Een man ontdekte ernstige vochtontwikkeling en schimmels in zijn kelder. Hij vermoedt dat dit veroorzaakt is door de verhoging van het waterpeil. Daarom diende de man een verzoek om nadeelcompensatie in bij het waterschap. Dat verzoek werd afgewezen. De man stelde vervolgens bezwaar in tegen de afwijzing. Tijdens de bezwaarprocedure bood het waterschap aan om te schikken.
De klacht van de man gaat over de wijze waarop de vaststellingsovereenkomst tot stand is gekomen. Over de concepttekst is tussen de man en het waterschap contact per e-mail geweest. Uit de e-mailwisseling die de man aan de ombudsman stuurde blijkt dat het waterschap een tekstvoorstel voor een schikking stuurde, waarna de man een toevoeging aan de concepttekst voorstelde. Volgens de man heeft het waterschap het tekstvoorstel niet overgenomen, maar wel toegezegd dat te zullen doen. De man heeft de vaststellingsovereenkomst uiteindelijk onder protest ondertekend. Dit omdat hij het geld nodig had voor het herstel van de schade aan de kelder. De man diende vervolgens een klacht in bij het waterschap.
Het waterschap vindt de klacht ongegrond. Het stelt dat het de man vrij stond om niet akkoord te gaan met de vaststellingsovereenkomst. In dat geval zou het waterschap het bezwaarschrift weer verder in behandeling nemen. De afhandeling van het bezwaarschrift was namelijk opgeschort, omdat werd onderhandeld over een schikking. Er was volgens het waterschap geen sprake van onbehoorlijke druk om de vaststellingsovereenkomst te ondertekenen. De man had namelijk voldoende ondersteuning van zijn adviseur en rechtsbijstandverlener.
De Nationale ombudsman vroeg aan het waterschap waarom het tekstvoorstel van de man niet werd overgenomen in de vaststellingsovereenkomst. De ombudsman kon uit de klachtafhandelingsbrief namelijk niet afleiden waarom het waterschap een andere keuze maakte in het overnemen van het tekstvoorstel.
Het waterschap erkent dat in de beantwoording van de klacht niet aan de man is uitgelegd waarom een inleiding is toegevoegd aan het tekstvoorstel. Over het tekstvoorstel was geen akkoord bereikt. Om kader en context te geven aan het tekstvoorstel is door het waterschap een inleiding toegevoegd. De inleiding was een voorwaarde van het waterschap om de tekst van de man op te nemen in de vaststellingsovereenkomst.
De Nationale ombudsman vindt dat het waterschap de klacht van de man terecht ongegrond heeft verklaard. Het waterschap legde uit dat het tekstvoorstel wel is overgenomen in de vaststellingsovereenkomst. Omdat er tussen de man en het waterschap echter geen overeenstemming was bereikt over de inhoud van het tekstvoorstel heeft het waterschap een inleiding toegevoegd. Daarmee is het waterschap tegemoetgekomen aan de wens van de man om het tekstvoorstel over te nemen in de vaststellingsovereenkomst. Voor zover de man zich niet kan vinden in de inhoud van de vaststellingsovereenkomst, geldt dat de Nationale ombudsman hierin niet treedt.