2016/051 Gemeente Utrecht moet vragen over privacy bij uitvoering Wmo gedetailleerd beantwoorden

Rapport

Een inwoner van Utrecht kreeg huishoudelijk hulp via de Wmo. In verband hiermee kondigde de gemeente een huisbezoek aan. De inwoner wilde hierover nader geïnformeerd worden en stelde onder meer vragen op het terrein van haar privacy.

De inwoner klaagt over de wijze waarop de gemeente heeft gehandeld nadat zij een huisbezoek had aangekondigd. Tevens klaagt de inwoner over de wijze waarop de gemeente de klacht hierover heeft afgehandeld.

De ombudsman stelt vast dat de gemeente maandenlang niet heeft gereageerd op de vragen, ook niet toen de inwoner herhaaldelijk hierom vroeg. Toen de gemeente uiteindelijk met een reactie kwam en haar excuses aanbood, volstond de gemeente op de vraag om uitleg op welke wijze de gemeente de privacy garandeert met een algemeen antwoord.

Norm: luisteren naar de burger

De ombudsman komt tot de conclusie dat de gemeente de inwoner wel serieus heeft genomen door haar postproces aan te zullen passen, maar dat ze niet de vraag over de waarborgen omtrent de privacy afdoende heeft kunnen beantwoorden en onvoldoende heeft ingespeeld op de zorgen waaruit die vragen voortkwamen. Die zorgen waren niet zonder grond, immers de Autoriteit Persoonsgegevens, destijds genaamd College Bescherming persoonsgegevens, had reeds voor de inwerkingtreding van de Wmo 2015 aandacht gevraagd voor de privacyrisico's bij gemeenten. Naar zijn oordeel had de gemeente, juist met oog op de specifieke vragen en de vrees voor privacy-schendende verwerking van persoonsgegevens, op schrift meer gedetailleerd de vragen op gebied van privacy dienen te beantwoorden en onduidelijkheid daaromtrent dienen weg te nemen vóór het huisbezoek. De inwoner had relevante vragen over onder meer toestemming en beveiliging. Van de gemeente mocht worden verwacht dat zij liet blijken dat zij begreep dat de inwoner vragen en zorgen had over wat er met vertrouwelijke informatie zou gebeuren. Dit had voor de gemeente aanleiding moeten zijn om de toch wel ingewikkelde materie van verwerking van persoonsgegevens en het beleid van de gemeente daaromtrent duidelijker uit te leggen. De afhoudende reactie van de gemeente en het simpelweg negeren van een aantal specifieke relevante vragen is niet passend.

De klacht is gegrond.

Iedere gemeente in Nederland kan met dergelijke vragen van een burger geconfronteerd worden en dient deze naar behoren te beantwoorden. In dit verband zijn de opvattingen van de Autoriteit voor de ombudsman van grote waarde. De ombudsman vraagt aandacht voor het onlangs verschenen rapport van de Autoriteit Persoonsgegevens van 19 april 2016 "Verwerking van persoonsgegevens in het sociaal domein: de rol van toestemming". De gemeenten zouden zich door dit rapport moeten laten leiden.

Instantie: Gemeente Utrecht

Klacht:

wijze waarop de gemeente heeft gehandeld nadat zij een huisbezoek had aangekondigd in verband met verlenging van een indicatie voor huishoudelijke hulp

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Gemeente Utrecht

Klacht:

wijze waarop de gemeente verzoeksters klacht heeft afgehandeld

Oordeel:

Gegrond