Gemeente Gouda handelt redelijk bij oplossen problemen rond aanpassing woning

Rapport

De echtgenoot van een vrouw zit in een rolstoel. Hij wil graag in zijn huidige woning blijven wonen. Daarom zijn aanpassingen nodig. Zo heeft het echtpaar een slaapkamer en badkamer beneden in hun woning nodig. Zij vragen de gemeente hierbij om hulp op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De gemeente stelt hiervoor geld beschikbaar. Het echtpaar moet met dat geld een aannemer zoeken om de woning aan te passen. Die aannemer wordt gevonden en gaat aan het werk. Maar de vrouw en haar man zijn na de start van het werk ontevreden over de aannemer. Ze willen dat de gemeente hen daarbij helpt. De gemeente vindt dat ze hun meningsverschil met de aannemer moeten bespreken.

Volgens de Nationale ombudsman mag van de gemeente worden verwacht dat zij zich betrokken opstelt wanneer burgers zich met problemen rond een woningaanpassing bij de gemeente melden. Dat is ook het geval wanneer er sprake is van een conflict met een aannemer. In zo'n situatie mag van de gemeente worden verwacht dat zij een regierol pakt, juist gelet op de uitvoering van deze werkzaamheden onder de vlag van de Wmo. De gemeente hoeft geen partij in het conflict te zijn om die rol te pakken. Integendeel: de gemeente zal juist boven de partijen moeten uitstijgen en daar blijven om het overzicht en de onpartijdigheid te bewaren. De Nationale ombudsman ziet dat de gemeente heeft geprobeerd mee te denken met alle partijen. Hij vindt dan ook dat de gemeente in redelijkheid heeft gedaan wat van haar mocht worden verwacht. Wel had de gemeente vooraf duidelijker kunnen zijn over haar rol bij de aanpassing van de woning.