CJIB stort betaalde zekerheidsstelling niet terug ondanks eerder gedane toezegging

Rapport

Een man klaagt dat het CJIB de door hem betaalde zekerheidstelling, ondanks een eerder gedane toezegging, niet terugstort. Ook de kosten die verzoeker heeft gemaakt worden niet vergoed.

De man moest een boete betalen vanwege een snelheidsovertreding. Hij stelde beroep in bij de officier van justitie en daarna bij de kantonrechter. De officier van justitie vroeg de man om zekerheid te stellen.

Zekerheid stellen betekent dat degene aan wie de boete is opgelegd alvast het bedrag van de boete en de administratiekosten moet betalen. Als het beroep gegrond wordt verklaard dan krijgt men het bedrag terug. Eenmaal bij de kantonrechter voerde de man allereerst aan dat hij niet in staat was om op de voorgeschreven wijze zekerheid te stellen. De kantonrechter besliste dat er voldoende aanleiding was om de te stellen zekerheid te verlagen tot nihil (nul). Nu had meneer inmiddels ook al via een betalingsregeling het boetebedrag in gedeelten aan het CJIB overgemaakt. Hij was daartoe nog niet verplicht geweest, omdat hij beroep had ingesteld. Meneer vroeg het CJIB daarom om het door hem betaalde bedrag terug te storten. Het CJIB beloofde eerst dat het bedrag zou worden teruggestort. Toen de kantonrechter een paar maanden later bij de inhoudelijke behandeling van de zaak het beroep ongegrond verklaarde, kwam het CJIB daarop terug. Het CJIB stelde dat meneer inmiddels de boete verschuldigd was, gezien de beslissing van de kantonrechter. Ook een klacht bij het CJIB bracht geen oplossing.

Het vereiste van betrouwbaarheid houdt in dat de overheid afspraken en toezeggingen nakomt. Als de overheid gerechtvaardigde verwachtingen heeft gewekt bij een burger, moet zij deze ook honoreren. De overheid moet rechterlijke uitspraken voortvarend en nauwgezet opvolgen.

In meneer zijn geval heeft de rechter beslist dat er aanleiding was om de door verzoeker te stellen zekerheid te verlagen tot nihil. Op grond van deze rechterlijke (tussen)beslissing had het CJIB het bedrag dat meneer al aan het CJIB had overgemaakt, direct moeten terugstorten. Het CJIB heeft ook toegezegd het bedrag binnen tien werkdagen te zullen terugstorten. Het CJIB is deze toezegging niet nagekomen. In plaats daarvan heeft het de beslissing op het beroep afgewacht en nadat het beroep ongegrond was verklaard, het bedrag verrekend met de op dat moment verschuldigde boete. De Nationale ombudsman komt daarom tot de conclusie dat meneer zijn klacht gegrond is wegens schending van het vereiste van betrouwbaarheid. Wel heeft de Nationale ombudsman er met instemming kennis van genomen dat het CJIB inmiddels heeft ingezien dat het in gebreke is gebleven en het beleid heeft aangepast. Ook heeft het CJIB aan meneer schriftelijk excuses heeft aangeboden.

Instantie: Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB)

Klacht:

de door een man betaalde zekerheidsstelling ondanks een eerder gedane toezegging niet teruggestort en de kosten die meneer heeft gemaakt niet vergoed.

Oordeel:

Gegrond