Mevrouw Houben heeft een dochtertje Chayene van zeven (niet de echte namen). Zij kregen hulp van de gezinscoaches van de gemeente. In 2022 ging het minder goed met mevrouw Houben. De gezinscoaches maakten zich daarom steeds meer zorgen over de veiligheid en ontwikkeling van Chayene. Zij vroegen de Raad voor de Kinderbescherming om onderzoek te gaan doen en meldden de casus aan bij de jeugdbeschermingstafel. Zij maakten meteen ook een veiligheidsplan. In dit plan staat dat mevrouw Houben alleen onder begeleiding haar dochtertje mag zien. En dat zij de omgangsmomenten moet afstemmen met de oma van Chayene. De gezinscoaches overhandigden het plan toen zij mevrouw Houben uitnodigden voor de jeugdbeschermingstafel. Het plan moest meteen ingaan. Op dat moment verbleef Chayene bij oma.
Mevrouw Houben was het er niet mee eens. Zij wilde haar dochter zonder begeleiding zien. Zij kaartte dit meerdere keren aan, maar de gezinscoaches hielden vast aan de afspraak. De gezinscoaches zeiden dat het vrijwillig was, maar niet vrijblijvend. Als ze zich er niet aan zou houden, dan zouden de gezinscoaches de Raad voor de Kinderbescherming inlichten. Mevrouw Houben zag haar dochter een tijd niet, want zij wilde niet met oma overleggen over de omgang. De Raad voor de Kinderbescherming deed onderzoek en concludeerde uiteindelijk dat er zorgen waren, maar dat een ondertoezichtstelling niet nodig was.
Daarna diende Mevrouw Houben een klacht in bij de gemeente. Zij klaagde dat de gezinscoaches van de gemeente haar dochter bij haar hadden weggehouden zonder met haar te overleggen en ook zonder haar instemming. Volgens mevrouw Houben mag alleen de rechter hierover beslissen, want zij heeft gezag over haar dochter. De gemeente vond haar klacht ongegrond. De gezinscoaches hadden volgens de gemeente naar beste bevinden gehandeld in het belang van de veiligheid van Chayene.
Daarna diende mevrouw Houben haar klacht in bij de Nationale ombudsman. De Nationale ombudsman heeft de klacht onderzocht en concludeert dat de klacht gegrond is. De Nationale ombudsman vindt namelijk dat de gemeente in strijd met de behoorlijkheidsnorm respecteren van grondrechten handelde. Namelijk het recht op respect voor familie- en gezinsleven.
De Nationale ombudsman vindt dat de gemeente met het veiligheidsplan het contact tussen mevrouw Houben en haar dochter heeft bepaald, terwijl zij daartoe niet bevoegd is. Alleen de rechter kan wijzigingen aanbrengen in het contact tussen ouder en kind. Het handelen van de gezinscoaches heeft een grote impact gehad op mevrouw Houben. Ze voelde zich onder druk gezet en niet vrij om haar dochter zonder begeleiding te zien. Er was dus geen sprake van een afspraak waar zij vrijwillig mee instemde. Mevrouw Houben had bovendien weinig opties om zich te verweren. Een klacht indienen was voor haar de enige mogelijkheid. Maar klachtbehandeling kan weken duren en geeft onvoldoende rechtsbescherming bij zo'n ingrijpende gebeurtenis.
De gezinscoaches stelden het veiligheidsplan op zonder mevrouw Houben daarbij te betrekken. De Nationale ombudsman kan zich voorstellen dat een plan niet altijd vanaf de start samen met ouders kan worden opgesteld. Maar, ouders moeten dan wel op een later moment de gelegenheid krijgen om mee te beslissen. De Nationale ombudsman vindt dat de gezinscoaches daar na het overhandigen van het plan onvoldoende moeite voor deden. Een afspraak is pas een afspraak als de betrokkenen daarmee instemmen. De Nationale ombudsman stelt dat daarvan in deze zaak geen sprake was.