2021/102 OM motiveert veel lagere schadevergoeding onvoldoende

Rapport

Een man werd aangehouden door de politie waarbij zijn handgereedschap in beslag werd genomen. De rechter sprak hem vrij. Daarnaast gaf de rechter het OM mee dat het redelijk zou zijn om de man een schadevergoeding te betalen, omdat zijn handgereedschap inmiddels was vernietigd. De rechter vond hierbij een bedrag van € 300,- redelijk.

Het OM gaf de man een vergoeding van € 12,50. Het baseerde zich hierbij op de taxatiewaarde van de spullen. In de wet staat dat die waarde het uitgangspunt is. Daarbij vond het OM dat de rechter niet had geoordeeld dat er € 300,- moest worden betaald, maar dat alleen had geadviseerd. Het OM vond daarom dat ze de suggestie van de rechter niet hoefden te volgen.

De vader van de man diende een klacht in bij de ombudsman. De ombudsman vindt dat het OM de gedachtegang van de rechter over een redelijke vergoeding niet serieus heeft genomen. Het OM was inderdaad niet wettelijk verplicht het advies van de rechter te volgen. Het had op z'n minst moeten uitleggen waarom het een veel lagere vergoeding redelijk vond. Daarin is het OM tekortgeschoten. De ombudsman oordeelt daarom dat het OM de toegekende vergoeding van 12,50 euro onvoldoende heeft uitgelegd. Daarom is de klacht van de man gegrond (terecht).

Tijdens het onderzoek van de ombudsman nam het OM contact op met de man om te praten over de waarde van de vernietigde spullen. Het OM heeft hem daarop € 100,- aangeboden. Het OM baseerde zich daarbij op diverse websites van bouwmarkten. De ombudsman vindt dat bedrag wel voldoende onderbouwd.

Instantie:

Klacht:

Verzoeker klaagt over de wijze waarop het OM is omgegaan met zijn verzoek om gevolg te geven aan de overweging van de rechter dat het schappelijk is om aan zijn zoon € 300 euro te betalen, nu de in beslag genomen spullen zijn vernietigd en niet meer kunnen worden teruggegeven.

Oordeel:

Gegrond