2010/307: Onvoldoende motivering door CvdM bij weerlegging melding misstanden bij publieke omroep

Rapport

Verzoekster was directeur van een omroep in het publieke bestel. Zij heeft bij het Commissariaat voor de Media (CvdM) melding gemaakt van een onduidelijke bestuurlijke situatie en mogelijke financiële misstanden bij de omroep en een daarmee samenhangende organisatie. Het CvdM heeft na maanden aangegeven dat er geen sprake was van misstanden bij de omroep. In de tussentijd was de arbeidsovereenkomst door tussenkomst van de kantonrechter ontbonden. Daarbij moest de omroep een ontslagvergoeding aan verzoekster betalen. Toen de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap informatie wilde over betaalde ontslagvergoedingen door omroepen in het publieke bestel, heeft het CvdM de minister onder meer van deze zaak op de hoogte gebracht.

Verzoekster klaagde erover dat het CvdM onvoldoende heeft gemotiveerd waarom er geen sprake was van bestuurlijke en financiële misstanden bij de omroep. Daarnaast klaagde zij over het feit dat het CvdM verzoekster geen rechtsbescherming had geboden naar aanleiding van haar melding. Tot slot klaagde verzoekster erover dat het CvdM geen informatie over haar aan de minister had mogen doorgeven.

De klacht dat onvoldoende is gemotiveerd waarom geen sprake was van misstanden is gegrond. De overige klachten zijn ongegrond. Het CvdM heeft geen bevoegdheden om rechtsbescherming te verlenen en daarnaast is het CvdM op grond van de wet verplicht om de minister te informeren over zaken die publieke middelen aangaan.

Strijd met het motiveringsvereiste.

Geen strijd met het vereiste van rechtszekerheid en met

het recht op eerbieding van de persoonlijke levenssfeer.

Het CvdM wordt aanbevolen om alsnog zorgvuldig te motiveren waarom geen sprake is van bestuurlijke en financiële misstanden. Daarbij wordt eveneens in overweging gegeven om het rapport C., dat niet eerder in het bezit van het CvdM was, bij deze motivering te betrekken.

Instantie: Commissariaat voor de Media te Hilversum

Klacht:

Onvoldoende onderzoek ingesteld naar en onvoldoende actie ondernomen inzake bestuurlijke en financiële misstanden bij de Joodse Omroep.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Commissariaat voor de Media te Hilversum

Klacht:

Onnodige en kwetsende informatie over verzoekster naar buiten gebracht; op geen enkele wijze ondersteuning of rechtsbescherming geboden aan verzoekster.

Oordeel:

Niet gegrond