De politie handelt onredelijk bij automatisch verstrekken gegevens winkeldiefstallen

Rapport

Een ondernemer start eind 2014 een bedrijf voor de afhandeling van winkeldiefstallen. Grote winkelketens maken gebruik van organisaties die werken als tussenpersoon om bij de politie informatie op te vragen over de identiteit van de winkeldief. Zo kunnen ze een bedrag van €181 innen bij de dader. Dit bedrag staat voor de indirecte schade van winkeldiefstal. Met de juiste NAW-gegevens kunnen winkeliers het betalingsverzoek opsturen naar de juiste persoon en het juiste adres. Dit gebeurde in eerste instantie individueel en schriftelijk. In 2016 start de politie een pilot Geautomatiseerde Verstrekking Winkeldiefstallen, waarbij ondernemingen de NAW-gegevens geautomatiseerd kunnen opvragen. Alleen de concurrent van de ondernemer, onderneming B, kon deelnemen aan de pilot. De ondernemer niet omdat hij niet aan de beveiligingseisen kan voldoen die de politie stelt. Volgens de ondernemer zijn die eisen onredelijk en afgestemd op B. Daarnaast vindt de ondernemer dat de pilot juridisch niet goed in elkaar zit.

De ondernemer dient klachten in bij de Nationale ombudsman, omdat hij vindt dat hij niet op gelijke wijze als zijn concurrent is behandeld door de politie. Daarnaast vindt de ondernemer dat hij door de politie niet wordt betrokken bij het nieuwe beleid voor het automatisch verstrekken van gegevens bij winkeldiefstallen.

De ombudsman heeft de klachten van de ondernemer onderzocht. Op basis van zijn onderzoek constateert de ombudsman dat de politie onvoldoende de belangen van de ondernemer heeft meegewogen. De ombudsman is van oordeel dat de politie zich daardoor onredelijk naar de ondernemer heeft opgesteld.

Ook oordeelt de ombudsman dat de politie de ondernemer niet actief bij haar handelen heeft betrokken. Het was voor de ondernemer niet duidelijk welke rol hij had en wat de politie met zijn inbreng deed, terwijl de politie toezeggingen had gedaan om de ondernemer bij haar beleid te betrekken.

Tot slot kwam uit het onderzoek naar voren dat de ondernemer regelmatig onjuiste en onvolledige informatie van de politie kreeg. De ombudsman vindt dat de politie zorgvuldig om moet gaan met gegevens van burgers, vooral als dit strafrechtelijke gegevens betreft. De ombudsman oordeelt daarom dat de politie onvoldoende secuur omgaat met die informatie waardoor privacy rechten van burgers in het geding kunnen komen.

De klachten zijn gegrond wegens schending van de behoorlijkheidsvereisten van redelijkheid, bevorderen van actieve deelname door de burger en goede organisatie.

Instantie:

Klacht:

Een ondernemer klaagt erover dat de politie hem anders behandelt dan zijn concurrent bij het proces van gegevensverstrekking in het kader van winkeldiefstal. Daarnaast klaagt de ondernemer erover dat hij niet betrokken wordt bij het nieuwe beleid voor het automatisch verstrekken van gegevens bij winkeldiefstallen.

Oordeel:

Gegrond