2012/198: Bewoners klagen over slechte communicatie gemeenten na vondst asbest in hun woning

Onderzoek

De overheid moet bij risico's niet óver maar mét burgers communiceren, vindt de Nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer. Hij trekt deze conclusie nadat hij een aantal situaties tijdens de asbestzomer van 2012 heeft onderzocht. 'Burgers verwachten een overheid die eerlijk communiceert, ook over wat ze niet weet'.

Aan de hand van de casus 'tien dagen asbesthysterie' heeft de Nationale ombudsman zich verdiept in de praktijk van risicocommunicatie. Hij heeft de asbestcasus in Groningen, Twenterand, Wageningen, Stadskanaal en Noordoostpolder bestudeerd en met betrokkenen gesproken. Ook heeft hij de bevindingen meegenomen van de commissie die onderzoek heeft gedaan naar de asbestvondst in de Utrechtse wijk Kanaleneiland. Daarnaast heeft hij nieuwsberichten in lokale media geanalyseerd. Media stellen bij risico's en incidenten snel vragen over de verantwoordelijkheid en gemaakte fouten, hetgeen leidt tot het beeld van een vrijwel steeds falende overheid.

Brenninkmeijer pleit voor horizontaal bestuur: 'Een gemeentebestuur dat aan inwoners zijn afwegingen en conclusies communiceert heeft niets te verbergen.' Het hoeft zich in zijn acties niet primair te richten op het voorkomen van bestuurlijke of politieke schade. Door voor horizontaal besturen te kiezen verschuift de overheid het punt van verantwoording afleggen naar een eerder moment. De bestuurlijke afrekencultuur heeft dan geen vat meer op de kwestie. De verantwoording vindt plaats vooraf en tijdens het incident en zoveel mogelijk in dialoog met de burger.

Achtergrond

Overheidscommunicatie over onzekere en ambigue risico's heeft al langer de aandacht van de ombudsman. Op grond van het recht op gezondheid heeft de overheid een verplichting om alert met gezondheidsrisico's om te gaan. Anderzijds bestaat in een democratie een keuzevrijheid van burgers om bepaalde risico's te aanvaarden.