2007/040

Onderzoek

Onderzoek uit eigen beweging door de Nationale ombudsman naar de manier waarop de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) uitgeprocedeerde asielzoekers voor hun uitzetting 'presenteert' aan vertegenwoordigers van hun land van herkomst. De aanpak van deze presentaties is volgens de Nationale ombudsman niet transparant. Dit schept risico's en kan leiden tot onzekerheid en argwaan bij deze asielzoekers. Hij beveelt aan om altijd een Nederlandse ambtenaar en zo nodig een tolk aanwezig te laten zijn en om de uitgeprocedeerde asielzoeker meer openheid te geven over wat hem te wachten staat. Aanleiding voor het onderzoek waren vier individuele klachten en een verzoek van Vluchtelingenwerk Nederland.

Het onderzoek van de Nationale ombudsman heeft niet aangetoond dat voormalige asielzoekers gevaar lopen doordat er tijdens de presentaties expliciet asielgerelateerde informatie is overgelegd. Het onderzoek toont wel aan dat de manier waarop presentaties op dit moment zijn georganiseerd onnodige veiligheidsrisico's kan meebrengen en kan leiden tot gevoelens van angst en onzekerheid, omdat op onderdelen van de procedure onvoldoende transparantie bestaat. Zo weet de betrokkene niet welke informatie is verstrekt aan het land van herkomst en kan hij daardoor ook niet aangeven of daarin risico's schuilen. De betekenis van vragen die tijdens de presentatie worden gesteld is hierdoor ook onduidelijk. De ombudsman heeft verder geconstateerd dat een deel van de presentaties plaatsvindt zonder dat Nederlandse ambtenaren hierbij aanwezig zijn. Wanneer zij wel aanwezig zijn, is het voor hen niet altijd mogelijk om het gesprek te volgen, omdat zij de gebruikte taal niet verstaan. De minister van Justitie heeft een belangrijke rol om presentaties te ontdoen van geheimzinnigheid en openheid te geven over de procedures, zo stelt de Nationale ombudsman. Gezien de grote belangen van alle betrokkenen bij presentaties en terugkeer moet de zorgvuldigheid van het handelen van de Nederlandse overheid boven iedere twijfel verheven zijn.

De Nationale ombudsman doet de minister hiertoe een aantal aanbevelingen. De meest in het oog springende is dat presentaties alleen mogen plaatsvinden wanneer een Nederlandse ambtenaar hierbij aanwezig is. Zo nodig moet een tolk ingeschakeld worden. Alleen wanneer de presentatie inhoudelijk kan worden gevolgd, kan daadwerkelijk worden gecontroleerd of de presentatie correct is verlopen. Daarnaast zijn de aanbevelingen erop gericht om de vreemdeling meer inzicht te geven in de stukken die aan de autoriteiten van het land van herkomst zijn verstrekt en in hetgeen een presentatie inhoudt, zoals de locatie, rechten en plichten en de aanwezigheid van derden.