2016/088 Openbaar Ministerie en politie Oost-Brabant gaan onzorgvuldig te werk bij inbeslagname vuurwapens

Rapport

Verzoeker had van de politie verlof gekregen om thuis vuurwapens te mogen hebben. Op een gegeven moment overleed een in België woonachtige oom van verzoeker. Op enig moment nam verzoeker een aantal (vuur)wapens en bijbehorende munitie van deze oom mee naar zijn woning in Nederland. Toen de politie een controle bij verzoeker thuis uitvoerde, nam zij alle (vuur)wapens en munitie - inclusief de wapens en munitie die verzoeker tot dan toe op grond van het wapenverlof mocht hebben - in beslag.

Verzoeker klaagde erover dat het Openbaar Ministerie en de politie onzorgvuldig te werk zijn gegaan bij de afwikkeling van het beslag.

Als de politie een voorwerp in beslag neemt, dan heeft een burger dat voorwerp niet (meer) tot zijn beschikking. Zoals in het rapport "Waar is mijn auto?" (rapportnummer 2016/075) is overwogen, vindt de Nationale ombudsman het gelet op deze inbreuk van groot belang dat betrokken instanties de burger goed en uit zichzelf informeren. In dit geval kwam de Nationale ombudsman tot de conclusie dat de administratie bij de politie ten aanzien van het beslag gebrekkig was en dit niet getuigde van besef dat de politie voorwerpen van een ander onder haar hoede had. Daar kwam nog bij dat in dit geval sprake was van (potentieel) gevaarlijke voorwerpen. De Nationale ombudsman oordeelde dat in dit geval het vereiste van goede organisatie was geschonden.

De Nationale ombudsman deed aan de betrokken overheidsinstanties de aanbeveling om met verzoeker in contact te treden over een passende tegemoetkoming.

Instantie: Regionale politie-eenheid Oost-Brabant

Klacht:

onzorgvuldig te werk gegaan bij de afwikkeling van het beslag als gevolg waarvan goederen die aan verzoeker terug mochten worden gegeven, op onverklaarbare manier verdwenen zijn

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Parket Oost-Brabant

Klacht:

onzorgvuldig te werk gegaan bij de afwikkeling van het beslag als gevolg waarvan goederen die aan verzoeker terug mochten worden gegeven, op onverklaarbare manier verdwenen zijn

Oordeel:

Gegrond