2019/056 Onderzoek naar een brief over ongewenst gedrag jegens een ambtenaar

Rapport

Verzoekster en de gemeente hebben al lange tijd contact over een natuurcompensatiegebied. Gedeputeerde Staten (GS) is er ook bij betrokken. Na een vertrouwensbreuk met GS kreeg verzoekster een vertrouwenspersoon toegewezen bij de gemeente.

In de loop van de tijd verloor verzoekster haar vertrouwen in deze medewerker van de gemeente. Uiteindelijk liet zij hem via een e-mail van 4 september 2017 duidelijk merken hoe zij over hem dacht. Deze e-mail stuurde zij ook in kopie naar een aantal anderen.

De gemeente stuurde verzoekster op 16 november 2017 een brief, waarin zij werd aangesproken op haar gedrag. Door het ook aan anderen toe te sturen, zou verzoekster bovendien de opzet hebben gehad de medewerker te schaden. Mede gelet op het gedrag van verzoekster besloot de gemeente haar een gedragslijn op te leggen. Daarbij verwees de gemeente naar het agressieprotocol.

Verzoekster klaagt er bij de Nationale ombudsman over dat de gemeente een gedragslijn als straf heeft opgelegd. Bovendien zou de gemeente ten onrechte er van uitgaan dat zij de ambtenaar in kwestie opzettelijk schade wilde toebrengen. Dat was niet het geval. Verder had de gemeente niet gemotiveerd waarom zij van het agressieprotocol was afgeweken door verzoekster niet eerst voor een ordegesprek uit te nodigen.

De Nationale ombudsman begrijpt dat het college ter bescherming van zijn medewerkers (verbaal) geweld niet accepteert en dat het bij geconstateerd geweld gepaste maatregelen neemt. Het onderzoek naar deze klacht is gericht op de vraag of het college daarbij in dit geval zorgvuldig te werk is gegaan. De Nationale ombudsman hanteert daartoe een kader voor het opleggen van agressiemaatregelen gebaseerd op het vereiste van fair play. Dit vereiste houdt in dat de overheid de burger de mogelijkheid geeft om zijn procedurele kansen te benutten en daarbij zorgt voor een eerlijke gang van zaken.

De gemeente heeft voorafgaand aan het versturen van de brief van 16 november 2017 geen gesprek met verzoekster gevoerd. In die brief wordt bovendien niet geschreven dat de moeizame communicatie met verzoekster reden was om geen gesprek te hebben met haar. Van een ernstige situatie waarbij van een gesprek kan worden afgezien, is de Nationale ombudsman niet gebleken. De gemeente heeft daarom ten onrechte niet eerst een gesprek met verzoekster gevoerd. Daarmee is gehandeld in strijd met het vereiste van fair play.

De Nationale ombudsman geeft het college in overweging om voorafgaand aan het geven van een maatregel in beginsel – met uitzondering van bijzondere gevallen – een (orde)gesprek te voeren. Daarnaast geeft de Nationale het college in overweging om na te gaan in hoeverre deze werkwijze in het agressieprotocol kan worden opgenomen.

Instantie: gemeente Opsterland

Klacht:

niet gemotiveerd waarom de gemeente van het agressieprotocol was afgeweken door verzoekster niet eerst voor een ordegesprek uit te nodigen.

Oordeel:

Gegrond