het gewicht van een man is minimaal ten opzichte van de totale belasting van een spant. Hierdoor is de afwijzing die de gemeente doet ten opzichte van optie 4 op zijn minst gezegd een beetje voorbarig.

Bij de urenverdeling wordt door de gemeente in hun laatste reactie gesteld dat de uren op maandag van 22:00 tot 23:00 uur niet bezet wordt door (Vanilla B.S.W.) heren 1, maar door 3 andere teams van (Vanilla B.S.W.) (alleen heren 2, heren 3 en recreatieteam van (Vanilla B.S.W.) komen hiervoor blijkbaar in aanmerking; zie notitie gemeente). Dit betekent dat optie 4a twee velduren tekort komt ten opzichte van de gekozen optie 3. Het is wel vreemd dat deze drie teams ook op dinsdag en donderdag van 22:00 tot 23:00 uur gebruik kunnen maken van de sporthal en dus blijkbaar allemaal drie trainingen per week afwerken.

Bij de gekozen optie 3 ligt het grootste probleem bij de begeleiding van de jeugd. De jeugdtrainers dienen na de training in Boshoven aanwezig te zijn in sporthal Leuken voor hun eigen training. De situatie op dit moment is dat:

Twee jeugdtrainers geen problemen kennen met de tijden.

Een jeugdtrainer stopt met actie volleybal ten voordele van de jeugd.

Een jeugdtrainer een deel van zijn training verloren ziet gaan door het niet tijdig aanwezig kunnen zijn op de training in Leuken.

Twee jeugdtrainers nog geen beslissing hebben genomen voor het komende seizoen.

Dat betekent dat wij op dit moment nog niet weten of het komend seizoen voldoende begeleiding voor de jeugd aanwezig is. Vervanging bij het wegvallen van trainers kunnen we wel vergeten. Wie gaat training geven op Boshoven als men vrijwel op hetzelfde moment in Leuken moet zijn voor de eigen training? We hebben dan wel de jeugd en de zaaluren, maar niet de begeleiding die erbij hoort.

Concluderend:

Ons inziens staat de gemeente voor de keuze uit twee opties:

Het handhaven van de keuze voor optie 3.

Dit houdt in dat de begeleiding van de jeugd van (verzoekster; N.o.) minimaal wordt en in de toekomst alleen maar zal verslechteren.

Dit houdt voor (Vanilla B.S.W.) in dat alle uren van 22:00 tot 23:00 uur op alle velden bezet moeten zijn. Als dit niet het geval is, zijn aan (Vanilla B.S.W.) uren toegekend die niet gebruikt worden, maar die wel een andere vereniging in grote problemen brengt. Wij verlangen dan ook dat daar sancties op worden gesteld.

Wij gaan ervan uit dat de inrichting van de sporthal Leuken dusdanig is of wordt gemaakt dat er gelijktijdig getraind kan worden en wedstrijden kunnen worden gespeeld met een bezetting van 15 tot 20 mensen per veld (denk hierbij onder andere aan veldafscheidingen).

Het wijzigen van hun keuze door optie 4 of 4a te kiezen.

Wij hopen dat de gemeente hun keuze laat vallen op optie 4, zodat (Vanilla B.S.W.) optimaal gebruik kan maken van sporthal Leuken.

Mocht (Vanilla B.S.W.) niet voldoende velduren krijgen, dan is het mogelijk dat op maandag van 22:00 tot 23:00 uur 2 velden in Sporthal Boshoven afgestaan worden aan (Vanilla B.S.W.), waardoor het aantal velduren van optie 3 wel wordt gehaald.

Slotopmerkingen:

Tot nu toe worden door de gemeente alleen maar redenen aangedragen die de keuze van optie 3 onderbouwen (in aanvang zelfs optie 1, waarbij (verzoekster; N.o.) inclusief jeugd naar Leuken moest verhuizen) en bezwaren aangedragen tegen de voorgestelde opties van (verzoekster; N.o.). Blijkbaar zijn de uren die (Vanilla B.S.W.) afstaat aan (Vanilla V.C.) op donderdag alleen maar te vervangen door de uren op maandag. (Vanilla B.S.W.) wenst blijkbaar geen andere oplossing te accepteren, gezien het overleg dat geweest is tussen gemeente, (Vanilla V.C.) en (Vanilla B.S.W.).

In dit kader is ons ter ore gekomen dat X, die verantwoordelijk is voor de urenverdeling van de binnensportaccommodaties, assistent trainer is of wordt bij (Vanilla V.C.) dames 1. Als dit inderdaad het geval is, is hier sprake van een ongeoorloofde belangenverstrengeling, die ons inziens niet acceptabel is. Wij wensen hiervan niet de consequenties te dragen."

17. Op 4 juli 2001 stond in een plaatselijke krant het bericht dat de heer X assistenttrainer/coach werd van het topsport dames volleybalteam.

18. Het college van burgemeester en wethouders liet verzoekster bij brief van 9 juli 2003 het volgende weten:

"Met een faxbericht van 3 juli 2001 vraagt u ons college een besluit te nemen over de bezettingschema's voor de sporthallen Boshoven en Leuken in het seizoen 2001 - 2002.

Wij delen u hierover het volgende mede. De bezettingschema's worden door de commissie Sport en Sportieve recreatie vastgesteld. Dit gebeurt conform artikel 2 van de verordening voor de commissie Sport en Sportieve recreatie, waarin staat "Aan de commissie Sport en Sportieve recreatie wordt opgedragen: (…) het toewijzen van de gebruiksuren van de ter beschikking van de gemeente staande sportaccommodaties aan verenigingen, groepen en andere organisaties of instellingen." Ons college mist de bevoegdheid voor deze taak. Daarom kunnen wij niet op uw verzoek ingaan

Overigens merken wij over de opties die u voorstelt het volgende op:

In uw uitwerking heeft u het topteam van (Vanilla B.S.W.) geplaatst tot 23.00 uur. Het is u bekend dat de topsportteams tot max. 22.00 uur kunnen trainen.

Indien we uw optie zodanig uitwerken dat de topteams tot 22.00 uur trainen, komen we in totaal 2 (veld)uren tekort. In de fax geeft u aan dat (verzoekster; N.o.) bereid is om op maandag 2 velden in Sporthal Boshoven af te staan van 22.00 - 23.00 uur. Hierdoor komt het totaal aantal (veld)uren wel overeen, echter dit houdt in dat (Vanilla B.S.W.) 5 teams tot 23.00 uur moet laten trainen. Dit terwijl bekend is dat de opbouw van basketbalvereniging (Vanilla B.S.W.) zodanig is dat ze veel jeugdteams bezitten en maar 3 teams hebben (heren 2, heren 3 en recreantenteam) die ze tot 23.00 uur kunnen laten trainen. Daarnaast zou dit betekenen dat er 2 teams op maandag een training van 1 uur moeten afwerken, terwijl er gewerkt wordt in trainingsblokken van minimaal 1½ uur.

De door u voorgestelde optie zou wel haalbaar zijn, indien er in sporthal Leuken 2 basketbalvelden gesitueerd zouden zijn, i.p.v. 1. In het verleden is er door ons reeds onderzoek gedaan om in sporthal Leuken een 2e basketbalveld aan te leggen. Dit onderzoek heeft uitgewezen dat dit technisch niet mogelijk is. Deze onmogelijkheid betreft niet alleen de constructie van de spanten.

Bovendien heeft u gezegd dat uw vereniging geen gebruik wil maken van de mogelijkheid om een andere avond in sporthal Leuken te krijgen dan de maandagavond. Door een andere avond te kiezen zou het probleem voor de jeugdleiders waarop u de nadruk legt, opgelost zijn.

U geeft aan dat (verzoekster; N.o.) bereid is 2 velduren op maandag in Sporthal Boshoven af te staan. Is het binnen uw gebruikstijd niet zodanig te organiseren dat teams waarin jeugdleiders spelen, met hun training starten een half uur na dat ze de training in Sporthal Boshoven afgerond hebben?

Uw opmerking over medewerker X is ongepast. Er is geen sprake van dat de heer X zijn positie bij de gemeente Weert heeft gebruikt om (Vanilla V.C.) of (Vanilla B.S.W.) te bevoordelen."

19. Verzoekster deelde het college van burgemeester en wethouders op 11 juli 2001 het volgende mee:

"…Onlangs mochten wij uw schrijven ontvangen voor de toewijzing van de uren voor de binnensportaccommodaties gedateerd 29-06-01. Hierin zijn voor (verzoekster; N.o.) de uren toegewezen zoals beslist is tijdens de laatste zitting van de raadscommissie SSR.

Onze grootste verrassing kwam bij het lezen van het overzicht van knelpunten. (Verzoekster; N.o.) werd in het geheel niet in het overzicht van knelpunten opgenomen. Blijkbaar wordt deze discussie niet als een knelpunt ervaren door de gemeente. Wij hebben de indruk dat (verzoekster; N.o.) volledig wordt genegeerd door de gemeente. Helaas heb ik deze houding al eerder in deze discussie moeten waarnemen.

In uw laatste schrijven d.d. 09-07-01 geeft u aan, dat u niet in de positie bent om de beslissing van de raadscommissie te corrigeren. U probeert nogmaals met een aantal argumenten uw keuze te onderbouwen. In bijgaand schrijven is hierop puntsgewijs gereageerd, waarbij elk argument weerlegd kan worden.

Hier is ons inziens vooraf een keuze gemaakt en deze is achteraf beargumenteerd.

De problemen die hierdoor ontstaan bij (verzoekster; N.o.) zijn u bekend en wij kunnen voor de beslissing in de toewijzing van de uren, gezien de zwakke argumenten, geen begrip opbrengen. Wij kunnen hiermee niet akkoord gaan en zijn genoodzaakt om verdere stappen te ondernemen.

(…)

Reactie op uw schrijven d.d. 09-07-01.

1.

U stelt dat u niet de bevoegdheid heeft om een besluit te nemen over de urenverdeling en dat dit uitsluitend is toegewezen aan de raadscommissie SSR. Daarom verzoeken wij u om dit onderwerp op de agenda te plaatsen van de eerstvolgende vergadering van de raadscommissie SSR. Indien dit niet de juiste wijze is om dit te bewerkstelligen, verwacht ik van u, dat u mij informeert over de te volgen procedure.

2.

Binnen de uren die (Vanilla B.S.W.) heeft, zijn meerdere mogelijkheden uit te werken om te komen tot een verdeling die de topsport de mogelijkheid biedt om tot 22:00 uur te trainen. Wij kennen onvoldoende details van de opbouw van hun trainingsgroepen om hierover in detail een uitspraak te doen.

3.

Bij het tellen van de velduren zijn wij inderdaad uitgegaan van een training van 22:00 - 23:00 uur op maandag. Deze informatie is echter niet door ons verzonnen, maar is afkomstig van uzelf (zie fax d.d. 28-06-01). Indien u nu te kennen geeft dat dit niet haalbaar is, terwijl u het eerder aanhaalt als een argument voor de plaatsing van (Vanilla B.S.W.) op maandag, vragen wij ons af in wat voor discussie wij nu verzeild zijn geraakt. Blijkbaar wijzigen uw argumenten afhankelijk van de gestelde vragen.

Daarnaast vragen wij ons af wat de stappen van de gemeente zullen zijn als de uren die door (Vanilla B.S.W.) zijn gevraagd en gekregen niet op een behoorlijke wijze worden ingevuld. Accepteert de gemeente een houding van een vereniging die onterecht de uren claimt, of gaat men hier tussentijds maatregelen tegen treffen?

4.

Over het plaatsen van 2 basketbalvelden in sporthal Leuken is door de gemeente aan ons meegedeeld dat het niet mogelijk zou zijn in verband met de constructie van de spanten. Wij kunnen alleen maar reageren op informatie die door u verstrekt wordt. Blijkbaar is de verstrekte informatie niet volledig. Ook in uw laatste schrijven d.d. 09-07-01 wordt hier niet verder op ingegaan en het punt wordt door u afgedaan met enkele algemene opmerkingen waarvan niet beoordeeld kan worden of deze terecht zijn. Bij het verschuiven van de trainingen naar een andere avond om de jeugdtrainers te ontlasten, schrijft u dat wij daar geen gebruik van willen maken. Het is meer een kwestie van niet kunnen. U stelt ons voor een voldongen feit op het moment dat het seizoen is afgelopen. Het merendeel van de mensen is niet bereikbaar. Het is voor ons onmogelijk om op deze korte termijn een goede inventarisatie onder de leden te houden en daar onze conclusies aan te verbinden.

Indien u ons meer tijd had gegund was dit zeker een bespreekbare optie geweest. Bij een overval, zoals die nu is uitgevoerd, kunt u van ons niet verwachten dat dit nog in goede orde met de leden kan worden geregeld.

6.

Indien we de mogelijkheid hadden om de trainingen in de nieuwe situatie zodanig te plaatsen dat de jeugdtrainers geen problemen zouden kennen, was deze zeker gekozen. Ook hier geldt uw uitspraak dat een trainingsblok 1,5 uur in beslag neemt. De training in Sporthal Boshoven eindigt om 20:00 uur, waarna opgeruimd moet worden. Aanvang van de eerste training in sporthal Leuken om 20:30 betekent dat de trainingsgroepen trainen van 20:30-22:00 uur en van 22:00-23.30 uur. Dit laatste tijdstip is niet acceptabel maar ook niet mogelijk gezien de openingstijden van de sporthal.

7.

Onze opmerking over de positie van X is een constatering van feiten. Het is aan u om ervoor te zorgen dat ook maar de geringste schijn van belangenverstrengeling voorkomen wordt."

20. Bij brief van 15 juli 2001 deelde verzoekster de commissie SSR het volgende mee:

"Na de laatste vergadering van de raadscommissie is door ons een alternatief voorstel uitgewerkt, waarvan u een kopie heeft ontvangen. Ditzelfde voorstel is ook naar wethouder S. gestuurd met het verzoek om met deze informatie alsnog de beslissing te heroverwegen.

Dit heeft geleid tot een correspondentie, waarvan wij u hierbij ter informatie een kopie doen toekomen.

Schrijven gemeente Weert d.d. 28-6-01 waarin de gemeente antwoordt op het voorstel van (verzoekster; N.o.) met de conclusie dat dit voorstel niet haalbaar zou zijn.

Schrijven (verzoekster; N.o.) d.d. 02-07-01 waarin (verzoekster; N.o.) aantoont dat de argumenten van de gemeente niet correct zijn en dat (verzoekster; N.o.) bereid is om de twee ontbrekende uren voor (Vanilla B.S.W.) af te staan. Tevens wordt de positie van de betrokken ambtenaar aan de orde gebracht. De positie van de ambtenaar wordt bevestigd met een krantenartikel.

Schrijven gemeente Weert d.d. 29-06-01 waarin de definitieve urenverdelingen zijn aangegeven. Dit schrijven heeft het voorgaande gekruist zodat daarop niet door ons is gereageerd. Vreemd is voor ons dat (verzoekster; N.o.) hierin niet als knelpunt wordt gezien, alsof de discussie rond dit probleem wordt doodgezwegen.

Schrijven gemeente Weert d.d. 09-07-01. Hierin geeft men aan dat het college van burgemeester en wethouders hierin geen bevoegdheid heeft, zodat een beroepsmogelijkheid ontbreekt. Het meest opmerkelijke is hier dat nu argumenten worden gebruikt die in een eerder schrijven het tegenovergestelde moesten bewijzen (de uren op maandagavond van 22:00-23:00 uur; zie schrijven 1)

Schrijven (verzoekster; N.o.) d.d. 11-07-01, waarin opnieuw de argumenten van de gemeente worden ontzenuwd. De gemeente wenst de topsport, in de vorm van (Vanilla V.C.) en (Vanilla B.S.W.), beter te faciliteren door de topteams van deze verenigingen meer uren te geven in Sporthal Boshoven Dit standpunt is een politieke keuze die door de gemeente is gemaakt, maar de uitwerking van deze keuze is bijzonder eenzijdig en zwak. De argumenten die de gemeente aandraagt voor hun keuze, ondersteunen slechts een optie die (Vanilla B.S.W.) de maandagavond toekent. Alternatieven die (verzoekster; N.o.) heeft aangedragen werden niet onderzocht en slechts met zwakke, steeds wisselende tegenargumenten afgedaan. Elk argument dat de gemeente aandraagt, kan door (verzoekster; N.o.) weerlegd worden; echter de gemeente wenst hier niet naar te luisteren. Het geheel lijkt een gebed zonder einde te worden, met als eindconclusie dat we door de tijdsdruk, de start van het nieuwe seizoen, verplicht zullen zijn om in sporthal Leuken te beginnen met alle nadelige gevolgen voor de vereniging. Omdat u blijkbaar als raadscommissie de enige bent die in deze zaak een beslissing kan nemen, verzoek ik u om in de eerstvolgende commissievergadering dit punt weer aan de orde te stellen. Hierbij de volgende vragen:

Is het mogelijk dat de opties die door (verzoekster; N.o.) zijn aangedragen in detail worden onderzocht op de mogelijkheden voor (Vanilla B.S.W.)?

Wegen de belangen van 1 topsport-team (1,5 uur trainen) op tegen de belangen van ruim 60 andere sporters en het risico dat we lopen voor het voortbestaan van de jeugdafdeling van (verzoekster; N.o.)?

Levert deze extra facilitering vooruitzichten op een betere prestatie dan afgelopen seizoen (finale play-off); mogen we betere prestatie eisen of is het vrijblijvend hobbyisme?

Wat zijn de acties van de gemeente en de raadscommissie SSR indien de uren, die aan (Vanilla B.S.W.) zijn gegund, niet naar behoren worden ingevuld door (Vanilla B.S.W.)?…"

21. Het advies van 16 augustus 2001, opgesteld door de heer X, aan de commissie SSR luidt als volgt:

"ONDERWERP

Gebruiksrooster sporthallen Boshoven en Leuken op de maandagavond.

ADVIES

Handhaven van het gebruiksrooster zoals vastgesteld in de extra commissievergadering d.d. 21 juni jl. Dit besluit kenbaar maken aan (verzoekster; N.o.) conform bijgevoegde concept brief.

TOELICHTING

In uw extra vergadering van 21 juni jl. zijn de gebruiksroosters van de sporthallen Boshoven en Leuken en sportzaal Moesel vastgesteld voor het sportseizoen 2001-2002. In de periode tussen 22 juni en 28 juni zijn de roosters verder uitgewerkt. Op 29 juni zijn de gebruiksroosters samen met het overzicht van knelpunten, zoals die zich bij de aanvragen voordeden, naar de betreffende verenigingen gestuurd. In de periode 22 juni t/m 15 juli heeft er over en weer correspondentie plaatsgevonden met (verzoekster; N.o.). Deze vereniging is het niet eens met de vaststelling van de roosters van de sporthallen Boshoven en Leuken op de maandagavond. In dit rooster maakt (verzoekster; N.o.) zowel gebruik van Sporthal Boshoven alsook van sporthal Leuken. Dit betekent dat de begeleiding van de jeugdgroepen (trainers) na de training in Sporthal Boshoven direct in sporthal Leuken aanwezig dienen te zijn voor hun eigen training.

Ze zijn het niet eens met de beargumentering van de keuze en voelen zich door de gemeente volledig genegeerd. In een (fax)brief van 11 juli jl. verzoekt (verzoekster; N.o.) om dit onderwerp op de agenda van de eerstvolgende vergadering van uw commissie te plaatsen.

De extra commissie vergadering van 21 juni jl. was noodzakelijk aangezien er in de vergadering van 14 juni jl. geen besluit genomen kon worden. De in de vergadering van 14 juni jl. voorgestelde opties zouden opnieuw bekeken worden, waarbij tevens de opmerkingen van o.a. (verzoekster; N.o.) meegenomen zouden worden. Met deze gegevens is een nieuwe (derde) optie gecreëerd v.w.b. de bezettingsroosters van de maandagavond in Sporthal Boshoven en sporthal Leuken.

In de extra vergadering van 21 juni bent u akkoord gegaan met deze optie. Wel zou de mogelijkheid bekeken moeten worden of (verzoekster; N.o.) op een andere dan de maandagavond van sporthal Leuken gebruik kan maken. Na intern overleg heeft het bestuur van (verzoekster; N.o.) medegedeeld van deze mogelijkheid geen gebruik te maken. (Verzoekster; N.o.) stelt dat dit geen kwestie is van niet willen, maar van niet kunnen is gezien de korte tijdsduur tot aan de start van het nieuwe seizoen. Na de laatste commissievergadering is door (verzoekster; N.o.) een alternatief voorstel verdeeld in 2 opties uitgewerkt.

In de uitwerkingen van de opties stelt (verzoekster; N.o.) dat het mogelijk is om het 1e herenteam van (Vanilla B.S.W.) op dinsdag of donderdag centre-court te laten trainen, tot maximaal 22.00 uur. Daarnaast zou het 1e herenteam op de maandagavond in sporthal Leuken kunnen trainen, waardoor (verzoekster; N.o.) op maandagavond van Sporthal Boshoven gebruik kan blijven maken. Hierdoor kan aan het gevraagde van topsport ((Vanilla B.S.W.) en (Vanilla V.C.)) tegemoet gekomen worden, zonder dat dit ten koste hoeft te gaan van het gebruik van Sporthal Boshoven door (verzoekster; N.o.) op de maandagavond.

De beide uitwerkingen zijn door de afdeling Sport, Recreatie en Toerisme getoetst op haalbaarheid. Het mag duidelijk zijn dat ook deze afdeling ernaar streeft om een urenverdeling te krijgen die het 'minste pijn' doet.

In de 1e optie is (verzoekster; N.o.) uitgegaan van het realiseren van een tweede basketbalveld in sporthal Leuken. Hoewel de ruimte (vloeroppervlak e.d.) ruim voldoende is, laat de bouwtechnische staat van de sporthal het niet toe om een set basketbalborden aan de spanten / dakconstructie te bevestigen. Als alternatief zou er gekozen kunnen worden voor een systeem met basketbaltorens. Echter de opbergruimte voor deze torens ontbreekt en er zou een vergrendelingssysteem in de vloer gerealiseerd moeten worden. Daarnaast dient er een volledig nieuwe belijning van een tweede veld aangebracht te worden. Dit is o.i. niet haalbaar. Uitgangspunt bij het creëren van opties door de gemeente t.b.v. invulling van topsport was het behoud van het aantal uren per week, binnen dezelfde tijdstippen, voor iedere vereniging, zoals in het seizoen 2000 - 2001. Dit uitgangspunt ging voor de organisatorische aanpassing (en) die verenigingen evt. moesten maken. Bij de uitwerking van de 2e optie voor (verzoekster; N.o.) wordt aan het dit uitgangspunt niet voldaan. Door centre-court training voor het 1e herenteam van (Vanilla B.S.W.) in te passen in de reguliere trainingsavonden (di. + do.) behoudt (Vanilla B.S.W.) niet evenveel (veld)uren als in het seizoen 2000 - 2001.

Gevraagd is aan (Vanilla B.S.W.) of dit een bezwaar was en de trainingen binnen de beschikbare uren in te plannen waren. Echter (Vanilla B.S.W.) antwoordde dat dit niet mogelijk was en dat ze, ondanks het behoud van het aantal uren zoals in het seizoen 2000 - 2001, nog steeds uren tekort komen voor m.n. de jeugdteams. Door (verzoekster; N.o.) wordt in een brief van 2 juli jl. aangeboden om 2 velden op maandagavond af te staan aan (Vanilla B.S.W.) van 22.00 - 23.00 uur. Hierdoor zou het aantal (veld)uren voor (Vanilla B.S.W.) wel hetzelfde zijn als in het seizoen 2000 - 2001. Ook deze mogelijkheid is aan (Vanilla B.S.W.) voorgelegd, echter voor hun niet realiseerbaar. Hun verenigingsopbouw is dusdanig (veel jeugd) dat ze een beperkt aantal teams hebben die ze tot 23.00 uur kunnen laten trainen. Die teams die tot 23.00 uur kunnen trainen worden op dinsdag- en / of donderdagavond gepland.

Bij de optie, uitgewerkt door de gemeente, waarmee u in de vergadering van 21 juni jl. akkoord gegaan bent, blijven alle verenigingen het aantal uren behouden binnen dezelfde tijdstippen zoals in het seizoen 2000 - 2001. Wel houdt toepassing van deze optie in dat (verzoekster; N.o.) een organisatorische aanpassing moet doen, aangezien ze nu op de maandagavond van zowel Sporthal Boshoven alsook van sporthal Leuken gebruik gaan maken.

Gelet op het bovenstaande wordt geadviseerd het gebruiksrooster van de sporthallen Boshoven en Leuken te handhaven zoals besloten in de extra commissievergadering van 21 juni jl. (…)."

22. Het verslag van de vergadering van de commissie SSR op 30 augustus 2001 luidt als volgt:

"Verslag van de vergadering van de commissie Sport en Sportieve Recreatie d.d. 30 augustus 2001.

Aanwezig : (…), de heren B., J., A., C., H., (…)

Afwezig mkg : (…), G.

Voorzitter : Wethouder S.

Secretaris : K.

Notuliste : Ge.

1. Opening en mededelingen door de voorzitter;

(…)

Dhr. V. van (verzoekster; N.o.) is aanwezig in verband met agendapunt 9. Hij wil graag gebruik maken van spreektijd.

(…)

9. Akkoord gaan met het handhaven van het gebruiksrooster zoals vastgesteld in de extra commissievergadering d.d. 21 juni jl. Dit besluit kenbaar maken aan (verzoekster; N.o.), conform bijgevoegde conceptbrief.

Dhr. V. maakt gebruik van de spreektijd. Hij deelt mede dat het aanbod dat (verzoekster; N.o.) heeft gedaan t.a.v. het gebruiksrooster 2001-2002 niet is gehonoreerd. De vereniging heeft ook geen tijd gehad om de leden te informeren omdat de laatste Cie-vergadering op 21 juni plaatsvond en de laatste trainingsavond op 23 juni jl. Dhr. V. benadrukt dat (verzoekster; N.o.) het niet eens is met de beslissing. Door (verzoekster; N.o.) is meerdere malen schriftelijk gevraagd de beslissing te heroverwegen, dit is niet gebeurd. Verder vindt (verzoekster; N.o.) het geen stijl om de leden om deze manier voor het blok te zetten.

De consequenties zijn volgens dHr. V.

Financiële gevolgen; door op twee locaties te trainen heeft de club extra materiaal moeten aanschaffen. Kosten f 1.400,--.

Er moeten meer uren aangevraagd worden i.v.m. het inrichten en opruimen van de hal(len). Door splitsing blijft minder trainingstijd over (2x opbouwen en 2x opruimen i.p.v. 1x)

Er is veel commentaar geleverd door recreatieve leden met als gevolg dat er een terugloop is van deze leden. (3 teams ipv 4).

Er zijn enkele jeugdtrainers gestopt met training geven.

Tot slot vraagt dhr. V. op welke wijze de gemeente Weert in de toekomst met deze toewijzingsprocedure omgaat.

Dhr. A. merkt op dat deze kwestie aangeeft dat de gemeente Weert een tekort heeft aan een goede sporthal. Hij heeft op dit moment geen pasklare oplossing voorhanden, maar benadrukt dat er actie moet worden ondernomen ten aanzien van de hygiëne van sporthal Leuken. Dhr. H. geeft aan dat de tijdsdruk voor de planning van de uren elk jaar opnieuw terugkomt. Dhr. B. is van mening dat het argument van (verzoekster; N.o.) dat verplaatsing van Sporthal Boshoven naar sporthal Leuken, niet doorslaggevend is. (Verzoekster; N.o.) krijgt de gevraagde uren, alleen zijn deze verspreid over verschillende locaties. De voorzitter benadrukt dat de verenigingen de uren in een gymzaal, sportzaal of sporthal niet kunnen claimen. Enkele jaren geleden heeft het college besloten om de topsport facilitair te ondersteunen. Dit betekent in de praktijk dat zij in de gelegenheid worden gesteld om voldoende te trainen en dat wedstrijden gespeeld kunnen worden in die accommodaties die aan de voorgeschreven eisen voldoen. Deze visie begint nu in de praktijk door te werken. Dhr. C. geeft aan dat sporthal Leuken en enkele gymzalen in een slechte onderhoudstoestand verkeren en dat met renovatie niet lang meer gewacht kan worden. De voorzitter antwoordt dat de plannen van dhr. Go. op korte termijn duidelijkheid moeten scheppen. Gaan deze plannen niet door, dan is actie zeer wenselijk. Dhr. J. vraagt of er eventueel een eenmalige financiële tegemoetkoming mogelijk is voor (verzoekster; N.o.) in de aanschaf van materialen. De voorzitter antwoordt dat nu geen toezegging gedaan kan worden en dat dit bekeken zal worden.

De commissie gaat akkoord met het voorstel. (…)."

23. De commissie SSR deelde verzoekster bij brief van 31 augustus 2001 het volgende mee:

"Namens uw bestuur hebben wij van dhr. V. een reactie ontvangen op de toegewezen data / tijdstippen in de sporthallen Boshoven en Leuken voor het sportseizoen 2001-2002. Deze reactie is behandeld in de vergadering van de commissie Sport en Sportieve recreatie van 30 augustus jl.

De commissie is van oordeel dat er geen nieuwe gezichtspunten zijn ingebracht die aanleiding geven tot herziening van het besluit, genomen in de vergadering van 21 juni jl.

Wij vertrouwen erop dat met de toegewezen zaaluren u invulling kunt geven aan uw verenigingsactiviteiten."

24. Bij brief van 31 oktober 2001 liet verzoekster de commissie SSR het volgende weten:

"Naar aanleiding van de raadscommissie vergadering d.d. 13-08-01 heb ik van u bericht mogen ontvangen dat er volgens u geen nieuwe gezichtspunten naar voren zijn gekomen, waardoor u de beslissing omtrent de urenverdeling voor de binnensportaccommodaties zou willen herzien. Deze nieuwe gezichtspunten zijn tijdens de vergadering ook niet naar voren gebracht; deze zijn in voorgaande vergaderingen en in de gevoerde correspondentie reeds uitvoerig toegelicht. Vele punten zijn daarbij aan de orde geweest, waaronder:

het tijdstip van de discussie en de beslissing van de gemeente,

de eenzijdige maar ook tegenstrijdige motivatie van de toe te wijzen uren door de gemeente.

het volledig negeren van de argumentatie van (verzoekster; N.o.)

de afweging van de belangen van de jeugdbegeleiding

de belangenverstrengeling van de betrokkenen.

Blijkbaar zijn geen van de punten van belang voor de raadscommissie.

Op enkele punten welke tijdens de vergadering ter sprake kwamen, wensen wij hierbij nog te reageren om foutieve meningsvorming te voorkomen.

Tijdens deze vergadering werd door de heer S. aangehaald dat de situatie welke voor (verzoekster; N.o.) is ontstaan niet nodig was, omdat (verzoekster; N.o.) de keuze zou hebben uit een andere avond dan de maandagavond in sporthal Leuken. Hierbij gaat de heer S. voorbij aan enkele punten:

Binnen (verzoekster; N.o.) is het niet gebruikelijk dat wij onze leden confronteren met een dergelijke wijziging zonder voorafgaand overleg. Op dat tijdstip, vlak voor de vakantie, was het niet meer mogelijk om hierover met onze leden te overleggen. Deze 'mogelijkheid' werd geboden vlak voor de laatste training met een opkomst van ongeveer 50% in verband met vakanties van verschillende leden. Wij kunnen onze leden tijdens de vakantie niet overvallen met een ommezwaai van hun agenda. Overleg, continuïteit en stabiliteit zijn binnen (verzoekster; N.o.) altijd belangrijke uitgangspunten van omgang met elkaar geweest. Wij zien bij teveel verenigingen het tegenovergestelde met alle gevolgen vandien.

De geloofwaardigheid van de gemeente en van de raadscommissie wordt volledig vergooid, als op dat tijdstip nog wijzigingen worden doorgevoerd, die niet alleen voor (verzoekster; N.o.) maar ook voor andere groepen dermate ingrijpend zijn.

Het klinkt ons dan ook vreemd om aan het einde van de vergadering uit de mond van de heer S. te vernemen, dat hij eveneens stabiliteit aan de verenigingen hoopt te kunnen bieden. Wij vragen ons af waar dit op is gebaseerd, gezien de ervaringen welke wij nu hebben en waarom deze uitspraak pas wordt gemaakt als de situatie is aangepast ten gunste van (Vanilla B.S.W.).

Nu de trainingen al verschillende weken bezig zijn, moeten we ten aanzien van sporthal Leuken constateren dat deze niet geschikt is voor gelijktijdig gebruik door een grote groep sporters:

De veldafscheidingen, waarover gesproken is, zijn niet voorhanden, terwijl trainingen en wedstrijden gelijktijdig plaats moeten vinden. Het risico ten aanzien van ongelukken en blessures is hierdoor vergroot. Mogen wij de gemeente, in het geval dat dit voorkomt hiervoor verantwoordelijk stellen?

De sanitaire voorzieningen blijken onvoldoende in kwaliteit en kwantiteit te zijn:

▪ Met 20 sporters gelijktijdig gebruik maken van 6 douches, welke ook nog niet allemaal voldoende functioneren?

▪ Onvoldoende afvoer van de douches, waardoor de sporters tijdens het douchen soms tot aan hun enkels in het water staan. Over hygiëne gesproken.

Tijdens de vergadering is door ons aangehaald dat (verzoekster; N.o.) door deze plotse wijziging in de urenverdeling van de binnensportaccommodaties voor grote onkosten is komen te staan. Hieronder worden deze punten nogmaals aangehaald:

Door de spreiding in zalen zijn wij genoodzaakt geweest om een extra investering te doen in volleyballen. Voorheen werden de volleyballen door elkaar opvolgende groepen gebruikt, in de nieuwe situatie is dit niet meer mogelijk.

Bij de trainingen van de jeugd wordt in de nieuwe situatie zowel bij het opbouwen als bij het afbreken van de netten en veldafscheidingen tijd verloren. Om de jeugd toch voldoende trainingstijd te kunnen bieden begint het afbreken pas om 20:00 uur. Dit betekent dat pas uiterlijk 20:15 de zaal beschikbaar is voor de volgende gebruiker van de sporthal. Hierdoor zijn wij verplicht om extra zaaluren (…) af te nemen.

Bij de senioren is de hal gedurende 1 uur voor 2/3 niet bezet door onze leden. Dit was ook in de discussie van de urenverdeling aan de orde gesteld. In Sporthal Boshoven is het mogelijk dat slechts 1/3 van de hal wordt gehuurd, in sporthal Leuken is dit niet mogelijk.

Tevens moeten een aantal trainers extra reiskosten maken om naar de sporthal Leuken te reizen.

Deze kosten zijn becijferd in de bijlage en vormen voor (verzoekster; N.o.) een steeds terugkerende, forse aanslag op de begroting. Mogelijk dat de raadscommissie kan besluiten tot een vergoeding van deze onkosten, welke door ons niet waren te voorzien, maar door de beslissingen van de raadscommissie onvermijdelijk waren.

(Verzoekster; N.o.) is voor het voortbestaan volledig afhankelijk van de gunsten van de gemeente. Het is daarom voor ons zorgwekkend om te zien hoe met de belangen van een sportvereniging wordt omgegaan.

Daarnaast twijfelen wij er niet aan dat eenieder in de raadscommissie er als eerste van is doordrongen dat er een groot tekort heerst aan zaalruimte. Het is daarom bitter om te moeten constateren dat een accommodatie als Sporthal Boshoven op maandagavond van 20:00 tot 23:00 vrijwel alleen gebruikt wordt door één sportteam gedurende 1,5 uur. (…)"

25. Verzoekster wendde zich met een klacht tot de Nationale ombudsman op 13 december 2001. Op verzoek van de Nationale ombudsman nam de gemeente Weert verzoeksters klacht in behandeling op grond van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht. De verslagen van de hoorzittingen luiden als volgt:

"Gespreksverslag met de heer V. d.d. 18-2-2002

(Verzoekster; N.o.) maakte al vele jaren gebruik van de sporthal in Boshoven aan de hand van een vele jaren ongewijzigd rooster. Zij zijn jarenlang gewend om op de maandag te trainen.

Op 8 mei 2002 zijn de concept-roosters voor het nieuwe seizoen bekend gemaakt, echter zónder de uren van de topclubs. Er werd aldus bekend gemaakt dat er iets ging wijzigen, maar wát dat was (nog) onbekend.

Op 29 mei 2002 zijn de roosters wél aan de orde gekomen en werden er 3 alternatieven naar voren gebracht.

Op 5 juni konden alle betrokken clubs reageren op de voorstellen vanuit de gemeente; echter de tijd tussen 29 mei en 5 juni was te kort om een en ander goed voor te bereiden.

Op 14 juni 2002 maakt (verzoekster; N.o.) gebruik van het spreekrecht in de commissie SSR. De commissie geeft te kennen de nader ontvangen informatie te willen uitzoeken, waarna ze een besluit zal nemen.

Op 18 juni 2002 doet een 4e optie haar intreden, maar volgens (verzoekster; N.o.) is ook deze niet bespreekbaar.

Op 21 juni 2002 vindt een extra openbare commissievergadering plaats, alléén over dit onderwerp. Opnieuw geeft (verzoekster; N.o.) haar bezwaren weer in de commissie. De commissie besluit om optie 3 te accepteren: de jeugd van (verzoekster; N.o.) kan in Sporthal Boshoven blijven en de senioren gaan naar Leuken. Voorlopig beiden op maandagavond. Wel zal de mogelijkheid bekeken worden of (verzoekster; N.o.) op dinsdagavond in Leuken terecht kan in plaats van maandag.

(Verzoekster; N.o.) heeft vervolgens telefonisch laten weten van deze mogelijkheid (dinsdagavond) af te zien, omdat een en ander intern niet meer uitgezocht worden, omdat veel leden al op vakantie waren.

De motivatie van de gemeente cq. commissie voor de wijziging is dat de gemeente ervoor heeft gekozen topsport weliswaar niet te financieren, maar wel te faciliteren. De Sporthal Boshoven is kwalitatief een zeer goede hal.

De heer V. geeft verder te kennen dat de heer X enerzijds als gemeenteambtenaar de roosters opstelt en anderzijds assistent-coach trainer is van de (volleybalvereniging; N.o.). Hij wil hier geen conclusies aan verbinden, maar heeft hier wel "gedachten" over.

De heer V. is niet bij de wethouder geweest, maar heeft wel frequente correspondentie gehad met de heer X en met de commissie SSR.

De huidige praktijk is dat momenteel 10/15 personen gebruik maken van de hal, waar voorheen ± 60 leden van (verzoekster; N.o.) gebruik maakten van de hal. Deze 60 moeten nu allemaal naar Leuken. (Verzoekster; N.o.) heeft in totaal 118 leden, waarvan ± 50 jeugdspelers.

Samenvattend: de gemeente heeft niet zorgvuldig gehandeld, omdat het tijdsbestek ongelukkig is en er onvoldoende naar alternatieven is gekeken.

Gespreksverslag met de heer G. d.d. 18-2-2002

Reactie van de heer G. op het verloop van de gebeurtenissen:

Voor 1 april dienen de clubs hun wensen kenbaar te maken aan de gemeente ten aanzien van de roosters voor het nieuwe seizoen (dit lukt niet altijd in alle gevallen). De concept-roosters worden vervolgens in beginsel voor eind april opgesteld, waarna deze concepten begin mei met de clubs worden besproken.

Op 8 mei 2002 is duidelijk aangegeven, dat naar aanleiding van het raadsbesluit (gemeente gaat topclubs faciliteren) veranderingen zullen plaatsvinden. (Verzoekster; N.o.) was niet aanwezig bij deze bijeenkomst.

In een schrijven d.d. 29 mei 2002 is aangegeven dat op 5 juni 2002 alle sportzaalgebruikers uitgenodigd worden om over de concept-roosters te praten.

Het verslag van de bijeenkomst is vervolgens doorgezonden naar de commissie SSR ter besluitvorming.

De commissie heeft op 14 juni 2002 geluisterd naar verschillende verenigingen die gebruik maakten van het spreekrecht om hun alternatieven en bezwaren kenbaar te maken. De commissie wilde de alternatieven eerst uitwerken, waarna besluitvorming.

Er vindt een extra commissievergadering plaats (over alleen dit onderwerp) op 21 juni 2002. De commissie vraagt (verzoekster; N.o.) of het mogelijk is op een andere avond gebruik te maken van sporthal Leuken. Om zo het probleem van het zich verplaatsen van trainers op de maandagavond op te lossen. De aanwezige bestuurder (dhr. K.) geeft te kennen daar geen antwoord op te kunnen geven. Enkele dagen later laat (verzoekster; N.o.) weten geen gebruik te willen maken van deze mogelijkheid, omdat te veel leden met vakantie zijn om deze mogelijkheid nog te laten uitzoeken.

Reactie van de heer Van G. op de door de heer V. geuite onzorgvuldigheid in de voorbereiding en mogelijke belangenverstrengeling bij de heer X.

Er worden vaste criteria gehanteerd bij de opstelling van de roosters (…).

Naast deze criteria is verder nog het uitgangspunt gehanteerd dat iedere vereniging het aantal uren per week, binnen dezelfde tijdstippen behoudt (zie bijgevoegd verslag bijeenkomst op 5 juni 2002)

De gehanteerde termijnen bij de opstelling en vaststelling van de roosters wijken niet af van voorgaande jaren. Wel is het beleid van de raad ten aanzien van topclubs nieuw (topclubs niet financieren, maar wel zo goed mogelijk faciliteren).

De clubs krijgen ieder seizoen een nieuw huurcontract. In de "Regeling voor het in gebruik geven van gemeentelijke gymnastieklokalen, sporthallen en -zalen der gemeente Weert" staat aangegeven dat deze "voor een bepaalde tijd of tot wederopzegging in gebruik wordt gegeven door de commissie SSR". Deze bepaalde tijd is in het contract met nieuwe data opgesteld. Ieder jaar worden de uren dus opnieuw verdeeld. Het feit dat (verzoekster; N.o.) zo lang geen wijzigingen heeft gekend is dus geen beleid maar veeleer toeval (en prettig voor de club). De club kan hier geen rechten aan ontlenen. Evenmin als andere clubs.

De heer X vervult géén bestuursfunctie bij (Vanilla V.C.).

De heer X heeft géén besluiten genomen ten aanzien van de roosters. Dat heeft het college van B&W gemandateerd aan de commissie SSR. De commissie SSR kende álle bezwaren van (verzoekster; N.o.) (en andere clubs) en de discussies die hierover hebben plaatsgevonden.

De heer X heeft de bijeenkomst op 8 mei jl. niet voorgezeten, maar een andere medewerker van de gemeente.

De heer X heeft het voorgestelde beleid in de commissie niet verdedigd, maar de secretaris van de commissie (afdelingshoofd OSCAR, de heer G.).

Samenvattend: de gemeente heeft niet onzorgvuldig gehandeld. Op tijd is aangegeven dat de clubs rekening moeten houden met mogelijke wijzigingen omdat er, als gevolg van een raadsbesluit veranderingen zouden gaan plaatsvinden binnen de roosters. Bovendien is een en ander binnen de regelingen gebeurd (criteria, huurcontracten). De commissie heeft alle bezwaren en discussies gehoord alvorens een besluit te hebben genomen."

26. Bij brief van 14 maart 2002 besliste de gemeente op verzoeksters klacht:

"Van de Nationale Ombudsman heb ik een schrijven ontvangen waarin ze aangeeft een klacht te hebben ontvangen van uw vereniging. Inhoudelijk komt de klacht erop neer dat u van mening bent dat de raadsadviescommissie Sport en Sportieve recreatie (SSR) haar beslissing tot vaststelling van de roosters van de gemeentelijke binnensportaccommodaties, voor het seizoen 2001 - 2002, onvoldoende zorgvuldig heeft voorbereid. Daarnaast klaagt u dat de ambtenaar die bovengenoemde roosters heeft opgesteld tevens een functie vervult bij een betrokken (topsport) vereniging.

(…)

In navolging op uw klacht heeft er op 18 februari jl. een hoorzitting plaatsgevonden met dhr. V., de vertegenwoordiger van uw vereniging. Tevens heeft er op deze datum een hoorzitting plaatsgevonden met dhr. G., hoofd afdeling OSCAR, over de rol / betrokkenheid van de behandelend ambtenaar. Bijgevoegd treft u het verslag aan met mijn bevindingen van deze hoorzittingen.

Persoonlijk kan ik het mij goed voorstellen dat uw vereniging teleurgesteld is over een gedwongen 'verhuizing' na zoveel jaren gebruik van Sporthal Boshoven. Echter uit de reeds eerder gevoerde correspondentie, de verslagen van de vergaderingen van de raadsadviescommissie SSR en de bevindingen n.a.v. de hoorzitting van 18 februari jl. kom ik tot de conclusie dat de raadsadviescommissie SSR niet onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld. Ook de door u aangegeven belangenverstrengeling van onze medewerker dhr. G. is mijns inziens niet aangetoond. Gelet op het bovenstaande verklaar ik uw klacht als ongegrond.

Zoals eerder aangegeven ga ik, als klachtenbehandelaar in deze brief niet in op de inhoudelijke aangelegenheid van uw klacht. Ik heb mij primair gericht op de behandelingswijze van de raadsadviescommissie SSR en de betrokkenheid van onze medewerker dhr. X.

Indien ik de, door u bij de Nationale Ombudsman ingediende, klacht - naar uw mening - niet naar behoren heb afgehandeld, staat het u vrij uw klacht verder bij de Nationale Ombudsman in behandeling te geven."

B. Standpunt verzoeker

Voor het standpunt van verzoeker wordt verwezen naar de klachtformulering onder Klacht. Hieraan wordt het volgende toegevoegd. Volgens verzoekster zijn de door haar aangedragen alternatieven voor de sportroosters niet (voldoende) onderzocht. Volgens verzoekster brengt het feit dat de ambtenaar van de gemeente Weert die de roosters heeft opgesteld en heeft uitgewerkt tevens assistenttrainer/coach is van het damesteam van een topsportvereniging die van de gemeentelijke binnensportaccommodaties gebruik maakt, met zich dat er sprake is van een onaanvaardbare schijn van belangenverstrengeling.

C. Standpunt college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert

1. Bij brief van 14 maart 2003 verzocht de Nationale ombudsman het college van burgemeester en wethouders in het kader van het onderzoek te reageren op het volgende:

"1. De stelling van verzoekster dat de raadscommissie de procedure tot het vaststellen van de roosters zodanig laat heeft gestart dat er voor verzoekster onvoldoende tijd was om goed te reageren op de diverse voorstellen(klacht over het gevolgde tijdpad).

2. De stelling van verzoekster dat de raadscommissie de aangedragen alternatieven niet voldoende heeft onderzocht.

3. (…)

4. Ook wordt (in de beslissing op de klacht van 14 maart 2002) de conclusie getrokken dat de door verzoekster aangegeven belangenverstrengeling van de heer X niet is aangetoond. Kunt u deze conclusie motiveren?

5. Tijdens de klachtbehandeling heeft de gemeente verzoeksters stelling dat de heer X de (concept)roosters heeft opgesteld en uitgewerkt niet bestreden. Behoudens uw tegenbericht ga ik ervan uit dat genoemde stelling van verzoekster juist is.

6. Verzoekster heeft aangevoerd dat de heer X assistent trainer/coach is bij (Vanilla V.C.). Tijdens de klachtbehandeling is namens de gemeente aangevoerd dat betrokkene geen bestuurslid is van bedoelde vereniging. Behoudens uw tegenbericht ga ik ervan uit dat betrokkene assistent trainer/coach is bij (Vanilla V.C.).

7. Indien de (concept)roosters worden opgesteld en uitgewerkt door een persoon die tevens assistent trainer/coach is van een van de topteams van een van de betrokken sportverenigingen is er sprake van een onaanvaardbare schijn van belangenverstrengeling. Betrokkene is weliswaar niet degene die de definitieve roosters vaststelt (dat is de bevoegdheid van de raadscommissie SSR). Maar doordat hij de roosters opstelt en uitwerkt en deze roosters de grond vormen waarop de raadscommissie haar beslissing tot vaststelling van de definitieve roosters baseert, verkeert hij wel in een positie om zijn invloed op de roosters aan te wenden ten gunste van de sportvereniging waaraan hij zelf is verbonden. Uiteraard is hiermee niet gegeven dat betrokkene daadwerkelijk enige invloed ten gunste van bedoelde sportvereniging heeft aangewend (dat er sprake zou zijn geweest van belangenverstrengeling wordt door verzoekster ook niet gesteld), doch voor de buitenwacht in het algemeen, en voor de overige sportverenigingen in het bijzonder, wordt de schijn van belangenverstrengeling gewekt. Een schijn van belangenverstrengeling dient door bestuursorganen te worden voorkomen. Wat is uw standpunt ten aanzien van het voorgaande?

8. Ik verzoek u in te gaan op hetgeen verzoekster aanvoert in haar brief van 12 december 2002, onder punt 1 en 2. Tevens verzoek ik u in te gaan op het drietal door verzoekster gemaakte opmerkingen op de tweede bladzijde van genoemde brief.

9. Waarom heeft de raadscommissie SSR verzoekster niet uitgenodigd voor de bespreking op 18 juni 2001 (zie verzoeksters brief van 28 januari 2003 en de brief van de raadscommissie van 19 juni 2001)…"

2. Het college reageerde bij brief van 23 april 2003:

" (…)

Ook willen we u vooraf in algemene zin informeren over ons gemeentelijk topsportbeleid. In 1997 heeft de gemeenteraad de Notitie Topsport gemeente Weert vastgesteld. Hierin is bepaald dat de gemeente Weert de topsportclubs die Weert heeft ((Vanilla B.S.W.) en (Vanilla V.C.)) niet financieel zal steunen (geen structurele subsidie) maar facilitair zal ondersteunen. Onder facilitair ondersteunen wordt onder andere verstaan het optimaliseren van de trainingsmogelijkheden. Echter wel op een dusdanige wijze dat dit zo weinig mogelijk 'overlast' bij de overige verenigingen veroorzaakt. Begin 2001 werd door beide topsportclubs, in het reguliere topsportoverleg, gevraagd wanneer uitvoering van dit beleid zou plaatsvinden. Voor het seizoen 2001 - 2002 is dus uitvoering gegeven aan het door de raad vastgestelde topsportbeleid.

Reacties op de stellingen

We zijn het niet met deze stelling eens. De formulieren voor het jaarlijks aanvragen van de zaaluren zijn, met begeleidend schrijven, op maandag 9 april 2001 naar de verenigingen gestuurd met het verzoek deze in te vullen en uiterlijk vóór 20 april 2001 retour te zenden. In het begeleidend schrijven stond de procedure en het bijbehorende tijdpad tot het vaststellen van de roosters beschreven:

- Indienen aanvraagformulieren vóór 20 april 2001.

- Presentatie van de knelpunten tijdens de jaarlijkse bijeenkomst voor gebruikers van de binnensportaccommodaties d.d. 8 mei 2001.

- Besluitvorming over de roosters / knelpunten in de vergadering van de commis- sie SSR d.d. 14 juni 2001.

Het te volgen tijdpad was dus reeds sinds 9 april bij verzoekster bekend. Jaarlijks wordt er een bijeenkomst voor gebruikers van de binnensportaccommodaties gehouden. In deze bijeenkomst worden de eerste concept roosters en knelpunten gepresenteerd. Tevens biedt deze bijeenkomst de verenigingen de gelegenheid om opmerkingen c.q. kritische kantekeningen te plaatsen. Bijvoorbeeld op het te volgen tijdpad van het vaststellen van de roosters. (Verzoekster; N.o.) was tijdens deze bijeenkomst (d.d. 8 mei 2001) niet aanwezig. Op 29 mei 2001 is er een uitnodiging uitgegaan voor een overleg d.d. 5 juni 2001, waarin de mogelijke roosters met inplanning van Topsport besproken zouden worden. Op 6 juni zijn de notulen van deze bespreking aan de aanwezige verenigingen (ook (verzoekster; N.o.)) gezonden. Pas in de reactie van 17 juni werd door (verzoekster; N.o.) voor de 1e maal aangegeven dat het tijdsbestek te kort was.

2. Wij zijn het niet met deze stelling eens. Wij gaan ervan uit dat u met 'de aangedragen alternatieven', die schijnbaar niet voldoende onderzocht zijn, de door verzoekster aangedragen opties 4 en 4a bedoelt die op 22 juni 2001 per fax aangereikt zijn. Optie 3 is immers de optie die door de commissie SSR besloten is. De alternatieven 4 en 4a zijn door de toenmalige voorzitter van de commissie SSR (wethouder S.), de behandelend ambtenaar de heer X en zijn afdelingshoofd de heer G. (die tevens secretaris was van de commissie SSR) onderzocht en besproken. Op 28 juni 2001 is naar verzoekster toe telefonisch gereageerd op de aangedragen alternatieven en ook in onze antwoordbrief d.d. 9 juli 2001 wordt op de voorgestelde opties ingegaan. De alternatieven (optie 4 en 4a) zijn overigens aangedragen op 22 juni 2001, terwijl de commissie SSR op 21 juni 2001 een besluit heeft genomen over de roosters. Via een fax d.d. 11 juli 2001 verzoekt (verzoekster; N.o.) om dit onderwerp op de agenda van de eerstvolgende commissievergadering te plaatsen. In de commissievergadering van 30 augustus 2001 is dit onderwerp op de agenda geplaatst en behandeld. Bijgevoegd treft u aan: een kopie van het advies aan de commissie (bijlage 1), de notulen van de commissievergadering d.d. 30 augustus 2001 (bijlage 2) en de antwoordbrief aan (verzoekster; N.o.) (bijlage 3). Hieruit blijkt o.i. dat de door verzoekster aangedragen opties ruim voldoende onderzocht en onder aandacht van de commissie zijn gebracht.

(…)

4. Medewerker de heer X is weliswaar lid van (Vanilla V.C.) en vervult daar een functie als assistent trainer, maar niet als bestuurslid. Van belangenverstrengeling is o.i. geen sprake aangezien het opstellen van de (concept) roosters altijd in opdracht van het afdelingshoofd (de heer G.) wordt gedaan. Iedere uitwerking van roosters en de daaruit voortkomende knelpunten zijn door medewerker besproken met zijn afdelingshoofd. Het afdelingshoofd heeft deze vervolgens met de verantwoordelijke wethouder kort gesloten, voordat de roosters aan de commissie SSR ter besluitvorming worden voorgelegd.

5. Het opstellen en uitwerken van conceptroosters is inderdaad door medewerker de heer X gedaan. Echter het opstellen en uitwerken van roosters geschiedt altijd in opdracht en onder leiding van het afdelingshoofd. Deze heeft de ambtelijke eindverantwoordelijkheid. Voordat ze ter besluitvorming aan de commissie SSR worden voorgelegd dienen ze door het afdelingshoofd en de verantwoordelijke wethouder geaccordeerd te worden.

6. Betrokken medewerker de heer X was ten tijde van de discussie assistent trainer / coach bij (Vanilla V.C.).

7. Op het moment dat een persoon de concept roosters opstelt, uitgewerkt en vervolgens ter besluitvorming voorlegt aan de commissie SSR bestaat inderdaad de mogelijkheid dat deze persoon zijn invloed op de roosters kan aanwenden te gunste van de sportvereniging waaraan hij verbonden is. Echter uit onze reacties op de voorgaande stellingen blijkt duidelijk dat de uitgewerkte concepten met het afdelingshoofd en met de verantwoordelijke wethouder besproken zijn én worden voordat ze ter besluitvorming aan de politiek zijn aangeboden. Hierdoor zijn er voldoende waarborgen tegen het uitoefenen van invloed op de roosters ten gunste van zijn eigen vereniging o.i. gegarandeerd. Bovendien merken we hier op dat de gemeente het woonachtig zijn van gemeenteambtenaren in Weert toejuicht. Kennis van de stad, de omgeving en de problematieken is in onze ogen een pre. In 2002 wonen 422 van de in totaliteit 451 gemeentelijke medewerkers in de gemeente Weert. Dit betekent automatisch dat ambtenaren van de afdeling Sport bij een gemeentelijke sportvereniging kunnen zitten, of dat een ambtenaar ruimtelijke ordening privé te maken krijgt met een bestemmingsplan of medewerker bouwzaken met een bouwvergunning. Wij gaan uit van professionele medewerkers, die objectief en integer te werk gaan.

8. Brief 12 december 2002

Punt 1:

Uit onze reacties op bovenstaande stellingen, kunt u onze mening over dit punt terugvinden. Voor wat betreft het op vakantie zijn van de heer G. tijdens de periode dat de discussie over de urenverdeling plaatsvond het volgende: alleen bij de extra ingelaste commissie vergadering van 21 juni 2001 was de heer van G. met vakantie. De uitwerking en discussie heeft zich vóór 21 juni afgespeeld. Daarnaast wordt het beleid niet alleen verwoord door de heer van G., maar tevens door de wethouder met het beleidsveld Sport in zijn portefeuille.

Punt 2:

Voor een reactie hierop verwijzen wij wederom naar onze reactie op bovenstaande stellingen.

1e opmerking tweede bladzijde: of (verzoekster; N.o.) met de gedane uitspraak in de bespreking van 8 mei niets kan, is o.i. bijzonder moeilijk door hen te beoordelen aangezien ze niet aanwezig waren. Bovendien staat in het (samenvattende) gespreksverslag aangegeven dat naar aanleiding van het raadsbesluit (gemeente gaat topclubs faciliteren) duidelijke veranderingen zullen plaatsvinden ten aanzien van de roosters.

2e opmerking tweede bladzijde:

De criteria zijn inderdaad niet gedateerd. De criteria zijn vastgesteld in de vergadering van het Gemeentelijk Sportorgaan (voorganger van de commissie SSR) d.d. 15 maart 1989 (zie bijlage 4). Sindsdien worden ze gehanteerd als hulpmiddel bij de afweging van knelpunten en het opstellen van de roosters. Dat alleen criterium 2 in voordeel van (Vanilla B.S.W.) spreekt en de criteria 3, 5, 6, 7, 8, 11 en 13 in voordeel van (verzoekster; N.o.) is o.i. niet correct, maar bovendien irrelevant. De volgorde van criteria geeft namelijk ook de zwaarte ervan aan.

3e opmerking tweede bladzijde: deze opmerking heeft o.i. geen betrekking op hetgeen in de klachtenformulering is opgenomen.

9. Verzoekster is niet uitgenodigd aangezien de verantwoordelijk wethouder met de topsportclubs wilde overleggen. Insteek was om te bekijken of deze clubs met minder dan de gevraagde uren, voldoende facilitair ondersteund zouden worden. Hierdoor ontstond gaandeweg het gesprek een optie waarbij topsport facilitair (voldoende) ondersteund zou worden en de consequenties zich zouden beperken tot één vereniging (in dit geval (verzoekster; N.o.)) in plaats van twee verenigingen ((verzoekster; N.o.) en Badmintonclub Weert '67)). Voordat deze optie in de commissievergadering van 21 juni aan de orde is gekomen, is deze uitwerking naar álle betrokken verenigingen en naar álle leden van de raadscommissie gestuurd. Tevens werd aan alle betrokken verenigingen de mogelijkheid geboden om op deze optie te reageren tijdens de commissievergadering door gebruik te maken van het spreekrecht. Hiervan heeft verzoekster ook gebruik gemaakt. Vervolgens is het de verantwoordelijkheid van de politiek om de afweging te maken en de opmerkingen van verzoekster hierbij te betrekken.

(…)

12. De commissie SSR bestaat niet meer. De bevoegdheid van het opstellen en vaststellen van sportroosters is nu een verantwoordelijkheid van het college van B & W geworden. Om die reden hebben wij dan ook de beantwoording van bovenstaande stellingen op ons genomen.

Reactie op de klacht

Zoals eerder in de brief aangekondigd komen wij aan het eind (samenvattend) terug op de klacht van verzoekster. Hierbij verwijzend naar de antwoorden op de stellingen. Verzoekster klaagt er enerzijds over dat de commissie bij de opstelling van de procedures onzorgvuldig heeft gehandeld. En anderzijds over het feit dat de medewerker van onze gemeente die de roosters voorbereidt, ook een functie vervult bij een van de sportverenigingen.

Wij concluderen dat de procedure die binnen de beschikbare tijd zowel ambtelijk als politiek bestuurlijk is doorlopen, als zorgvuldig aan te merken is. We motiveren dit aan de hand van een viertal algemene conclusies.

1. De doorlopen procedure heeft binnen de beschikbare termijn plaatsgevonden. Al langer geleden is geconcludeerd dat de beschikbare tijd aan de krappe kant is. Om die reden is de termijn de afgelopen jaren al opgerekt van 15 mei in 2000, naar 20 april in 2001 en nu is het zelfs 10 april geworden. Echter, de termijn van 10 april is voor de meeste verenigingen niet haalbaar. Verder oprekken van deze termijn is dan ook uitgesloten.

2. De privé-betrokkenheid van de gemeenteambtenaar bij een sportvereniging merken wij niet als onzorgvuldig aan. Voor medewerkers van de afdeling Sportzaken wordt zelfs affiniteit met de sportwereld gevraagd en gestimuleerd. Van de afdeling heeft minimaal 80% van de medewerkers een relatie met één van de sportverenigingen in de gemeente. Bij een professionele organisatie, waar objectiviteit en integriteit van medewerkers hoog in het vaandel staan, is dit geen enkel probleem. Wij staan garant voor de professionaliteit van de heer X.

3. De doorlopen procedure doet recht aan het gemeentelijk topsportbeleid, de vastgestelde criteria en de taken en verantwoordelijkheden van alle betrokken ambtelijke, bestuurlijke en politieke betrokkenen.

4. Er is in voldoende mate geluisterd naar individuele sportverenigingsbelangen. Op vele verschillende manieren is gedurende het gehele proces informatie verstrekt en zijn er inspraakmogelijkheden geweest (bijeenkomsten vooraf, aanvullend onderzoek, spreekrecht in de commissie e.d.)

Uiteindelijk heeft de politiek de afweging gemaakt tussen beleid en individuele belangen. Zo hoort het ook te gaan. Dat politieke keuzes niet altijd overeenkomen met individuele belangen en wensen is evident…"

D. Reactie verzoekster

Verzoekster reageerde bij brief van 19 mei 2003 als volgt op de brief van het college:

"In dit schrijven ga ik puntsgewijs in op de argumentatie van de gemeente, hoewel dit in een aantal gevallen zal leiden tot een herhaling van zetten.

1. Het tijdspad is inderdaad al vroeg bekend, echter afhankelijk van de voorgestelde wijzigingen heeft een vereniging meer of minder tijd nodig om hierop te kunnen reageren, daar de organisatie bestaande uit vrijwilligers aangepast moet worden. Hieronder een overzicht van data:

8 mei: eerste overleg, geen roosters waar iets mee gedaan kan worden.

29 mei: datum brief gemeente met de voorstellen voor de urenverdeling.

5 juni: tweede overleg, voorstellen van de gemeente worden toegelicht, echter geen concrete beslissingen.

14 juni: eerste commissievergadering: geen beslissing over roosters.

17 juni: reactie (verzoekster; N.o.) op voorgestelde opties.

18 juni: gesprek gemeente Weert met de topsportclubs.

19 juni: nieuw voorstel komende uit gesprek d.d. 18 juni.

20 juni: reactie (verzoekster; N.o.) op nieuw voorstel.

21 juni: tweede commissievergadering: beslissing over roosters.

23 juni: laatste training (verzoekster; N.o.).

29 juni: ontvangst definitieve roosters.

In de periode van 22 juni tot medio juli heeft nog voortdurend een discussie plaatsgevonden met de gemeente Weert over mogelijke varianten voor de urenindeling van de binnensportaccommodaties.

Hoe moet een vereniging reageren voor een nieuw seizoen als de beslissingen over dergelijke ingrijpende wijzigingen pas enkele dagen voor het einde van het seizoen bekend zijn??

In bovenstaand tijdschema moet men zich dan nog realiseren dat tussen 29 mei en 5 juni het pinksterweekeinde valt, met andere woorden: de vereniging heeft slechts enkele dagen om te kunnen reageren op de voorstellen. Overleg is nauwelijks mogelijk (niet iedereen is altijd bereikbaar en beschikbaar).

2. Indien de alternatieven voldoende onderzocht zijn, mogen wij goed onderbouwde en beargumenteerde antwoorden en voorstellen verwachten. Echter elke keer moeten wij ervaren dat argumenten eenvoudig te weerleggen zijn. Tevens moeten wij constateren dat de heer G. tijdens de maand juni op vakantie was en bij geen van de besprekingen aanwezig kon zijn. Tijdens die periode was hij voor ons niet bereikbaar voor enige reactie en/of commentaar.

(…)

4. Gedurende de periode dat de knelpunten moesten worden opgelost was de heer G. met vakantie. Voor zover ons bekend is alleen de heer X betrokken geweest bij het opstellen van de concepten. Het schrijven van de gemeente d.d. 29 mei waarin de eerste voorstellen worden genoemd is ondertekend door de heer X, niet door de heer G.. Tevens is het voor ons vreemd dat de notitie Topsport dateert van 1989 of 1997 (zie schrijven gemeente Weert d.d. 17-03-03 in "opmerkingen vooraf" en als vermeld in bijlage 4 van datzelfde schrijven) en dat de concrete wijzigingen in de uren pas optreden in het seizoen 2001-2002; uitgerekend het seizoen dat de heer X als assistent trainer/coach aantreedt bij (Vanilla V.C.). In voorgaande seizoenen hebben de topsportclubs al eerder verzoeken ingediend om aan hun wensen tegemoet te komen. Tot aan het seizoen 2001-2002 hebben deze verzoeken geen consequenties voor de urenverdeling gehad.

5. Zie punt 4.

6. Zie punt 4.

7. Zie punt 4.

8. Tijdens het besprekingen op 5 en 14 juni is de heer G. eveneens niet aanwezig geweest. Onder punt 4 zijn we hier al uitgebreid op ingegaan. De reacties op onze opmerkingen worden hieronder weergegeven:

8.1. Het gegeven dat er duidelijke veranderingen zullen komen, geeft niet aan dat het uren in de Sporthal Boshoven betreft of dat het uren van (verzoekster;. o.) betreft. Als de gemeente op dat moment al in die richting denkt, is het niet meer dan normaal dat hierover rechtstreeks met de betrokken vereniging concreter wordt gesproken. Heeft men dit bewust niet gedaan om reacties als deze te voorkomen?

8.2. De criteria zijn opgesteld in 1989 of 1997 en sindsdien toegepast? Blijkbaar pas in het seizoen 2001-2002 van belang. Zie ook punt 4.

8.3. Dit heeft inderdaad niets met de klachtenformulering te maken. Echter het uitgangspunt waarop de gemeente de keuze gemaakt heeft voor de urenverdeling is gebaseerd op het feit dat wel gefaciliteerd wordt en niet gesubsidieerd. Door niet alleen te faciliteren maar ook te subsidiëren, worden de uitgangspunten van het beleid niet gevolgd. Hoe kan men de beslissing van faciliteren dan nog beargumenteren met beleid als men vervolgens dit beleid zelf naar eigen goeddunken aanpast zodra dit beter uitkomt. Wat moet een vereniging dan nog verwachten in deze?

9. Blijkbaar vindt de gemeente het wel belangrijk om de urenverdeling van de beide topsportverenigingen in detail te bespreken en niet die van (verzoekster; N.o.). Verder is dit nieuwe voorstel inderdaad naar de betrokken verenigingen gestuurd, maar gelet op het tijdsschema (zie punt 1.) moest hier wel erg snel gereageerd worden. Tevens ontbrak in het voorstel alle informatie van de topsportverenigingen waarop dit voorstel is gebaseerd. Als betrokkene mag men toch inzage hebben in alle belanghebbende informatie. Deze is nooit verstrekt.

(…)

Mogelijk dat bovengenoemde reacties enige duidelijkheid geven in de standpunten en vragen van (verzoekster; N.o.).

Van belang is dat keuzes die gemaakt worden, gebaseerd zijn op goed onderbouwde argumenten waarbij alle voors en tegens op een objectieve manier zijn bekeken. Hierdoor worden de keuzes acceptabel voor de betrokkenen. De argumenten die de gemeente tot nu toe heeft aangehaald, zijn niet onderbouwd en eenvoudig te weerleggen."

E. Reactie college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert

In reactie op de brief van verzoekster van 19 mei 2003 alsmede op vragen van de Nationale ombudsman deelde het college het volgende mee:

"(…)

3. Het (samenvattende) gespreksverslag van het overleg d.d. 8 mei 2001, waarin wij verwijzen in onze brief van 23 april 2003 kunnen wij helaas niet achterhalen.

(…)

5. De reden dat de concrete wijzigingen in het sportseizoen 2001-2002 doorgevoerd zijn en niet direct bij vaststelling van de Notitie Topsport, is tweeledig:

(Vanilla V.C.) speelde hun eredivisie volleybalwedstrijden in de periode 1997-200 (t/m het seizoen 1999-2000) in sportzaal Moesel. Men had hiervoor dispensatie gekregen van de NeVoBo (Nederlandse Volleybal Bond) aangezien deze sportzaal niet voldoet aan de eisen voor eredivisiewedstrijden. Deze dispensatie is geëindigd met ingang van het seizoen 2000-2001, waardoor uitwijk naar een andere (grotere) hal noodzakelijk was. Bijgevoegd treft u een kopie van de brief aan waarin de NeVoBo meldt dat de dispensatie beëindigd wordt (bijlage 4).

In onze brief d.d. 23 april 2003 geven wij in "Opmerkingen vooraf" reeds aan dat begin 2001 door beide topsportclubs in het reguliere topsportoverleg werd gevraagd, wanneer volledige uitvoering van dit beleid zou plaatsvinden. In bijlage 5 treft u een kopie aan van de gespreksnotitie Topsportoverleg d.d. 10 januari 2001.

Dat de concrete wijzigingen optreden in het seizoen dat de heer X aantreedt als assistent-coach bij (Vanilla V.C.), is louter toeval. Overigens zijn in het seizoen 2000-2001 ook reeds wijzigingen doorgevoerd t.b.v. topsport. In dit seizoen zijn nl. de competitiewedstrijden van (Vanilla V.C.) gepland in Sporthal Boshoven i.p.v. sportzaal Moesel.

(…)

7. Ieder seizoen doen zich knelpunten voor. Dat in dit geval Topsport in het geding is, is op zich geen reden om af te wijken van het gestelde tijdpad. Bovendien bete- kent het verder verruimen van de termijn, dat er gegevens geleverd zullen worden die onvolledig en onbetrouwbaar zullen zijn, waardoor achteraf problemen zullen ontstaan. (…)"

F. Nadere informatie verzoekster

1. Bij brief van 11 augustus 2003 stelde de Nationale ombudsman verzoekster een aantal nadere vragen:

"(…) 2. In uw brief stelt u onder 4 dat de topsportclubs ook vóór het seizoen 2001-2002 bij de gemeente verzoeken hebben ingediend om aan hun wensen tegemoet te komen. Kunt u aangeven waarop u dit precies baseert?

3. In uw brief stelt u onder 8 dat de heer G. niet aanwezig was op de vergadering van de raadscommissie SSR van 14 juni 2001. In het door de gemeente (als bijlage 3 bij haar brief van 4 februari 2003) toegestuurde verslag van deze vergadering wordt de heer G. genoemd als secretaris. Volgens het verslag (p.3) heeft ook de secretaris het woord gevoerd. Uit uw verslag leid ik af dat betrokkene wel degelijk aanwezig was op bedoelde vergadering. Wat is uw reactie hierop? (…)".

2. Verzoekster reageerde hierop bij brief van 31 augustus 2003:

"(…)

2.

Tijdens informele gesprekken met de vertegenwoordigers van (Vanilla V.C.) en (Vanilla B.S.W.) na afloop van een van de vergaderingen bij de gemeente Weert is door hen gezegd dat deze vragen reeds eerder richting gemeente zijn gegaan, tot dat moment zonder concreet resultaat. Hiervan kunnen wij geen correspondentie overleggen.

3.

Onder punt 10 wordt het onderwerp van de urenverdeling voor de binnensportaccommodaties besproken. Hieruit blijkt dat niet de heer G., maar de heer X van alle details op de hoogte is. Tijdens deze vergadering worden alleen de knelpunten benoemd, deze zijn dusdanig van aard dat op dat moment geen beslissing kan worden genomen. Zoals u ook kunt constateren dat in de daaropvolgende vergadering op 21 juni de heer G. niet aanwezig was (dit geldt eveneens voor de bijeenkomst van de sportverenigingen van 5 juni, waar de heer X de voorzittersrol waarnam). Juist in de daaropvolgende periode worden verschillende gesprekken gevoerd, voorstellen gemaakt en beslissingen genomen. Hierbij was de heer G. niet aanwezig. In die periode hebben wij nog getracht om persoonlijk met de heer G. van gedachten te kunnen wisselen. Door zijn vakantie heeft dit echter niet kunnen plaatsvinden.

Tevens kunt u in het besprekingsverslag van 14 juni 2001 onder punt 10 lezen dat niet alleen (verzoekster; N.o.) problemen heeft met de gehele gang van zaken. De badmintonclub Weert stelt dezelfde punten aan de orde. Hierbij citeren wij het verslag van de vergadering:

"BC Weert heeft eveneens bezwaar tegen de procesgang. Dit heeft niet geleid tot een weloverwogen besluit. Goede alternatieven zijn volgens BC Weert over het hoofd gezien. Het invoeren van het gebruiksrooster is per 1 augustus op organisatorisch gebied niet mogelijk."

Dat BC Weert niet verder hierop is doorgegaan, ligt in het feit dat de uiteindelijke beslissing over de verdeling van de uren voor BC Weert geen grote nadelige consequenties had.(…)"

Achtergrond

1. Gemeentewet (oud)

Artikel 82, eerste lid:

“De raad kan commissies instellen.”

Artikel 165, eerste lid:

“De raad kan, op voorstel van het college van burgemeester en wethouders, aan een commissie als bedoeld in artikel 82 bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders overdragen.”

2. Algemene wet bestuursrecht

Artikel 2:4:

“1. Het bestuursorgaan vervult zijn taak zonder vooringenomenheid.

2. Het bestuursorgaan waakt ertegen dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor

werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming

beïnvloeden.”

3. Advies Raad van State en Nader rapport, Parlementaire Geschiedenis Awb I

pagina 178:

"Advies RvS

Artikel 2.1.4, tweede lid De in deze bepaling gebruikte term 'een persoonlijk belang' is mede in het licht van de toelichting niet duidelijk.

In de eerste plaats valt niet te begrijpen waarom met name moet worden gedacht aan financiële of materiële belangen. Denkbaar zijn andere persoonlijke belangen die evenmin invloed mogen uitoefenen.

Voorts is de redelijkheid niet duidelijk van de in de toelichting vermelde uitzondering dat de bepaling geen betrekking heeft op belangen die worden behartigd uit hoofde van functies in het openbare leven, bijvoorbeeld als bestuurder van een sportvereniging of kunststichting. Die uitzondering gaat naar het oordeel van de Raad te ver. Ook de belangen van een sportvereniging of een kunststichting moeten in bepaalde geschillen in objectieve zin afgewogen worden tegen de belangen van bijvoorbeeld concurrerende sportverenigingen of stichtingen."

4. Brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Tweede Kamer van 19 mei 2003 (bzk0300229)

"Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 mei 2003

Beschouwing naar aanleiding van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AB 2003, 3 <Winsum>)

1. Inleiding

Zowel aan de Eerste als de Tweede Kamer heb ik een notitie toegezegd naar aanleiding van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In de uitspraak van 7 augustus 2002 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak geoordeeld dat een besluit van de gemeenteraad van Winsum tot stand was gekomen in strijd met artikel 2:4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) (Gemeentestem 7173; AB 2003, 3. Deze uitspraak - verder aangeduid als de <Winsumuitspraak> - heeft in de bestuurspraktijk, in publicaties en ook in het parlement tot vragen geleid.

Hierna wordt allereerst de Winsumuitspraak en de betekenis daarvan voor de praktijk besproken. Centraal staat daarbij het vraagstuk van de stemonthouding. Ik zou echter dit vraagstuk ook willen bezien in het bredere verband van maatregelen gericht op zuivere besluitvorming in het openbaar bestuur, waarbij ook de bijzondere positie van bestuursorganen die op basis van democratische verkiezingen zijn samengesteld uitdrukkelijk in ogenschouw wordt genomen. Ik acht het wenselijk steeds de vinger aan de pols te houden en periodiek te bezien of dit stelsel gelet op jurisprudentie, maatschappelijke ontwikkelingen en bestuurlijke praktijk, bijstelling behoeft. Aan het slot van deze notitie zal ik voorstellen daar een vervolgstudie aan te wijden.

(…)

2. De Winsumuitspraak

Het ging in deze uitspraak om een besluit van de gemeenteraad van Winsum waarbij met toepassing van artikel 19 Wet op de Ruimtelijke Ordening vrijstelling werd verleend voor de bouw van een schutsluis en een gemaalgebouw door het waterschap Noorderzijlvest. Een lid van de gemeenteraad was uit hoofde van zijn functie als jurist bij dat waterschap nauw betrokken geweest bij de jarenlange voorbereiding van het bouwplan en de uiteindelijke vergunningaanvraag. In de raadsvergadering stemde betrokkene voor het besluit. Omdat het besluit met slecht één stem verschil werd aangenomen, gaf zijn stem daarbij de doorslag. In het beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak werd aangevoerd dat hier sprake was van belangenverstrengeling en dat het besluit daarom tot stand was gekomen in strijd met artikel 28 van de Gemeentewet en met artikel 2:4 van de Awb. De Afdeling bestuursrechtspraak wees het beroep op artikel 28 van de Gemeentewet af, maar kwam tot de conclusie dat er wel strijd was met artikel 2:4 van de Awb, omdat de schijn van belangenverstrengeling onvoldoende was vermeden.

Naar aanleiding van deze uitspraak zijn vragen gerezen over mogelijke gevolgen voor het kunnen vervullen van functies en activiteiten naast het raadslidmaatschap gelet op mogelijke belangenverstrengeling. Ook zijn er vragen gerezen over de gevolgen voor stemprocedures en de verantwoordelijkheden daarbij in de raden.

(…)

De Algemene wet bestuursrecht (Awb)

Artikel 2:4 van de Algemene wet bestuursrecht draagt bestuursorganen op hun taak zonder vooringenomenheid te vervullen.

(…)

De uitdrukking <waakt ertegen> in het tweede lid van artikel 2:4 Awb betekent dat het bestuursorgaan de nodige maatregelen moet treffen om te voorkomen dat een vermenging van belangen kan optreden. Deze zorgplicht strekt zich ook uit tot het voorkomen van de schijn van belangenvermenging. Daarbij is aan het bestuursorgaan de nodige vrijheid gelaten om op het concrete geval toegespitste maatregelen te treffen, wanneer in enigerlei opzicht vooringenomenheid dreigt op te treden. Daartoe kunnen het bestuursorgaan verschillende middelen ten dienste staan. Vaak zal het uitsluiten van personen van de (voorbereiding van de) besluitvorming een voor de hand liggende methode zijn - zo zullen ambtenaren bij voorbeeld niet hun eigen vergunningaanvragen mogen behandelen - maar andere methoden zijn ook mogelijk. In de memorie van toelichting wordt als voorbeeld onder andere vermeld het geval waarin een bestuurder een besluit moet nemen waarbij hij een persoonlijk belang heeft, terwijl hij zich niet kan laten vervangen. In zo'n geval moet naar andere mogelijkheden worden gezocht om zijn persoonlijke invloed te beperken, bij voorbeeld door anderen als adviseurs bij de besluitvorming te betrekken.

(…)

4. Betekenis van de Winsumuitspraak

In sommige reacties op de uitspraak wordt de vrees geuit dat de uitspraak de ruimte voor functies en activiteiten naast het raadslidmaatschap fors beperkt, wat op gespannen voet staat met de breed gedeelde wens dat volksvertegenwoordigers nauwe contacten hebben met de samenleving. Veel raads- en statenleden hebben naast hun raads- of statenlidmaatschap een baan of zijn vanuit hun maatschappelijke betrokkenheid actief in verenigingen en belangenorganisaties.

Daarnaast is de vraag gesteld wie er dient te beslissen over stemonthouding. Impliceert de zorgplicht van artikel 2:4 Awb dat de raad daarover beslist, en wat is daarbij dan de rol van de voorzitter van de raad? In combinatie met het vorige punt zou dit volgens sommigen kunnen leiden tot veelvuldige discussies in raden en staten over de vraag of een lid in een concreet geval wel of niet mee mag stemmen.

Hierna wordt nader op deze punten ingegaan.

Betekenis voor functies en activiteiten naast het raadslidmaatschap

In de Winsumuitspraak gaat het over de schijn van belangenverstrengeling. Niet alleen reële belangenverstrengeling moet worden voorkomen, maar ook de schijn daarvan. De Afdeling leidt dat af uit het waarborgkarakter van artikel 2:4, tweede lid, Awb. Anders dan in sommige commentaren wel is verondersteld, is dit geen nieuw element in de jurisprudentie over dit artikel. We kennen het al uit de jurisprudentie op grond van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen. Het betekent dat het bestuur niet alleen daadwerkelijk zonder aanzien des persoons moet handelen, maar dat de burger bovendien aan de gang van zaken en de omstandigheden van de besluitvorming de overtuiging moet kunnen ontlenen dàt het bestuur handelt zonder aanzien des persoons. In elk geval mag bij de burger niet de indruk van het tegendeel worden gewekt. In de Winsumcasus was dat volgens de Afdeling bestuursrechtspraak wel gebeurd.

De Afdeling overwoog in dit verband: <Een lid dat er onmiskenbaar blijk van heeft gegeven uit hoofde van een andere functie te staan voor het belang van het waterschap, wekt naar de burger de sterke schijn niet onbevangen te staan ten opzichte van alle af te wegen belangen>.

Lezing van de uitspraak leert dat de Afdeling dit oordeel niet baseerde op het enkele feit dat het betrokken raadslid als jurist in dienst was van het waterschap dat de vergunning had aangevraagd. Voor de Afdeling lijkt bepalend te zijn geweest dat hij bij de voorbereiding van het betrokken bouwplan en de aanvraag van de daarvoor benodigde vergunning daadwerkelijk jarenlang was opgetreden als de pen- en woordvoerder van het waterschap. Zo waren nagenoeg alle brieven - waaronder de aanvraag van de vergunning - van zijn hand en ook had hij namens het waterschap deelgenomen aan verschillende overleggen zowel met de gemeente als met belanghebbenden. Het is die situatie die volgens de Afdeling naar de burger de sterke schijn heeft gewekt dat het raadslid niet onbevangen stond ten opzichte van alle af te wegen belangen. De schijn van belangenverstrengeling die vermeden behoorde te worden, was dus niet gelegen in de enkele combinatie van functies.

Er is op dit moment geen reden om deze uitspraak te interpreteren als verder strekkend dan wat in dit concrete geval aan de orde was. Ook buiten de Winsumuitspraak is mij geen jurisprudentie over artikel 2:4 Awb bekend die tot een verder strekkende uitleg leidt. Uit de Winsumuitspraak vloeit niet zonder meer een belemmering voort voor het uitoefenen van functies of activiteiten naast het raadslidmaatschap. Wel leert de uitspraak dat een raadslid er goed aan zal doen zich tijdig af te vragen of hij vanuit een andere functie of activiteit wel de meest aangewezene is om in een procedure die controversieel kan liggen en die op een zeker moment te beslissing in de raad zal komen, op te treden als contactpersoon en onderhandelaar met belanghebbenden en met de gemeente waar hij zelf raadslid is. Overigens zal het ook vaak al vanuit die andere functie of activiteit gewenst kunnen zijn om dit soort situaties te vermijden.

5. Vervolgstudie

(…)

Het grondbeginsel dat in de publieke besluitvorming belangenverstrengeling en ook de schijn daarvan dient te worden voorkomen is van groot belang voor het vertrouwen van de samenleving in de overheid, zoals overigens ook recentelijk is onderstreept in de nota integriteit bij openbaar bestuur en politie. In het bestel is voorzien in een veelheid van maatregelen en voorzieningen om de zuiverheid van de besluitvorming te bevorderen en belangenvermenging te voorkomen. Deze voorzieningen zijn gericht op politieke ambtsdragers en ambtenaren en variëren van voorschriften over transparantie van nevenfuncties en financiële belangen tot onder meer regelingen omtrent incompatibiliteiten, verboden handelingen en stemprocedures. Ik ben voornemens de regelingen in samenhang te beoordelen en te bestuderen of begrippenkaders verduidelijking behoeven."

5. Notitie Topsport, vastgesteld door de raad van de gemeente Weert op 18 december 1997

"NOTITIE TOPSPORT IN WEERT

1.1 Achtergrond

Diverse verenigingen die in Weert topsport bedrijven, hebben de gemeente verzocht een financiële bijdrage te verlenen voor het bedrijven van topsport. Deze verenigingen pleiten voor gemeentelijk financiële ondersteuning, als noodzaak om als vereniging op topniveau prestaties te kunnen leveren. Een concrete aanleiding om de beleidsmatige positie van de gemeente Weert t.o.v. topsport te bepalen, was het niet verlengen van het hoofdsponsorschap van (Basketbalclub B.S.W.), en het hierdoor dreigende financiële tekort van de basketbalvereniging. Dit gegeven is samen met het in de nota Algemeen Sportbeleid gestelde uitgangspunt, dat topsport bij kan dragen aan een positief imago van de stad, aanleiding geweest om de rol van de gemeente Weert t.a.v. topsport nader vast te leggen, uiteindelijk resulterend in deze notitie. Directe subsidiëring van topsport wordt in de nota Algemeen Sportbeleid, niet voorgestaan. In onderhavige notitie is dit gegeven verder uitgewerkt.

(…)

3.1 Topsport in Weert

Aan het begin van deze notitie is het begrip topsport al afgebakend. Topsport is opgevat als de sporters die uitkomen in het hoogste nationale verband van competitie. Er is geen definitie van topsport die alom geaccepteerd is. Dit betekent, dat de afbakening van topsport ook een subjectief karakter draagt.

Voor Weert betekent bovenstaande afbakening dat (Volleybalclub Facopa) en (Basketbalclub B.S.W.) onder de categorie topsport kunnen worden geschaard. In deze paragraaf wordt kort een beeld geschetst van deze clubs, waarbij het beleid van de clubs centraal staat. De beperking tot bovenvermelde clubs betekent niet, dat er geen aandacht is voor de andere clubs die (sub)topprestaties leveren. Op voorhand is wel gekozen voor beleid dat gericht is op topsport in verenigingsverband. Op grond hiervan wordt ondersteuning van individuele topsporters uitgesloten.

(…)

Facopa VC

(…)

Volgens (Volleybalclub Facopa) is de aansluiting van het huidige gemeentelijke beleid op de op topsport gerichte stichting, minimaal (dit geldt ook voor het beleid van de Weerter sportraad). Bij de verdeling van uren zou in de ogen van (Volleybalclub Facopa) vanuit gemeentewege meer flexibiliteit moeten worden getoond en (Volleybalclub Facopa) meer voorrang worden verleend. (Volleybalclub Facopa) heeft vaak onvoldoende mogelijkheid om te trainen. De gemeente zou volgens (Volleybalclub Facopa) meer trainingsmogelijkheden moeten bieden, tegen acceptabele kosten. De microhal is bovendien afgekeurd als wedstrijdaccommodatie. Hiervoor is dispensatie verleend. (Volleybalclub Facopa) spreekt aan de andere kant waardering uit voor het sportbeleid, b.v. voor het feit, dat er extra tribunes zijn geplaatst in de microhal. Toch zou de gemeente volgens (Volleybalclub Facopa) een visie moeten hebben op topsport. Bovendien zou de samenwerking tussen de topsportclubs en de gemeente moeten worden geïntensiveerd. Een topsportbeleid van de gemeente zou volgens (Volleybalclub Facopa) geënt moeten worden op het promotie-aspect.

Basketbalclub BSW

(…)

Met het basketbal zijn steeds hogere bedragen gemoeid, hetgeen voor (Basketbalclub B.S.W.) een probleem is. Ook wordt het beleid van de gemeente als knelpunt genoemd. De gemeente is, voor wat betreft het aanbieden van accommodatieruimte niet flexibel genoeg, volgens (Basketbalclub B.S.W.). Bij de urenverdeling zou een topclub als (Basketbalclub B.S.W.) meer prioriteit verleend moeten worden. (Basketbalclub B.S.W.) wordt op dit moment wel prioriteit verleend bij playoff wedstrijden. Volgens (Basketbalclub B.S.W.) echter is het beleid van de gemeente desalniettemin te aanbod-gericht. (Basketbalclub B.S.W.) wordt als topclub gelijkgesteld met een willekeurige groep sporters.

(…)

3.2 Het gemeentelijk sportbeleid en het stadspromotiebeleid

Topsport in Weert leent zich dus niet voor directe subsidiëring. Topsport moet op eigen benen kunnen staan. Het karakter van de topsport is immers anders dan dat van de breedtesport. Vanuit het gemeentelijk beleid zal topsport meer als middel dan als doel worden gezien. Daarbij staat de belangstelling en de aantrekkingskracht voorop. De aantrekkingskracht van de topsport kan worden ingezet als marketinginstrument van het promotiebeleid.

Door een particulier bureau is voor de gemeente Weert in 1995 een stadspromotiestrategie ontwikkeld. Een dergelijk beleid is nodig om in de toegenomen onderlinge concurrentie van steden het hoofd te bieden. Een lokale identiteit is daarbij belangrijk. De stad moet voor bedrijven, consumenten en bewoners aantrekkelijk zijn. De sterke kanten die Weert hier te bieden heeft moeten worden gecommuniceerd naar de buitenwereld. Daarvoor bestaan verschillende instrumenten.

'Weert investeert' is het gekozen promotieconcept voor Weert. Het concept wordt geacht door zoveel mogelijk organisaties te worden (uit)gedragen.

Er is door de raad een meerjarenbudget beschikbaar gesteld, om bovenstaand concept in enkele projecten mogelijk te maken. De gelden zijn geoormerkt. In het kader van stadspromotie Weert is gezegd, dat stadspromotie aan betekenis wint, wanneer naast de gemeente ook andere lokale organisaties participeren. De naamsbekendheid van topclubs als (Volleybalclub Facopa) en (Basketbalclub B.S.W.) zouden perfect aansluiten bij deze gedachte. Via de topclubs worden immers de landelijke media bereikt. Bedrijven, media, het publiek, groeperen zich rondom de topprestaties van een club uit Weert.

4. Conclusie en aanbevelingen

(…)

visie topsport

In paragraaf 2, is de vraag gesteld, wat de rol van de gemeente Weert moet zijn in relatie tot topsport en welke veranderingen hierin noodzakelijk zijn. Het antwoord is in deze notitie uiteengezet, dit leidt tot een visie op de rol van het gemeentelijk beleid in relatie tot topsport.

Door het binnen de mogelijkheden geschikt maken en houden van de accommodaties is gebruik voor topsport, en het financieel ruggensteunen van het succes van topsport uit stadspromotionele overwegingen, binnen de vast te leggen financiële mogelijkheden, wordt ook door de gemeente de kans op succes van topsport in Weert vergroot, en wordt de stad sociaal en economische aantrekkelijker gemaakt.

Kort gezegd is de rol van de gemeente in relatie tot topsport:

I. geschikt houden van accommodaties

Het is belangrijk om te streven naar het kwaliteitsniveau volgens de normen van de NOC-NSF. Vanuit de topsport gezien, is het belangrijk, dat de aanbieder van sportaccommodaties flexibel kan inspringen bij de behoefte naar accommodatieruimte. Dit betekent, dat aan de topsport voorrang wordt verleend. Voor zover mogelijk, zal hier (nog meer) gevolg aan worden gegeven. Het t.v. rijp maken van de accommodaties is eveneens een taak waarin de gemeente facilitair kan ondersteunen. Belangrijk in dit kader is, dat er goede communicatieve verhoudingen zijn (zie punt III); (…)'

6. Criteria bij de verdeling van uren in de Weerter binnensportaccommodaties

"Criteria bij de verdeling van uren in der Weerter binnensportaccommodaties

De volgorde waarin de eerste 9 criteria zijn gesteld, geeft ook de zwaarte ervan aan. De hierna genoemde criteria zijn van even groot belang. De toewijzing van uren ten behoeve van de uren lichamelijke opvoeding van de basisscholen en scholen voor het voortgezet onderwijs zijn hierbij niet meegenomen. Deze uren krijgen te allen tijde voorrang op alle overige uren in de sportaccommodaties. Het basisonderwijs wordt ingedeeld vóór het voortgezet onderwijs.

1. Sportgebruik boven ander gebruik

Elke sportaccommodatie is in principe gerealiseerd om in te kunnen sporten. Een sportvereniging zal daarom niet dienen te wijken voor een cultureel of ander niet sportevenement, tenzij de commissie Sport en Sportieve recreatie bepaalt dat het belang van het ander evenement groter is dan dat van de sportgebruiker.

2. Hoog niveau boven laag niveau

Een team dat op topniveau speelt heeft recht op meer uren in een sportaccommodatie dan groepen die op lager niveau spelen. Het aantal teams wat op hoog niveau speelt, speelt hierbij een rol. Een team dat op hoog niveau speelt heeft recht op meer trainingstijd dan lager spelende teams.

3. Groepen van Weert boven groepen buiten Weert

De gemeente Weert behartigt met name de belangen van de inwoners van Weert. In principe hebben groepen uit Stramproy ook voorrang bij de indeling van de sporthal en sportzaal te Stramproy en de groepen uit Altweerterheide voorrang bij de indeling van sporthal "Op den Das" Altweerterheide.

4. Specifieke zaalsportgroepen boven ander (sport)gebruik

Een zaalsportvereniging / groep hoeft niet te wijken voor b.v. binnentrainingen van veldsportgroepen.

5. Het aantal toegewezen uren staat in relatie tot het aantal zaalsportende leden

Een vereniging met veel zaalsportende leden heeft recht op meer gebruiksuren dan groepen met minder zaalsportende leden. Hierbij wordt gelet op het aantal leden dat, inherent aan de sporttak, gelijktijdig in een sportaccommodatie kan sporten.

6. Lange huurders boven korte huurders

Een vereniging die de sportaccommodatie per seizoen gedurende 9 maanden of langer huurt heeft voorrang op gebruikers die de accommodatie gedurende een kortere periode huren.

7. Het gebruik dient aan te sluiten op het voorgaande gebruik

Het gebruik dient aan te sluiten op het voorafgaande gebruik. Alleen bij een goede motivatie waarom het gebruik niet verschoven kan worden, zal het gebruik gehandhaafd blijven.

8. Historisch criterium

Een vereniging / groep die reeds jarenlang een bepaald uur in een sportaccommodatie huurt heeft meer recht op dat uur, ná het doorlopen van de eerste 7 criteria, dan een andere potentiële gebruiker.

9. Doelsportgroepen hebben meer recht op een voor hen gunstiger tijdstip

Bepaalde groepen zoals b.v. jeugdgroepen (tot 16 jaar) en seniorengroepen hebben in principe meer recht op de vroege avonduren of uren overdag.

10. Erkende verenigingen boven overige gebruikers

Door de commissie Sport en Sportieve recreatie erkende verenigingen hebben meer recht op een gebruiksduur dan groepen die niet erkend zijn.

11. Volledig ruimtebeslag gaat boven gedeeltelijk ruimtebeslag

Gebruikers die de volledige sportaccommodatie benutten hebben voorrang op gebruikers die slechts een gedeelte van de accommodatie willen huren.

12. Competitiegebruik heeft voorrang bij de indeling van de weekenduren, normaal trainingsgebruik heeft voorrang bij de indeling van doordeweekse uren.

Gebruik op doordeweekse dagen is in principe bedoeld voor de normale trainingen en het weekend is "gereserveerd" voor bijzondere sportevenementen en competitie- en oefenwedstrijden.

13. Economisch criterium

Gebruik wat voor de gemeente extra geld oplevert, kan voor ander niet sportgebruik gaan."

Instantie: Gemeente Weert

Klacht:

Onzorgvuldige voorbereiding door raadscommissie Sport en Sportieve recreatie van de beslissing tot vaststelling van de roosters van gemeentelijke binnensportaccommodaties voor het seizoen 2001-2002;.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Gemeente Weert

Klacht:

Beslissing mede gebaseerd op (concept)roosters opgesteld door gemeenteambtenaar die ook functie vervult bij een van de sportverenigingen.

Oordeel:

Gegrond