2015/128 Man die visum aanvraagt voor Nederland moet procederen in Zweden; dat is niet fair

Rapport

Verzoekers zakenpartner heeft de Nederlandse nationaliteit en hij wil zijn vrouw uit Bangladesh naar Nederland laten komen. Daarom vraagt verzoekers zakenpartner een visum kort verblijf aan voor zijn vrouw. Voor de behandeling van visumaanvragen kort verblijf wordt Nederland in Bangladesh vertegenwoordigd door de Zweedse ambassade. In dit geval wordt de visumaanvraag dan ook ingediend bij de Zweedse ambassade in Dhaka. De Zweedse ambassade wijst de visumaanvraag af. Deze afwijzing is opgesteld in de Engelse taal. De zakenpartner van verzoeker is het niet eens met deze afwijzing en maakt hiertegen bezwaar bij de Zweedse ambassade. Vervolgens ontvangt hij een beslissing op bezwaar in de Zweedse taal.

Verzoeker klaagt erover dat hij en zijn zakenpartner volgens de Zweedse wet- en regelgeving moesten procederen tegen de afwijzing van de visumaanvraag. In het verlengde hiervan klaagt hij er ook over dat de beslissing op bezwaar in de Zweedse taal was opgesteld.

Naar het oordeel van de Nationale ombudsman zullen de meeste Nederlanders een beslissing op bezwaar in de Zweedse taal moeten laten vertalen om te kunnen begrijpen of het bezwaar gegrond of ongegrond is verklaard en waarom. Ook het procederen en inhoudelijk betwisten van een beslissing op bezwaar volgens de Zweedse wet- en regelgeving zonder hiervoor een (juridisch) deskundige in te schakelen, acht de Nationale ombudsman een (bijna) onmogelijke opgave. De Nationale ombudsman is van oordeel dat hiermee feitelijk drempels worden opgeworpen om te kunnen procederen tegen de afwijzing van de visumaanvraag. Dit zorgt ervoor dat burgers worden belemmerd in hun procedurele mogelijkheden. De Nationale ombudsman acht dit in strijd met het beginsel van fair play.

Instantie: minister van Buitenlandse Zaken

Klacht:

verzoeker en zijn zakenpartner moesten volgens de Zweedse wet- en regelgeving procederen tegen de afwijzing van de visumaanvraag

Oordeel:

Gegrond

Instantie: minister van Buitenlandse Zaken

Klacht:

beslissing op bezwaar was in de Zweedse taal opgesteld

Oordeel:

Gegrond