2012/007: Advocaat wordt verboden gegevensdragers mee te nemen in detentiecentrum

Rapport

Verzoeker is als advocaat gespecialiseerd in het asiel- en vreemdelingenrecht. Eind 2010 bezocht hij twee van zijn cliënten, die in vreemdelingenbewaring zaten in het Detentiecentrum te Rotterdam. Bij toelating tot het centrum werd hem meegedeeld dat het niet was toegestaan zijn dictafoon en mobiele telefoon mee te nemen naar de spreekkamer, waar hij zijn cliënten zou spreken.

Verzoeker voelde zich hierdoor belemmerd in de mogelijkheid om zijn cliënten snel en adequaat van goede rechtshulp te voorzien. Ook voelde hij zich achtergesteld bij de medewerkers van overheidsdiensten als de IND en DT&V aan wie het gebruik van laptop en telefoon (die verstrekt zijn van rechtswege) wel is toegestaan. De klacht die hij indiende bij de directeur werd ongegrond verklaard. De directeur beriep zich op zijn beleidsvrijheid om in het kader van de veiligheid van het detentiecentrum bepaalde voorwerpen te verbieden en wees op de PBW. Een andere behandeling van overheidsambtenaren vanwege hun publieke functie leverde naar zijn oordeel geen discriminatie op. In reactie op het onderzoek liet de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie weten zich te zullen heroriënteren ten aanzien van het toelatingsbeleid van gegevensdragers. De Nationale ombudsman oordeelde dat de directeur door in het algemeen advocaten te verbieden gegevensdragers mee te nemen in de inrichting in strijd had gehandeld met het beginsel van fair play.

Met instemming heeft de Nationale ombudsman er van kennis genomen dat de staatssecretaris zich op dit punt heroriënteert. Hij beveelt de staatssecretaris aan deze heroriëntering er op korte termijn toe te laten leiden dat vreemdelingenadvocaten op dezelfde wijze worden gefaciliteerd als partijen als de IND.

Instantie: Directeur Detentiecentrum te Rotterdam

Klacht:

verzoeker, werkzaam als advocaat, niet toegestaan om zijn mobiele telefoon, dictafoon en laptop mee te nemen bij zijn bezoek aan zijn cliënten, die in het kader van de verlengde asielprocedure in het detentiecentrum verblijven

Oordeel:

Gegrond