2018/060 Communicatie Politie Zeeland-West Brabant met familie onvoldoende in vermissingszaak familielid

Rapport

Verzoekers hebben geklaagd over de inzet, de begeleiding die de politie hen bood en de klachtbehandeling door de politie eenheid Zeeland-West Brabant na de vermissing van hun familielid Ramon. Daarnaast heeft de ombudsman op eigen initiatief de inzet de Landelijke Eenheid van de politie onderzocht.

Het onderzoek van de ombudsman heeft zich gericht op het handelen van de politie nadat de vermissing van Ramon bij de politie was gemeld. De vragen daarbij waren of de politie zich voldoende heeft ingezet tijdens het zoeken naar Ramon, maar vooral of de politie in haar communicatie richting de familie voldoende helder is geweest. Het beeld van de ombudsman na zijn onderzoek is dat de politie zich voldoende heeft ingezet om Ramon te zoeken. En ook haar best heeft gedaan om de familie te betrekken bij haar acties. Zo zijn er veel contacten geweest, ook op initiatief van de politie. Bij het contact met de familie heeft de politie echter achteraf gezien wel steken laten vallen. Dit is reden om de klacht op dit punt gegrond te verklaren. De politie had de klacht op deze punten gegrond dienen te verklaren. De inzet van de Landelijke Eenheid om Ramon op te sporen, acht de ombudsman voldoende. De Landelijke Eenheid kon voldoende onderbouwen waarom er niet was overgegaan tot de inzet van duikers in dit geval.

Instantie:

Klacht:

De klacht is gegrond vwb de begeleiding van de familie, wegens strijd met het vereiste van goede informatieverstrekking; en vwb de afwikkeling van de klacht, wegens strijd met het motiveringsvereiste.

De klacht is niet gegrond vwb de inzet tijdens het onderzoek naar de vermissing.

Oordeel:

Gegrond