2011/128: Moeder klaagt over partijdigheid in onderzoeken RvdK

Rapport

Naar aanleiding van een AMK-melding had de Raad voor de Kinderbescherming eind 2008 een beschermingsonderzoek ingesteld voor de dochter van verzoekster. Naar aanleiding van het verzoek van haar ex-partner, heeft de Raad dit onderzoek begin 2009 uitgebreid met een onderzoek naar het gezag en de verblijfplaats. Deze onderzoeken hebben uiteindelijk geleid tot meerdere klachten over de Raad.

Verzoekster had in het kader van een rechtszaak met haar ex-partner bij de rechtbank een verzoek tot voorlopig getuigenverhoor ingediend. Zodra de Raad door haar ex-partner hiervan op de hoogte was gesteld, heeft de Raad op eigen initiatief contact opgenomen met de rechtbank. Deze klacht is gegrond verklaard, wegens schending van het vereiste van onpartijdigheid.

Ongeveer in dezelfde periode liep ook de interne klachtenprocedure bij de Raad naar aanleiding van het raadsrapport. Verzoekster heeft de Raad verzocht het raadsrapport nog niet uit te brengen, zolang de klachtenprocedure liep. Deze klacht, getoetst aan het vereiste van redelijkheid, is ongegrond verklaard. Een andere klacht van verzoekster betrof het niet informeren van de rechtbank door de Raad over de uiteindelijke uitkomst van de interne klachtenprocedure. Deze klacht is getoetst aan het vereiste van professionaliteit en gegrond verklaard.

De laatste klacht van verzoekster betrof de zorgvuldigheid van het raadsrapport. Deze klacht is ook getoetst aan het vereiste van professionaliteit en ongegrond verklaard.

Instantie: Raad voor de Kinderbescherming te Alkmaar

Klacht:

op eigen initiatief contact opgenomen met de rechtbank

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Raad voor de Kinderbescherming te Alkmaar

Klacht:

rechtbank niet geïnformeerd over de uitkomst van de klachtenprocedure

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Raad voor de Kinderbescherming te Alkmaar

Klacht:

zorgvuldigheid raadsonderzoek

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Raad voor de Kinderbescherming te Alkmaar

Klacht:

niet willen tegenhouden van het raadsrapport door de Landelijk Directeur van de Raad

Oordeel:

Niet gegrond