2014/045: Defensie handelt traag bij noodkreet Bosniëveteraan met PTSS

Rapport

In de zomer van 2012 deed verzoekster, de moeder van een Bosnië veteraan een noodkreet aan de ombudsman, want van Defensie kreeg zijn geen antwoord op haar klachtbrief. Als moeder maakte zij zich ernstig zorgen over haar zoon die in 1993 als dienstplichtig militair naar voormalig Joegoslavië was uitgezonden. Volgens moeder had haar zoon, een jonge veteraan, in het verleden meerdere malen bij Defensie om hulp gevraagd voor zijn posttraumatisch stress syndroom (ptss). Eerder deed hij een poging tot zelfdoding en de toestand in zijn gezin, met vrouw en kinderen, was uitermate zorgelijk. In 2006 deed de veteraan een klemmend beroep op Defensie, maar een adequate behandeling bij instelling A. startte uiteindelijk jaren later, in 2010.

Na meerdere aanmaningen van de ombudsman aan het adres van de minister van Defensie kreeg de moeder uiteindelijk in augustus 2013 een antwoord op haar klacht. Hierop heeft de ombudsman het onderzoek geopend. Na vragen van de ombudsman bleek dat in deze brief van het Ministerie van Defensie aan verzoekster deels onjuiste informatie was opgenomen.

In februari 2014 volgde een nieuwe brief van het Ministerie van Defensie met een rectificatie van de eerdere keuringsgegevens van betrokken veteraan. De ombudsman concludeert, op basis van deze rectificatie van Defensie, dat betrokken veteraan zijn eerste herkeuring in 2009 had en niet voldeed aan de richtlijnen Medische eindtoestand, waar verzoekster naar verwees. Defensie kon de ombudsman geen reden geven waarom het zolang heeft geduurd alvorens deze veteraan een adequate behandeling kreeg. Doordat een dergelijke behandeling pas in 2010 aanvang is het verklaarbaar dat van een medische eindtoestand in 2012 nog geen sprake was.

De Nationale ombudsman vindt dat deze veteraan onnodig lang heeft bloot gestaan aan spanningen en stress, onder meer voor de (her)beoordelingen. De Nationale ombudsman oordeelt dat Defensie onvoldoende invulling heeft gegeven in de bijzondere zorgplicht naar deze veteraan en benadrukt de urgentie van een snelle en adequate behandeling van psychisch beschadigde veteranen. Sinds 1 juli 2013 vervult de Nationale ombudsman ook de rol van Veteranenombudsman. De ombudsman toetst de klacht aan het vereiste van bijzondere zorg.

De Nationale ombudsman, tevens Veteranenombudsman, acht deze klacht gegrond.

Instantie: minister van Defensie

Klacht:

verzoeksters zoon, Bosniëveteraan met posttraumatische stress syndroom, in een periode van zes jaar tenminste vier (her)beoordelingen bij de keuringsarts laten ondergaan.

Oordeel:

Gegrond