2009/247

Rapport

Verzoeker maakt gebruik van de regeling ziekenvervoer en was niet tevreden over de taxionderneming die zijn vervoer regelde.

Op enig moment vroeg verzoeker de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) een onderzoek in te stellen naar zijn klachten over onder andere de deugdelijkheid van het wagenpark, de opleiding en benodigde vergunningen van het personeel en de financiële gang van zaken.

De IVW gaf gevolg aan het verzoek maar constateerde de inspectie geen aanleiding gaf om de klachten als gegrond aan te merken. Verzoeker was van mening dat de desbetreffende inspecteur de inspectie niet op een goede wijze had kunnen verrichten omdat hij op een familiaire wijze omging met de bedrijfsleiding van het taxibedrijf. Verzoeker diende onder meer hierover een klacht in bij de IVW. De IVW verklaarde de klacht ongegrond omdat de IVW alleen handhavend kan optreden als er sprake is van een overtreding. Dit was niet het geval. Verder was het de IVW niet gebleken dat het onderzoek niet juist was uitgevoerd of dat de constatering er geen sprake was van overtreding van de toepasselijke regelgeving onjuist was.

Omdat verzoeker vond dat de IVW onvoldoende (gemotiveerd) was ingegaan op de klacht dat de ingestelde inspectie niet op een goede en objectieve wijze had plaatsgevonden, vroeg hij de Nationale ombudsman een onderzoek hiernaar in te stellen.

Tijdens het onderzoek van de Nationale ombudsman bleek de inspecteur geen rapport te hebben opgesteld omdat er geen overtredingen waren geconstateerd. De inspecteur had wel per e-mailbericht aan zijn leidinggevende gerapporteerd. Dit e-mailbericht werd niet bewaard omdat er geen overtredingen waren geconstateerd.

Dat de inspecteur en de ondernemer elkaar vriendelijk bejegenen komt doordat inspecteurs in een bepaalde regio werken en op die wijze elkaar van vorige bezoeken kennen. Naar de mening van de IVW leidt hoeft dit niet als gevolg te hebben dat de onderzoeken niet goed worden uitgevoerd.

Tot slot gaf de IVW aan dat de bedrijfsleiding van het taxibedrijf had aangegeven dat verzoeker alleen door één bepaald chauffeuse vervoerd wilde worden. Deze chauffeuse weigerde dit, naar verluidt vanwege ongewenste intimiteiten en sexueel getinte opmerkingen van verzoeker. De bedrijfsleiding zou hierop in overleg met verzoekers verzekeraar een ander taxionderneming hebben geregeld.

De Nationale ombudsman oordeelde dat de IVW alleen in algemene bewoordingen op verzoekers klacht had gereageerd. Er was niet onderbouwd waarom verzoekers klacht ongegrond was verklaard. Dit is in strijd met het motiveringsvereiste.

De Nationale ombudsman merkt tot slot op dat er geen rapport van de inspectie was opgesteld zodat niet kon worden nagegaan wat de inspectie bijvoorbeeld inhield en wat de bevindingen waren. Ook duiden de woorden 'naar verluidt....' op het feit dat een uitspraak van iemand over wie een klacht is ingediend kennelijk voor waar wordt aangenomen. Dit zonder hoor en wederhoor.

Aanbeveling: bij het instellen van een inspectie altijd zorgen voor een rapport, waaruit minimaal blijkt wat de gang van zaken is geweest gedurende de inspectie, wat de aanleiding is geweest voor de controle en wat de bevindingen van het onderzoek zijn.

Instantie: Inspectie Verkeer en Waterstaat

Klacht:

Bij klachtafwikkeling niet voldoende gemotiveerd ingegaan op de klacht dat het verrichtte onderzoek bij een taxionderneming niet op een goede en objectieve wijze heeft plaatsgevonden; niet aangegeven waarom pas zes maanden nadat de telefonische hoorzitting is gehouden, de klacht is afgewikkeld.

Oordeel:

Gegrond