Douane moet reiziger bij 100%-controle beter informeren

Rapport

Een man en zijn echtgenote zijn het niet eens met de manier waarop zij op Schiphol bij een zogenaamde 100%-controle door de Douane zijn gecontroleerd. De Douane onderzocht de man en zijn echtgenote aan hun kleding. De Douane doet deze controles naar verdovende middelen. Dat gebeurt bij vliegtuigen afkomstig uit bepaalde landen. De man liet weten dat hij en zijn echtgenote bij de controle in hun kruis zijn getast. Verder klaagt hij over de informatieverstrekking bij de controle.

De Nationale ombudsman vindt het volgende van de klacht.
De Douane mag het onderzoek aan de kleding doen. Dit betekent het betasten van de kleding. Het kan zijn dat de reiziger over de kleding heen in de schaamstreek wordt geraakt.
Het is onjuist dat een medewerker van de Douane de man liet weten dat het onderzoek op grond van de Opiumwet werd gedaan. De man en zijn echtgenote waren immers geen verdachten. De Douane had namelijk geen aanwijzingen dat de man en zijn echtgenote verdovende middelen bij zich hadden. Het was een controlemaatregel die voor elke passagier van het vliegtuig gold.
De Nationale ombudsman vindt de informatieverstrekking bij 100%-controles belangrijk. Dat heeft hij al vaker in zijn rapporten geschreven. 
De Douane zegde in deze zaak de ombudsman toe de reizigers beter te gaan informeren over de wijze van het onderzoek aan de kleding. Ook gaat de Douane de reizigers erop wijzen dat de controle op een besloten plaats kan gebeuren, als de reiziger dat wil. De staatssecretaris zal de ombudsman op de hoogte houden van deze verbeteringen.

Instantie:

Klacht:

De klacht van de man over de Douane is gegrond op de onderdelen dat de Douane de controle: 

  • niet op grond van artikel 9 van de Opiumwet deed, zoals een medewerker van de Douane tegen de man zei, wegens strijd met het vereiste van goede informatieverstrekking
  • in een ruimte in aanwezigheid van andere reizigers deed, zonder dat werd aangeboden de controle op een (individueel) besloten plaats te doen, wegens strijd met het vereiste van het recht op eerbieding van de persoonlijke levenssfeer.  

De klacht is voor het overige ongegrond.

Oordeel:

Gegrond