2011/036: Ondernemer klaagt over sepotbeslissing in strafzaak medeplichtigheid aan witwassen

Rapport

Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie te Rotterdam de sepotbeslissing in zijn strafzaak waarin hij werd verdacht van medeplichtigheid aan witwassen (verkoop chalet) heeft gemotiveerd met de sepotcode 02 in plaats van de sepotcode 01.

Verzoeker is directeur en eigenaar van een groothandel in caravans en chalets. Hij deed onder meer zaken met A. Hij had op het terrein van A chalets geplaatst voor de verkoop. Echtpaar Z had een van deze chalets in gebruik. Tegen dit echtpaar werd een strafrechtelijk onderzoek gestart in verband met hennepkwekerijen, die in hun panden werden aangetroffen. Ook tegen verzoeker werd een strafrechtelijk onderzoek ingesteld wegens verdenking van het witwassen van geld. Er waren

vermoedens dat echtpaar Z. hun chalet met zwart geld gekocht had van verzoeker. Het echtpaar Z. is veroordeeld. Verzoeker werd na de start van het onderzoek al snel weer in vrijheid gesteld en het onderzoek werd beëindigd. De klacht die verzoeker indiende bij het parket over de toekenning van sepotcode 02 werd ongegrond verklaard. De officier was van oordeel dat er voldoende gronden aanwezig waren om verzoeker in eerste instantie aan te merken als verdachte. Achteraf is niet vastgesteld dat deze gronden onvoldoende waren die verdenking langer te rechtvaardigen.

De Nationale ombudsman was van oordeel dat de beslissing van de officier van justitie voldeed aan het motiveringsvereiste. De officier had voldoende en terecht argumenten naar voren gebracht om zijn beslissing te motiveren. De Nationale ombudsman was daarom van oordeel dat de gedraging van de officier van justitie, die onder verantwoordelijkheid valt van de minister van Veiligheid en Justitie, behoorlijk is.

Instantie: Officier van justitie Rotterdam

Klacht:

Sepotbeslissing in strafzaak gemotiveerd met sepotcode 02 in plaats van sepotcode 01..

Oordeel:

Niet gegrond