2013/153: Verzoeker klaagt over afwijzing verzoek tot vermindering belastingaanslag

Rapport

Verzoeker klaagt erover dat de ontvanger van de Belastingdienst bij de marginale toets op de materiële verschuldigdheid van de aanslag inkomstenbelasting over 2006 geen acht slaat op de alsnog ingediende aangifte en overige omstandigheden die zich in dat jaar hebben voorgedaan.

X doet geen aangifte inkomstenbelasting over 2006. De inspecteur stelt de aanslag daarom ambtshalve vast. Na enkele betalingen en verrekeningen van teruggaven, wordt de aanslag door de ontvanger oninbaar geleden. In 2012 verzoekt X om een ambtshalve vermindering van de aanslag. Hij wijst de inspecteur op de alsnog opgemaakte aangifte met jaarstukken. De inspecteur verklaart het bezwaarschrift niet-ontvankelijk en wijst het verzoek om ambtshalve vermindering af wegens het verstrijken van de hiervoor geldende vijfjaarstermijn. X gaat tegen die beslissing in beroep bij de rechter, maar die wijst het af.

Hierop dient X een klacht in bij de Nationale ombudsman.

Tijdens de klachtbehandeling geeft de ontvanger desgevraagd aan dat hij de materiële verschuldigdheid van de aanslag marginaal heeft getoetst. Hij heeft daarbij de aanslag vergeleken met het jaar 2005, maar slaat geen acht op de bij hem bekende gegevens over het jaar 2006. De Nationale ombudsman vindt dat in strijd met de behoorlijkheid.

Het ministerie van Financiën ziet niet in waarom de gegevens over 2006 buiten beschouwing worden gelaten en geeft in zijn reactie verder nog aan dat een verzoek om ambtshalve vermindering buiten de vijfjaarstermijn, wordt gezien als een verzoek aan de ontvanger om de materiële verschuldigd van aanslag te toetsen. Dat betekent dat voor verrekeningen die plaatsvinden na het indienen van het verzoek gekeken wordt of de aanslag wel materieel verschuldigd is. Is dat niet het geval, dan wordt die verrekening ongedaan gemaakt. De verrekeningen en betalingen die voor indiening van het verzoek plaatsvinden blijven in stand.

Instantie: Belastingdienst Almere

Klacht:

bij de marginale toets op de materiële verschuldigdheid van de aanslag inkomstenbelasting over 2006 heeft de ontvanger van de Belastingdienst geen acht geslagen op de alsnog ingediende aangifte en overige omstandigheden die zich in dat jaar hebben voorgedaan.

Oordeel:

Gegrond