2010/022

Rapport

Verzoeker heeft een verstandelijk gehandicapte broer, R. R. verblijft in zorginstelling D. Een andere broer, H. is de curator van R. In 1998 is er door het gerechtshof in Den Bosch een omgangsregeling tussen verzoeker en R. vastgesteld. Verzoeker en H. leven al vele jaren met elkaar in onmin over de zorg aan broer R.

Op 18 oktober 2008 ging verzoeker R. ophalen voor weekendverlof. Hij trof zijn broer aan met een hoofdwond. Samen met zijn broer is hij naar het politiebureau gegaan omdat verzoeker aangifte wilde doen van mishandeling van R. door de instelling en H. Op het bureau had verzoeker een gesprek met politieambtenaar A. Verzoeker vertelde A. dat hij vermoedde dat zijn broer zichzelf uit frustratie verwondde. Deze frustratie zou voortkomen uit het handelen van de instelling en broer H. Ook vertelde verzoeker A. over de achtergrond van de situatie.

Omdat A. geen duidelijk beeld kreeg van de situatie en de herkomst van het letsel van R. stelde hij voor eerst nader onderzoek te doen. Verzoeker stemde daarmee in. Van het letsel van R. zijn foto's gemaakt en A. heeft het verslag van het gesprek van die dag en de gemaakte afspraken in een mutatie in het bedrijfsprocessensysteem verwerkt. Twee weken later heeft A. navraag gedaan bij de instelling waar R. verblijft.

Verzoeker klaagt erover dat A. onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar aanleiding van zijn melding van vermeende mishandeling.

De Nationale ombudsman oordeelde dat A. voldoende en zorgvuldig onderzoek heeft gedaan. In gesprek met personeel van de instelling waar R. verblijft heeft A. informatie ingewonnen over de situatie. Verder bleek dat het letsel was ontstaan doordat R. zijn hoofd had gestoten. Dit wondje had R. later opgekrabd. Het was A. duidelijk geworden dat er in het geheel geen sprake was een enig strafbaar feit.

Het vereiste van actieve en adequate informatieverwerving. Niet gegrond.

Instantie: Regiopolitie Limburg Noord

Klacht:

Onvoldoende onderzoek gedaan toen verzoeker een beroep deed op de politie in verband met de vermeende mishandeling van zijn broer.

Oordeel:

Niet gegrond