Cocensus en Hoogheemraadschap vinden terecht dat een man belasting moet betalen

Brief

Een man klaagt erover dat Cocensus en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier zijn vraag om zijn belasting niet te betalen (kwijtschelding), hebben afgewezen. Ze hebben het verzoek afgewezen, omdat meneer een auto heeft die volgens allebei de organisaties meer waard is dan € 2.269. De organisaties vinden dat de man hiermee genoeg geld bezit om de belastingaanslagen mee te betalen. De man vindt dat auto minder dan € 2.269 waard is, omdat deze al jarenlang defect is en niet wordt gebruikt. Daarnaast is de man ziek en niet in staat om met het openbaar vervoer te reizen, waardoor de auto voor hem onmisbaar is. Hij vindt de afwijzing daarom niet terecht. Maar volgens de regels die er zijn voor het kwijtschelden van belastingen, is de man zelf verantwoordelijk om de waarde van de auto aan te tonen. Beide organisaties hebben de man uitgelegd dat hij dit kan doen door een BOVAG-garage de waarde van de auto te laten inschatten (taxeren). De man heeft dit niet gedaan. De ombudsman vindt de opmerking van de organisaties, dat de man alleen in aanmerking komt voor kwijtschelding als hij bewijst dat zijn auto minder waard is dan € 2.269, terecht. De ombudsman vindt het verder logisch dat de organisaties het niet met de man eens zijn dat zijn auto onmisbaar is. Een auto die al jaren defect is en niet wordt gebruikt is niet onmisbaar. Cocensus en het Hoogheemraadschap hebben de kwijtscheldingsverzoeken van de man terecht afgewezen.