2018/068 Wie A zegt… LBIO moet zich coulant opstellen

Rapport

Wat is er gebeurd?

Mevrouw Bloem vraagt het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) om de inning van de achterstallige kinderalimentatie over te nemen. Het LBIO doet dat door een fout niet. Uiteindelijk erkent het LBIO de fout en is het alsnog bereid de inning van de kinderalimentatie over te nemen.

Mevrouw Bloem vindt dat de excuses van het LBIO niet genoeg zijn. Door de fout van het LBIO heeft zij een advocaat ingehuurd en daarvoor kosten gemaakt. Zij wil daar graag een schadevergoeding voor, maar het LBIO weigert die.

Wat is de visie van de Nationale ombudsman?

De Nationale ombudsman vindt dat de overheid gevolgen moet verbinden aan gemaakte fouten en zich daarbij coulant moet opstellen. In dat kader verwijst hij naar de door hem opgestelde 'Excuuskaart: in vijf stappen naar een goed excuus'.

Wat betekent dat voor dit geval?

De Nationale ombudsman vindt dat een klachtprocedure over het algemeen een laagdrempelige procedure is, waarvoor deskundige, juridische, bijstand niet nodig is. In dit geval was echter sprake van een juridische discussie, over de uitleg van een juridische uitspraak. De Nationale ombudsman vindt het daarom redelijk dat mevrouw Bloem een advocaat heeft ingeschakeld en vindt dat het LBIO de kosten daarvoor moet vergoeden.

Omdat het LBIO de inning niet overnam moest mevrouw Bloem op zoek naar een andere oplossing voor de achterstallige alimentatie. Het LBIO heeft haar zelf geadviseerd om daar een deurwaarder voor in te schakelen. Mevrouw Bloem heeft ervoor gekozen een (duurdere) juridische procedure te starten. De Nationale ombudsman vindt dat het LBIO uit coulance op zijn minst de kosten moet vergoeden die mevrouw Bloem zou hebben gemaakt indien zij een deurwaarder had ingeschakeld.

Wat is het oordeel van de Nationale ombudsman?

De Nationale ombudsman acht de klacht gegrond vanwege schending van het behoorlijkheidsvereiste van coulante opstelling.

Instantie: Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO)

Klacht:

geen aanleiding gezien in de door het LBIO gemaakte fout om de door verzoekster gemaakte advocaatkosten, griffiekosten en misgelopen kinderalimentatie te vergoeden

Oordeel:

Gegrond