2013/041: Moeder klaagt dat VGZ Zorgkantoor omzetting PGB naar Zorg in Natura onzorgvuldig verwerkt

Rapport

Op basis van het indicatiebesluit 102 ontving de zoon van verzoeker een pgb budget. Op 17 maart 2009 gaf het CIZ indicatiebesluit 103 af vanwege een indicatieaanvraag voor de functie wonen, op basis waarvan de zoon van verzoeker voortaan zorg in natura zou ontvangen. De betaling van het pgb budget aan de zoon van verzoeker stopte echter niet. De afdeling persoonsgebonden budget van het zorgkantoor was niet op de hoogte van de afgifte van het indicatiebesluit, omdat dit besluit de toewijzing van zorg in natura betrof. Verzoeker attendeerde het zorgkantoor op meerdere malen erop dat de pgb betalingen nog altijd voortduurden terwijl de zoon van verzoeker inmiddels zorg in natura ontving; het zorgkantoor reageerde daar niet op en berichtte verzoeker in maart 2010 dat zijn zoon voor het jaar 2010 een pgb budget zou ontvangen.

Het zorgkantoor informeerde verzoeker in november 2011 dat het zorgkantoor een vordering op hem had vanwege de pgb betalingen en dat het bij niet betalen de incassoprocedure zou opstarten. Verzoeker was na dit gesprek in de veronderstelling dat hij tot eind november 2011 de mogelijkheid had om zijn administratie te controleren en daarop een betalingsregeling met het zorgkantoor af te spreken. Het zorgkantoor startte echter voor het einde van november 2011 een incassoprocedure op, tot verrassing en onvrede van verzoeker.

Verzoeker klaagt erover dat VGZ Zorgkantoor onzorgvuldig heeft gehandeld bij het omzetten van het persoonsgebonden budget (pgb) voor zijn zoon in zorg in natura en vervolgens ten onrechte een deurwaarder heeft ingeschakeld om de daaruit voortvloeiende vordering bij hem te innen.

Het zorgkantoor heeft niet alleen nagelaten de overgang van indicaties goed te regelen, maar het heeft daarnaast bij herhaling verzuimd om de toekenning van pgb alsnog te beëindigen nadat verzoeker het zorgkantoor meerdere malen op de hoogte bracht van de onterechte voortzetting van toekenning van het pgb budget. Daarmee heeft het zorgkantoor gehandeld in strijd met het vereiste van goede organisatie. De onderzochte gedraging is op dit punt niet behoorlijk.

Vast staat dat het zorgkantoor verzoeker heeft gewaarschuwd over de openstaande vordering en het opstarten van een incassoprocedure. De Nationale ombudsman kan echter niet achterhalen wat verzoeker en de medewerker van het zorgkantoor hebben besproken tijdens het telefonisch gesprek. Het is onduidelijk of de medewerker van het zorgkantoor uitspraken heeft gedaan die verzoeker het vertrouwen gaven dat hij tot eind november respijt had gekregen van betaling. Om die reden onthoudt de Nationale ombudsman zich van een oordeel over deze klacht.

De Nationale ombudsman beveelt het zorgkantoor aan om de incassoprocedure te beëindigen, de incassokosten kwijt te schelden en met verzoeker alsnog een betalingsregeling af te spreken.

Instantie: VGZ Zorgkantoor te Alkmaar

Klacht:

wijze waarop is zorggedragen voor het omzetten van het persoonsgebonden budget (pgb) in zorg in natura

Instantie: VGZ Zorgkantoor te Alkmaar

Klacht:

opstarten van de incassoprocedure

Oordeel:

Geen oordeel