Gemeente beantwoordt vragen over jongere in de bijstand voldoende

Brief

Een moeder maakt zich zorgen over de dienstverlening van de gemeente aan kwetsbare jongeren. Haar zoon ontving enkele jaren bijstand van de gemeente. In die tijd had de zoon geen contact met zijn moeder. Wel had hij een ambulant begeleider die hem hielp bij zijn contacten met instanties.

Achteraf denkt de moeder dat er fouten zijn gemaakt door de gemeente. Haar zoon kreeg zijn uitkering elke week als weekgeld uitbetaald. De gemeente betaalde zijn vaste lasten. Wat er daarna overbleef van zijn uitkering maakte de gemeente naar hem over. De moeder denkt dat haar zoon nog uitkering tegoed heeft van de gemeente. Verder zijn er volgens haar schulden en schade ontstaan door toedoen van de gemeente.

De Nationale ombudsman heeft de zaak onderzocht en vragen gesteld aan de gemeente. Uit de informatie van de gemeente komt naar voren dat de gemeente zich heeft ingezet om de zoon zo goed mogelijk te helpen om rond te komen met zijn uitkering. De vraag of de zoon nog aanspraak heeft op achterstallige uitkering of schadevergoeding is niet aan de Nationale ombudsman om te beantwoorden. De ombudsman vindt dat de gemeente aandacht had voor de kwetsbare positie van de zoon en de vragen van de moeder over de gang van zaken voldoende heeft beantwoord.