2014/011: Slachtoffer van verduistering klaagt over uitblijven actie CJIB om schadevergoeding te innen

Rapport

Verzoeker was opgelicht en had hierdoor schade geleden. De rechter had daarom aan X een schadevergoedingsmaatregel opgelegd ten behoeve van verzoeker. Verzoeker klaagde erover dat het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) onvoldoende heeft gedaan om deze schadevergoedingsmaatregel te innen.

Op basis van het onderzoek had de Nationale ombudsman niet de indruk dat het CJIB niets had gedaan met de door verzoeker aangedragen informatie over X en mogelijk vermogen van X. Naar aanleiding van vragen van de Nationale ombudsman aan het CJIB bleek echter wel dat het CJIB eerst ten onrechte van oordeel was dat er geen bevoegdheidsbasis was om gegevens bij bepaalde banken op te vragen. Nadat bleek dat hier wel mogelijkheden voor waren, beoordeelde het CJIB de door verzoeker verstrekte informatie over bankrekeningnummers en bankafschriften opnieuw. Tussen het aandragen van deze informatie door verzoeker en het opnieuw beoordelen hiervan door het CJIB waren bijna negen maanden verstreken. De Nationale ombudsman was dan ook van oordeel dat het CJIB wat dit betreft niet voldoende actie had ondernomen om de schadevergoedingsmaatregel zo snel mogelijk te innen. De Nationale ombudsman concludeerde dat het CJIB op dat punt had gehandeld in strijd met het vereiste van voortvarendheid.

Instantie: Centraal Justitieel Incasso Bureau

Klacht:

niet voldoende actie ondernomen om de schadevergoedingsmaatregel zo snel mogelijk te innen, betreffende de informatie over de bankrekeningnummers en de bankafschriften

Oordeel:

Gegrond