2017/065 Huurcommissie is niet duidelijk over de invloed van een klacht op een lopende zaak over een huurgeschil

Rapport

Verzoeker diende bij de Huurcommissie een klacht in over de gang van zaken tijdens een zitting: de zittingsvoorzitter accepteerde stukken van de wederpartij, die hij ter zitting - en dus te laat volgens de termijn die de Huurcommissie daar zelf voor stelt - had overgelegd.

De behandeling van de klacht verliep volgens verzoeker gebrekkig: hij hoorde te lang niets van de Huurcommissie en de commissie hield zich niet aan gemaakte toezeggingen. Verzoeker had de verwachting dat zijn klacht over de te laat aangebrachte stukken nog een verschil kon maken voor het inhoudelijke huurgeschil. Pas nadat hij de uitspraak van de Huurcommissie, die voor hem negatief uitviel had ontvangen, vernam hij dat zijn klacht ongegrond was verklaard. Dat is volgens verzoeker het paard achter de wagen spannen: men behandelt een klacht over een zaak, welke al is afgehandeld. De uitkomst van de klachtbehandeling heeft achteraf geen enkele waarde meer.

De klacht werd door de Huurcommissie ongegrond verklaard.

Verzoeker klaagt erover dat de Huurcommissie zijn klacht niet juist heeft behandeld.

De Nationale ombudsman constateert in zijn onderzoek naar deze klacht dat de klachtbehandelaar van de Huurcommissie wel had begrepen wat de kern van verzoekers klacht was en daar ook actie op heeft ondernomen. Hij heeft echter de uitkomst daarvan niet tijdig aan verzoeker bekend gemaakt. Daardoor was het voor verzoeker niet helder dat zijn klacht geen invloed kon hebben op de uitspraak over het huurgeschil. Pas nadat verzoeker die uitspraak had ontvangen, ontving verzoeker nog een oordeel over de klacht.

De klacht is gegrond wegens schending van het vereiste van transparantie.

Instantie: Huurcommissie

Klacht:

verzoekers klacht over het alsnog op de zitting van 15 januari 2016 toelaten van door verhuurder te laat aangebrachte stukken, niet juist behandeld

Oordeel:

Gegrond