De heer De Vries* woont vlak bij Schiphol. Hij had een tuinbouwbedrijf. Dat is beëindigd. Zijn perceel diende als zijn pensioenvoorziening. Zijn grond maakt deel uit van het gebied waarvoor plannen worden ontwikkeld, zoals een bedrijventerrein bij Schiphol en het Geniepark. De provincie kocht grond aan en had ook een principeovereenkomst met De Vries onder voorwaarde dat de grond niet vervuild mocht zijn. De grond bleek vervuild. De vervuiling was veroorzaakt door Defensie. Defensie verklaarde zich bereid om de kosten van de sanering te dragen. Gedeputeerde Staten besloot niet tot aankoop over te gaan. Alle omliggende grond is aangekocht. De bestemming van de grond zal in de toekomst vermoedelijk veranderen in bestemming "groen". Bij die toekomstige bestemming is de gemeente betrokken. De heer De Vries kan zijn grond niet verkopen. Hij zit in een klemsituatie.
De Nationale ombudsman onderzocht de volgende vraag;
Hebben de betrokken overheidsinstanties – en met name de provincie Noord-Holland, het ministerie van Defensie en de gemeente Haarlemmermeer – zich voldoende ingespannen om te bekijken in hoeverre zij gezamenlijk bij kunnen dragen aan een oplossing voor verzoeker?
De ombudsman acht het van belang dat overheidsinstanties op eigen initiatief en in het belang van de burger samenwerken en de burger niet van het kastje naar de muur sturen.
De drie betrokken instanties zien wel dat De Vries zich in een situatie bevindt waarin hij de komende jaren zijn grond niet particulier kan verkopen voor een goede prijs. De ombudsman constateert dat drie instanties en de heer De Vries betrokken zijn bij het zoeken van een oplossing en dat zij allen water bij de wijn zullen moeten doen en gezamenlijk moeten zoeken naar een oplossing.
De Nationale ombudsman beveelt de instanties aan om met De Vries om tafel te gaan zitten om een oplossing voor de patstelling te vinden en geeft een suggestie voor de benadering.
* Dit is een gefingeerde naam
