Klacht verhuurder over legeskosten en weigering aanhouding zaken Huurcommissie ongegrond

Brief

Een verhuurder diende bij de ombudsman een klacht in over de Huurcommissie (HC). Zijn huurders vroegen de HC om de servicekosten te toetsen waarna de HC de huurders in het gelijk stelde. Hierop is de verhuurder naar de kantonrechter gestapt die de verhuurder in alle zaken in het gelijk stelde. De verhuurder vindt dat de uitspraak van de rechter bevestigt dat de HC fouten heeft gemaakt en wil dat de HC de legeskosten terugbetaalt. De verhuurder klaagt er ook over dat de HC weigerde om zaken aan te houden en dat zij haar eigen hardheidsclausule over het verlaten van de leges niet toepaste.

De HC vindt de klacht over het niet terugbetalen van de leges ongegrond. Een afwijkend oordeel van de kantonrechter zegt volgens de HC niets over de (on)juistheid of (on)zorgvuldigheid van de uitspraken van de HC.

De verhuurder is niet tevreden met de reactie van de HC op de klacht en wendt zich tot de ombudsman. Hij is het er niet mee eens dat de HC niet bereid is om de legeskosten terug te betalen nu de kantonrechter hem in het gelijk heeft gesteld. Daarnaast ging de HC niet in op zijn klachten over het weigeren om zaken aan te houden en op het niet toepassen van de hardheidsclausule om de leges te verlagen.

De ombudsman onderzocht de klachten en vraagt de HC om een aanvullende reactie. Daarin geeft de HC onder meer aan dat zij niet weigerden om zaken aan te houden omdat hen niet is gebleken dat er een verzoek tot aanhouding was ingediend door de verhuurder. Verder geeft de HC aan dat de hardheidsclausule om legeskosten te verlagen niet is toegepast omdat er niet is voldaan aan de hiervoor geldende voorwaarden.

De ombudsman vindt de klacht over het niet terugbetalen van de legeskosten ongegrond. Hij vindt dat de HC voldoende toelichtte dat en waarom terugbetalen van legeskosten niet aan de orde is. De klacht over het weigeren van de HC om zaken aan te houden vindt hij eveneens ongegrond. Uit de beantwoording van de HC op onze vragen blijkt niet dat er een schriftelijk verzoek om aanhouding is ingediend. De klacht over het niet toepassen van de hardheidsclausule vindt de ombudsman eveneens ongegrond omdat uit de reactie van de HC blijkt dat er niet is voldaan aan de voorwaarden.