Gemeente handelde onvoldoende professioneel tijdens BRP-huisbezoek bij man

Brief

Een BRP-toezichthouder legt een huisbezoek af bij een man die slecht Nederlands en Engels spreekt. De man verleent wel toestemming voor het huisbezoek. Hij wil alleen niet dat de toezichthouder een kamer binnengaat waar op dat moment iemand ligt te slapen. Hij geeft dit ook aan bij de toezichthouder. Omdat de toezichthouder dat volgens hem toch deed, dient hij een klacht in bij de gemeente. Hij vindt dat de toezichthouder niet correct gehandeld heeft en niet volgens wet- en regelgeving handelde. De gemeente behandelt de klacht en vindt deze ongegrond. De klachtbehandelaar belt met de man, maar omdat deze de taal niet beheerst vraagt hij om een afhandelingsbrief.   De man kan zich niet vinden in de klachtafhandelingsbrief en wendt zich tot de ombudsman. 

Een medewerker van de ombudsman schakelt een tolk in en spreekt de man wel telefonisch. De man kan op deze manier zijn klacht beter toelichten. De man blijkt grote moeite te hebben met de wijze waarop de toezichthouder handelde. De ombudsman stelt de gemeente een aantal vragen over hoe het huisbezoek verliep en welke procedures de toezichthouder hanteerde. En of toezichthouder een verslag opstelde van het huisbezoek, een informatieve brief gaf aan de man en een zogenaamd informed-consent formulier gebruikte. De gemeente gaf antwoord op onze vragen. Hieruit bleek onder andere dat ze geen verslag, brief of formulier gebruikte. Ook gaf de gemeente niet aan volgens welke procedure(s) of protocol ze handelde. Het huisbezoek werd afgelegd om de gemeente een melding kreeg dat op het adres naar de man ook geregeld andere personen verbleven. Naar aanleiding van het huisbezoek heeft de vrouw die op de bewuste kamer sliep zichzelf ook ingeschreven in de BRP op het betreffende adres. 

De ombudsman vindt de klacht van de man over de wijze waarop de toezichthouder BRP handelde en de gemeente hierna zijn klacht behandelde gegrond. Hij is van oordeel dat de gemeente in dit geval niet volgens het behoorlijkheidsvereiste van professionaliteit handelde. Dit vereiste houdt in dat de overheid ervoor zorgt dat haar medewerkers volgens hun professionele normen werken. De burger mag van hen bijzondere deskundigheid verwachten. Gelet op dit vereiste vindt de ombudsman dat de gemeente het huisbezoek BRP conform bestaande richtlijnen behoorde uit te voeren. De ombudsman vindt verder dat toen de man hierover een klacht indiende bij de gemeente, zij de man in de gelegenheid had moeten stellen om zijn klacht, ondanks dat hij niet goed Nederlands en Engels spreekt, toch mondeling toe te lichten.

Over of de man nu wel of niet zijn eerder gegeven toestemming (gedeeltelijk) introk en of de toezichthouder de kamer nu wel of niet is binnengetreden geeft de ombudsman geen oordeel. Reden hiervoor is dat de verklaring van de man en de toelichting van de gemeente op dit punt uiteenlopen. En omdat de ombudsman hier niet bij was onthoudt hij zich van een oordeel op dit specifieke punt.