2010/137

Rapport

De partner van verzoeker verstuurde tweemaal een bewerkte foto van het jong minderjarige kind van haar zwager aan het kind zelf. De zwager deed daarop aangifte van schriftelijke bedreiging. Verzoeker en zijn partner werden aangehouden buiten heterdaad en op het politiebureau verhoord. Daar bekende de partner van verzoeker dat zij de foto's had bewerkt en verzonden. De officier van justitie besloot om verschillende redenen tot een voorwaardelijk sepot en nodigde verzoeker en zijn partner uit voor een zogenaamd sepotgesprek om zijn besluit toe te lichten. In dat gesprek gaf verzoekster aan dat zij zich door de zwager gestalkt voelde en dat zij om die reden de foto's had bewerkt en verstuurd.

De partner van verzoeker was in die periode werkzaam als lerares op een openbare school. Zij kreeg naar aanleiding van het foto-incident een conflict met de bovenschoolmanager en deed aangifte van smaad tegen hem toen hij onder andere op school vertelde dat de lerares zich schuldig had gemaakt aan een strafbaar feit. Die aangifte werd ook geseponeerd.

Een paar maanden later verstrekte de officier van justitie telefonisch desgevraagd justitiële gegevens over de partner van verzoeker aan haar werkgever, de gemeente. Daarna verstrekte hij ook nog uit eigen beweging schriftelijk justitiële gegevens aan de gemeente en de bovenschoolmanager.

Over deze gang van zaken diende verzoeker een klacht in bij de Nationale ombudsman.

De Nationale ombudsman oordeelde dat door de beklaagde wijze van telefonische en schriftelijke verstrekking van justitiële en daarmee persoonlijke gegevens het grondrecht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de partner van verzoeker werd geschonden, omdat niet was voldaan aan de vereisten die in de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens en de Aanwijzing aan verstrekking zijn gesteld.

De klacht dat de officier van justitie tegen de gemeente zou hebben gezegd dat hij het door de partner van verzoeker gepleegde strafbare feit overtuigend en wettelijk bewezen achtte, was niet gegrond. Hetzelfde gold voor de klacht dat de officier van justitie had nagelaten om aan het bevel tot aanhouding buiten heterdaad de voorwaarde te stellen dat verzoeker en zijn partner eerst zouden worden uitgenodigd op het politiebureau.

Instantie: Openbaar Ministerie te Utrecht

Klacht:

Telefonisch justitiële gegevens over verzoekers partner verstrekt aan gemeente Woerden; kopie van sepotbeslissing op de aangifte van verzoekers partner verstrekt aan de gemeente en bovenschoolmanager.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Openbaar Ministerie te Utrecht

Klacht:

Tegen medewerker van gemeente gezegd dat hij het door verzoekers partner gepleegde strafbare feit wettig en overtuigend bewezen achtte; aan bevel tot aanhouding buiten heterdaad niet de bijzondere voorwaarde verbonden dat verzoeker en partner eerst per brief zouden worden uitgenodigd om op het politiebureau te verschijnen.

Oordeel:

Niet gegrond