2014/044: OM had vernietiging van geluidsboxen beter moeten motiveren

Rapport

Naar aanleiding van een melding over geluidsoverlast ging de politie de woning van meneer Jansen in. In de woning werd door de politie geconstateerd dat de geluidoverlast werd veroorzaakt door een meneer Pieterse, een medebewoner. Meneer Pieterse werd daarom als verdachte aangemerkt. Tijdens dit politieoptreden werden twee geluidsboxen van meneer Jansen in beslag genomen. Later besloot de officier van justitie dat de geluidboxen van meneer Jansen konden worden vernietigd. Meneer Jansen was het hier niet mee eens en stelde vervolgens het Openbaar Ministerie aansprakelijk voor de door hem geleden schade. De hoofdofficier van justitie van het parket Den Haag wees het verzoek om schadevergoeding af. Hij stelde zich op het standpunt dat de politie conform de regels rechtmatig had gehandeld bij de inbeslagneming van de geluidsboxen. Daarnaast was de hoofdofficier van justitie van oordeel dat de officier van justitie een juiste beslissing had genomen aangezien de politie herhaalde malen overlastmeldingen met betrekking tot de woning van meneer Jansen had ontvangen. Ten overvloede merkte de officier van justitie op dat de geluidsboxen een geringe marktwaarde zouden hebben.

Meneer Jansen1 klaagde erover dat de hoofdofficier van justitie hem onvoldoende duidelijkheid had verstrekt over de overwegingen die ten grondslag lagen aan de beslissing tot vernietiging van zijn, in beslag genomen, geluidsboxen.

De hoofdofficier van justitie had in zijn beslissing om het verzoek om schadevergoeding af te wijzen, niet de eigenlijke reden van de officier van justitie genoemd om de geluidsboxen te vernietigen. De officier was namelijk van mening dat de kosten van bewaring van de geluidsboxen niet in redelijke verhouding stonden tot de waarde ervan en dat de geluidsboxen vervangbaar waren waarbij de tegenwaarde op eenvoudige wijze zou kunnen worden bepaald. Omdat door het achterwege laten van deze oorspronkelijke overweging, onvoldoende duidelijkheid was verschaft aan de heer Jansen, was de Nationale ombudsman van oordeel dat de hoofdofficier van Justitie had gehandeld in strijd met het vereiste van goede motivering.

1 De namen zijn gefingeerd.

Instantie: Openbaar Ministerie

Klacht:

onvoldoende duidelijkheid geven over motivatie in beslaggenomen geluidsboxen te vernietigen

Oordeel:

Gegrond