2017/109 Heldere spelregels voor Koopinstrument van Nationaal Coördinator Groningen?

Rapport

De familie Van Noord woont in de provincie Groningen in de kern van het gebied waar door gaswinning aardbevingen hebben plaatsgevonden. De heer en mevrouw Van Noord hebben al geruime tijd een sterke wens om het gebied te verlaten en te verhuizen en willen dichter bij de kinderen wonen. In het voorjaar van 2016 meldt de familie zich aan bij de NCG voor deelname aan de proef met het Koopinstrument. In juli 2016 ontvangt zij een beslissing van de NCG dat zij niet geselecteerd is voor het Koopinstrument. De familie van Noord heeft grote moeite met de afwijzing en met de wijze waarop zij is geïnformeerd over de afwijzing en dient via de Nationale ombudsman een klacht in bij de NCG.

Nadat de familie is uitgenodigd voor een gesprek in het kader van klachtbehandeling, wordt de klacht niet als klacht, maar als burgerbrief afgedaan. De familie Van Noord dient vervolgens opnieuw een klacht in bij de Nationale ombudsman. Deze besluit een onderzoek in te stellen naar de klacht over de wijze waarop het Koopinstrument is uitgevoerd. De Nationale ombudsman concludeert dat deze klacht van de familie Van Noord gegrond is. De NCG heeft onvoldoende duidelijkheid verstrekt over het proces, haar rol en de juridische status van de afwijzingsbrief die is verstuurd naar de familie. De onderzochte gedraging is niet behoorlijk omdat in strijd is gehandeld met het vereiste van transparantie.

Daarnaast klaagt de familie Van Noord over de wijze waarop het Ministerie van EZ en de NCG haar klachten over de afwijzing van de aanvraag heeft behandeld. De Nationale ombudsman is van oordeel dat het ministerie en de NCG de klachten van de familie Van Noord conform de reguliere klachtenprocedure van hoofdstuk 9 Awb had moeten behandelen. De onderzochte gedraging is niet behoorlijk omdat in strijd is gehandeld met het vereiste van fair play.

De Nationale ombudsman beveelt het Ministerie van EZ en de NCG aan om helderheid te verschaffen over de rol, positie en verantwoordelijkheid van de NCG en hierover duidelijk te communiceren richting de burgers van Groningen.

Voor de Nationale ombudsman staat deze klacht over de gevolgen van de gaswinning en de NCG niet op zichzelf. Het is een concrete illustratie van waar een burger in zijn contact met overheid en de NCG tegen aanloopt. Hij heeft in april 2017 samen met de Kinderombudsman, in een oproep aan het nieuwe kabinet zijn zorgen kenbaar gemaakt over het gebrek aan vertrouwen dat burgers in Groningen hebben in de (rijks-)overheid. De Nationale ombudsman blijft de situatie in Groningen als het gaat om de gevolgen van de gaswinning volgen. Hij zal het belang blijven benadrukken van een overheid die er is voor de burgers en niet andersom!

Instantie: Ministerie van Economische Zaken en de Nationaal Coördinator Groningen (NCG)

Klacht:

wijze waarop de NCG het Koopinstrument heeft uitgevoerd.

Oordeel:

Gegrond